Mattheüs 1: verschil tussen versies
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting |
k (Andere ordening van een deel van de tekst) |
||
Regel 24: | Regel 24: | ||
Het evangelie van Johannes begint met de woorden: "''Joh 1: 1 In het begin was het Woord; en het Woord was bij God, en het Woord was God. 2 Dit was in het begin bij God. 3 Alle dingen zijn door Hem geworden, en zonder Hem is niet een ding geworden dat geworden is."'' (Telos). Johannes vertelt dat de oorsprong van Jezus in de hemel ligt, voor de schepping van hemel en aarde. Johannes gaat veel verder terug. Mattheus daarentegen gaat niet verder terug dan Abraham. Johannes tekent de Heer Jezus als de ''zoon van God'', Mattheus tekent hem als ''de zoon van David, de Zoon van Abraham''. |
Het evangelie van Johannes begint met de woorden: "''Joh 1: 1 In het begin was het Woord; en het Woord was bij God, en het Woord was God. 2 Dit was in het begin bij God. 3 Alle dingen zijn door Hem geworden, en zonder Hem is niet een ding geworden dat geworden is."'' (Telos). Johannes vertelt dat de oorsprong van Jezus in de hemel ligt, voor de schepping van hemel en aarde. Johannes gaat veel verder terug. Mattheus daarentegen gaat niet verder terug dan Abraham. Johannes tekent de Heer Jezus als de ''zoon van God'', Mattheus tekent hem als ''de zoon van David, de Zoon van Abraham''. |
||
⚫ | |||
⚫ | |||
⚫ | |||
⚫ | |||
⚫ | [[Tamar]] was een Filistijnse vrouw (vgl. Gen. 38 en Gen 49:8-12; 1 Kron. 2:4)<ref>Aldus Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), ''Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht''. Boekencentrum, 1987. Commentaar bij Matth. 1:3 betreffende de vermelding van de eerste vier vrouwen. Onduidelijk is de grond waarop gesteld wordt dat Tamar een Filistijnse is. </ref>. [[Rachab]] was een Kanaänitische vrouw (vgl. Joz. 2 en Matth. 6:22-25). [[Ruth (persoon)|Ruth]] was een Moabitische (vgl. Ruth 1:4; 4:10; zie ook Gen 19). [[Batseba|Bathseba]] wordt door Mattheüs ‘de vrouw van Uria’ genoemd. Uria was een Hethiet (2 Sam. 11). Door de vermelding van deze heidense vrouwen en heidense man toont Mattheüs aan, dat God in zijn heilsplan een plaats heeft voor de heidenen. De Christus is niet alleen de Verlosser van Israël, Hij is de Heiland der wereld. |
||
== 16 == |
== 16 == |
||
Regel 46: | Regel 38: | ||
Opnieuw 'het kind en zijn moeder', niet 'zijn kind en zijn vrouw'. |
Opnieuw 'het kind en zijn moeder', niet 'zijn kind en zijn vrouw'. |
||
⚫ | |||
⚫ | |||
⚫ | |||
⚫ | |||
⚫ | [[Tamar]] was een Filistijnse vrouw (vgl. Gen. 38 en Gen 49:8-12; 1 Kron. 2:4)<ref>Aldus Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), ''Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht''. Boekencentrum, 1987. Commentaar bij Matth. 1:3 betreffende de vermelding van de eerste vier vrouwen. Onduidelijk is de grond waarop gesteld wordt dat Tamar een Filistijnse is. </ref>. [[Rachab]] was een Kanaänitische vrouw (vgl. Joz. 2 en Matth. 6:22-25). [[Ruth (persoon)|Ruth]] was een Moabitische (vgl. Ruth 1:4; 4:10; zie ook Gen 19). [[Batseba|Bathseba]] wordt door Mattheüs ‘de vrouw van Uria’ genoemd. Uria was een Hethiet (2 Sam. 11). Door de vermelding van deze heidense vrouwen en heidense man toont Mattheüs aan, dat God in zijn heilsplan een plaats heeft voor de heidenen. De Christus is niet alleen de Verlosser van Israël, Hij is de Heiland der wereld. |
||
== 17 == |
== 17 == |