Macedonische Rijk

Uit Christipedia

Het Macedonische rijk (of Grieks-Macedonische rijk of Alexandrijnse rijk) is het rijk van de Macedonische koning Alexander de Grote (geb. 356 - overleden 323 v.C.) en diens opvolgers. Het grote rijk had een kort bestaan, van 334 - 301 v.Chr. In dit laatste jaar werd de splitsing in vier delen bezegeld. De term 'Macedonische rijk' wordt soms ook gebruikt voor de gezamenlijke rijken van Alexanders opvolgers. Het Grieks-Macedonische rijk volgde op het rijk van de Meden en de Perzen.

In het voorjaar van 334 v.Chr. begon Alexander de Grote vanuit de Macedonische stad Pella met een Macedonisch leger van 30.000 man en 5.100 ruiters aan zijn Perzische veldtocht. Hij veroverde in korte tijd het Perzische wereldrijk en voerde er de Griekse beschaving in.

Macedonische rijk van Alexander de Grote.

 

Alexanders rijk en veroveringstocht. Bij de routes staan jaartallen.

De opkomst van Alexanders rijk wordt door de profeet Daniël in een gezicht geschouwd (Dan. 8). In dit visioen wordt het rijk voorgesteld door een geitenbok met tussen zijn ogen een grote hoorn (= Alexander de Grote). De geitenbok stormt tegen een ram met twee horens en verdoet hem. De engel Gabriël verklaart aan Daniël:

Da 8:20 De ram met de twee horens die u gezien hebt, [dat] zijn de koningen van Medië en Perzië. Da 8:21 En de harige geitenbok is de koning van Griekenland, en de grote hoorn die tussen zijn ogen zat, dat is de eerste koning. (HSV)

Na de dood van Alexander de Grote in 323 v.Chr. werd zijn rijk in vieren gedeeld. In het gezicht van Daniël (Dan. 8) breekt de grote hoorn (= Alexander) af en komen er vier horens of koninkrijken voor in de plaats, die echter minder sterk zijn.

Da 8:21 En de harige geitenbok is de koning van Griekenland, en de grote hoorn die tussen zijn ogen zat, dat is de eerste koning. Da 8:22 En dat die afbrak en er vier voor in de plaats kwamen: vier koninkrijken zullen uit [dat] volk ontstaan, maar zonder de kracht ervan. (HSV)

Een engel openbaarde ook later aan Daniël:

Da 11:2 Nu zal ik u dan de waarheid bekendmaken. Zie, er zullen nog drie koningen in Perzië aan de macht komen, en de vierde zal grotere rijkdom verwerven dan alle [anderen]. Als hij sterk geworden is door zijn rijkdom, zal hij allen opzetten tegen het koninkrijk Griekenland. Da 11:3 Daarna zal er een machtige koning aan de macht komen, die met grote heerschappij zal heersen en zal handelen naar eigen goeddunken. Da 11:4 Zodra hij echter aan de macht komt, zal zijn koninkrijk verbroken worden en opgedeeld worden naar de vier [windstreken] van de hemel, maar niet voor zijn nakomelingen en niet overeenkomstig de heerschappij waarmee hij had geheerst, want zijn koninkrijk zal uiteengerukt worden en zal zijn voor anderen dan voor hen. (HSV)

De engel noemt de toekomstige Macedoniër Alexander de Grote „een machtige koning, die met grote heerschappij zal heersen en zal handelen naar eigen goeddunken” (Dan. 11:3). Hij stond op 129 jaar na de dood van de Perzische koning Xerxes, die in Dan. 11:2 ‘de vierde koning’ wordt genoemd. Het vierde vers in de Statenvertaling.

