Lofzingen
Lofzingen is iemands lof zingen: zingend hem prijzen tot zijn eer of ten gunste van hem. Met kan met lof van iemand spreken, maar ook met lof van hem zingen. God verdient lof. Zijn lof worde verkondigd ook in gezang! Christus zelf zingt God lof.
We kunnen God bijvoorbeeld lofzingen om Zijn barmhartigheid die hij bewijst.
Ro 15:9 en opdat de volken God verheerlijken wegens de barmhartigheid, zoals geschreven staat: ‘Daarom zal ik U belijden onder de volken en uw naam lofzingen’. (TELOS)
Lofzingen kan een uiting zijn van onze gemoedstoestand.
Jak 5:13 Lijdt iemand onder u? Laat hij bidden. Is iemand welgemoed? Laat hij lofzingen. (TELOS)
Van de Christus, onze Heer Jezus, staat geschreven:
Heb 2:12 ‘Ik zal uw naam aan mijn broeders verkondigen, in het midden van de gemeente zal Ik U lofzingen’. (TELOS)
Het is van belang, met het oog op de toehoorders, om te verstaan de lof die je zingt.
1Co 14:15 Hoe is het dan? Ik zal met mijn geest bidden, maar ik zal ook met mijn verstand bidden; ik zal met mijn geest lofzingen, maar ik zal ook met mijn verstand lofzingen. (TELOS)