Lucius
Lucius is een naam in het Nieuwe Testament die verwijst naar een of twee mannen.
Naam. De Griekse naam is λουκιος, Loukios. De klemtoon ligt op de eerste lettergreep. De naam is van Latijnse oorsprong en betekent "licht, helder, wit"[1]. Het strongnummer is G3066.
Lucius van Cyrene
In de gemeente te Antiochië was een profeet of leraar genaamd Lucius, afkomstig van Cyrene.
Hnd 13:1 Er waren nu in Antiochie, in de gemeente die daar was, profeten en leraars: Barnabas, Simeon, Niger geheten, Lucius van Cyrene, Manahen, de jeugdvriend van Herodes de viervorst, en Saulus. (Telos)
Misschien is hij dezelfde als de gelijknamige metgezel van de apostel Paulus.
Lucius de metgezel van Paulus
In zijn brief aan de heiligen in Rome zendt Paulus de groeten van zijn metgezel en bloedverwant Lucius.
Ro 16:21 U groeten Timotheus, mijn medearbeider, en Lucius, Jason en Socipater, mijn verwanten. (Telos)
Misschien is hij dezelfde als de eerstgenoemde Lucius van Cyrene[2]. Het is onwaarschijnlijk dat hij dezelfde is als de arts en metgezellen Lukas, omdat Paulus de laatste op meerdere plaatsen Loukas noemt (Col. 4:14; 2 Tim. 4:11; Filem. :24) en niet Loukios.