Da 11:4 En als hij zal staan, zal zijn rijk gebroken, en in de vier winden des hemels verdeeld worden, maar niet aan zijn nakomelingen, ook niet naar zijn heerschappij, waarmede hij heerste; want zijn rijk zal uitgerukt worden, en dat voor anderen, dan deze. (SV)

Als Alexander op het toppunt van zijn macht zal staan, zal terwijl hij op nog jeugdige leeftijd zonder wettige zonen sterft, zijn rijk gebroken, en in de vier winden des hemels verdeeld worden (vgl. Dan. 8:22), maar niet aan zijn nakomelingen zal de heersersstaf worden overgegeven, ook zal de macht van zijn opvolgers niet zijn naar zijn heerschappij, waarmee hij heerste; want zijn rijk zal even als een boom uit de aarde uitgerukt worden, en dat niet voor zijn lichamelijke nakomelingen, maar voor anderen, dan deze.

Bij zijn overlijden strekte Alexanders rijk zich in oost-westelijke richting zo'n 4000 km uit.

Alexander had vóór zijn (vroegtijdige) dood geen opvolger benoemd. Het was dus nu de vraag onder zijn veldheeren, wie van hen koning zijn zou. In eerste instantie werd er een soort staatsraad gevormd, bestaande uit de voornaamste generaals van Alexander, zijn moeder, zijn halfbroer Philippus Arrhidaeus en enkele raadgevers. Deze staatsraad moest de zaken waarnemen voor de beoogde opvolger Alexanders jonge zoon Alexander IV.

Al snel trokken de sterkste generaals de werkelijke macht naar zich toe. Deze generaals bekend als de "Diadochen" (= opvolgers), bevochten elkaar hevig. Hun conflicten kostte uiteindelijk ook velen in Alexanders omgeving het leven: zijn moeder Olympias, zijn vrouw Roxane (Perzisch: Rhoxane), zijn zoons Alexander IV en Heracles, zijn zus Cleopatra, zijn halfzus Eurydice, zijn halfbroer Philippus Arrhidaeus en de meeste van zijn hoogste officieren werden uiteindelijk vermoord als gevolg van samenzweringen en complotten of zij sneuvelden in een van de vele onderlinge veldslagen.

Na Alexanders dood waren er gedurende 22 jaren waren er vreselijke oorlogen, totdat in 301 v.C. door de laatste slag bij Ipsus de verdeling in vier Griekse rijken, het Macedonische, Thracische, Syrische en Egyptische werd vast gesteld. De 'opvolgers' (Diadochen) verdeelden het rijk zelfstandig onder elkaar.

  1. Seleucus werd koning over Mesopotamië, Syrië, Perzië en het huidige Afghanistan en Beloetsjistan;
  2. Ptolemaeus I Soter werd koning over Egypte en Palestina;
  3. Lysimachus werd koning over Thracië en West-Anatolië;
  4. Kassander werd koning over Macedonië en Griekenland.

De grote afstanden droegen, samen met het feit dat het in relatief korte tijd tot stand was gekomen, bij aan het snelle uiteenvallen van Alexanders rijk. In eerste instantie viel zijn rijk uiteen in vier delen. Na verdere ontwikkelingen bleven er drie en uiteindelijk twee over.

Kassander werd de opvolger van zijn vader Antipater, en kreeg Hellas. Ptolemaeus I Soter werd heer en meester over Egypte en een paar kleine staten in en rond de vruchtbare sikkel. Lysimachus, die door te groot protest niet veel macht over had moest genoegen nemen met Thracië en delen van Klein-Azië. Seleucus bezat de resten van het Perzische rijk.

Rond 275 v. Christus ziet het verdeelde rijk er zo uit:

De verdeling van het rijk van Alexander de Grote rond 275 v.Chr.

Het Grieks-Macedonische wereldrijk werd opgevolgd door het Romeinse wereldrijk.

Bron

Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Dan. 11:4. Hieruit is op 3 aug. 2013 tekst verwerkt.

Art. Alexander de Grote, Wikipedia.nl. Enige tekst hieruit is verwerkt op 9 aug. 2013.