Lijnwaad
Lijnwaad betekent[1] 1. linnen (als stof en voor een hoeveelheid van die stof), als in 'fijn lijnwaad', 'een stuk lijnwaad'; 2. linnengoed, wasgoed, soms: ondergoed.
Van de deugdelijke huisvrouw in Spreuken 31 wordt gezegd:
Spr 31:24 [Samech]. Zij maakt fijn lijnwaad en verkoopt het; en zij levert den koopman gordelen. (SV)
Zie ook
Voetnoot
- ↑ Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000.