Lijden van Jezus Christus: verschil tussen versies

Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
Regel 72: Regel 72:


== Ziek gemaakt ==
== Ziek gemaakt ==
De Heer Jezus is in alles aan zijn broeders (de verlosten, de kinderen van God) gelijk geworden (Hebr. 2:17).<blockquote>''Heb 2:17 Daarom moest Hij in alles aan zijn broeders gelijk worden, ... (TELOS)''</blockquote>Hij heeft evenals zij aan bloed en vlees deelgenomen (Hebr. 2:14).<blockquote>''Heb 2:14 Daar nu de kinderen aan bloed en vlees deel hebben, heeft ook Hij op gelijke wijze daaraan deelgenomen, ... (TELOS)''</blockquote>Hij werd gegeseld door Romeinse soldaten en vervolgens aan het kruishout genageld. Daar maakte God hem ziek, krank.<blockquote>''Jes 53:10 Doch het behaagde den HEERE Hem te verbrijzelen; Hij heeft [Hem] krank gemaakt; (SV)''</blockquote><blockquote>''Jes 53:10 Maar het behaagde de HEERE Hem te verbrijzelen, Hij heeft [Hem] ziek gemaakt. (HSV)''</blockquote>Daar hing de Mensenzoon aan het vloekhout. Een 'Man van smarten', veracht, verworpen (Jes. 53:3). Hij nam onze krankheden, ziekten op zich; onze smarten droeg Hij (Jes. 53:4).<blockquote>''Jes 53:3 Hij was veracht, en de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, en verzocht in krankheid; en [een] [iegelijk] was als verbergende het aangezicht voor Hem; Hij was veracht, en wij hebben Hem niet geacht. Jes 53:4 Waarlijk, Hij heeft onze krankheden op Zich genomen, en onze smarten heeft Hij gedragen; doch wij achtten Hem, dat Hij geplaagd, van God geslagen en verdrukt was.'' (SV)</blockquote><blockquote>''Jes 53:3 Hij was veracht, de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, bekend met ziekte, en als [iemand] voor wie men het gezicht verbergt; Hij was veracht en wij hebben Hem niet geacht. Jes 53:4 Voorwaar, onze ziekten heeft Híj op Zich genomen, ons leed heeft Hij gedragen. Wíj hielden Hem echter voor een geplaagde, door God geslagen en verdrukt.'' (HSV)</blockquote>Hij moest in alles aan zijn broeders gelijk worden (Hebr. 2:17), ook in smarten en ziekte. Daardoor kan hij meevoelen met de ziekte van David, die door God om zijn zonden gekastijd werd en waarvan Psalm 38 verhaalt.
De Heer Jezus is in alles aan zijn broeders (de verlosten, de kinderen van God) gelijk geworden (Hebr. 2:17).<blockquote>''Heb 2:17 Daarom moest Hij in alles aan zijn broeders gelijk worden, ... (TELOS)''</blockquote>Hij heeft evenals zij aan bloed en vlees deelgenomen (Hebr. 2:14).<blockquote>''Heb 2:14 Daar nu de kinderen aan bloed en vlees deel hebben, heeft ook Hij op gelijke wijze daaraan deelgenomen, ... (TELOS)''</blockquote>Hij werd gegeseld door Romeinse soldaten en vervolgens aan het kruishout genageld. Daar maakte God hem ziek, krank.<blockquote>''Jes 53:10 Doch het behaagde den HEERE Hem te verbrijzelen; Hij heeft [Hem] krank gemaakt; (SV)''</blockquote><blockquote>''Jes 53:10 Maar het behaagde de HEERE Hem te verbrijzelen, Hij heeft [Hem] ziek gemaakt. (HSV)''</blockquote>Daar hing de Mensenzoon aan het vloekhout. Een 'Man van smarten', veracht, verworpen (Jes. 53:3). Hij nam onze krankheden, ziekten op zich; onze smarten droeg Hij (Jes. 53:4).<blockquote>''Jes 53:3 Hij was veracht, en de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, en verzocht in krankheid; en [een] [iegelijk] was als verbergende het aangezicht voor Hem; Hij was veracht, en wij hebben Hem niet geacht. Jes 53:4 Waarlijk, Hij heeft onze krankheden op Zich genomen, en onze smarten heeft Hij gedragen; doch wij achtten Hem, dat Hij geplaagd, van God geslagen en verdrukt was.'' (SV)</blockquote><blockquote>''Jes 53:3 Hij was veracht, de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, bekend met ziekte, en als [iemand] voor wie men het gezicht verbergt; Hij was veracht en wij hebben Hem niet geacht. Jes 53:4 Voorwaar, onze ziekten heeft Híj op Zich genomen, ons leed heeft Hij gedragen. Wíj hielden Hem echter voor een geplaagde, door God geslagen en verdrukt.'' (HSV)</blockquote>Hij moest in alles aan zijn broeders gelijk worden (Hebr. 2:17), ook in smarten en ziekte. Daardoor kan hij meevoelen met de ziekte van David, die door God om zijn zonden gekastijd werd en waarvan Psalm 38 verhaalt.<blockquote>''Ps 38:1 Een psalm van David, om te doen gedenken. HEERE, straf mij niet in Uw grote toorn, bestraf mij niet in Uw grimmigheid.''<br>''Ps 38:2 Want Uw pijlen zijn in mij gedrongen, Uw hand is op mij neergekomen.''<br>''Ps 38:3 Er is niets gezonds aan mijn lichaam door Uw gramschap, er is geen vrede in mijn beenderen vanwege mijn zonde.'' <br>''Ps 38:4 Want mijn ongerechtigheden gaan mij boven het hoofd, als een zware last zijn zij mij te zwaar geworden.''<br>

''Ps 38:1 Een psalm van David, om te doen gedenken. HEERE, straf mij niet in Uw grote toorn, bestraf mij niet in Uw grimmigheid.''<br>''Ps 38:2 Want Uw pijlen zijn in mij gedrongen, Uw hand is op mij neergekomen.''<br>''Ps 38:3 Er is niets gezonds aan mijn lichaam door Uw gramschap, er is geen vrede in mijn beenderen vanwege mijn zonde.'' <br>''Ps 38:4 Want mijn ongerechtigheden gaan mij boven het hoofd, als een zware last zijn zij mij te zwaar geworden.''<br>
''Ps 38:5 Mijn wonden stinken, zij zijn vervuild vanwege mijn dwaasheid.'' 
''Ps 38:5 Mijn wonden stinken, zij zijn vervuild vanwege mijn dwaasheid.'' 
<br>
<br>
Regel 111: Regel 109:
''Ps 38:22 Kom mij spoedig te hulp, Heere, mijn heil!'' 
''Ps 38:22 Kom mij spoedig te hulp, Heere, mijn heil!'' 
<br>
<br>
(HSV)
(HSV)</blockquote>