Meester

Uit Christipedia

Een meester in het Nieuwe Testament is een leraar, leermeester, onderwijzer. De Heer Jezus is onze Meester. Een leerling van Hem verdient de titel van ‘leraar’ of ‘meester’ niet.

Joh 13:13 U noemt Mij Meester en Heer, en u zegt het terecht, want Ik ben het. Joh 13:14 Als dan Ik, de Heer en de Meester, uw voeten heb gewassen, dan behoort ook u elkaars voeten te wassen; (TELOS)

Het Griekse woord in de aangehaalde verzen is διδασκαλος, didaskalos, meervoud διδασκαλοι, didaskaloi. Het komt 40x voor in het Nieuwe Testament. In algemene zin in: Mt 10:24; Ro 2:20; 1Ti 2:7; 2Ti 1:11; 4:3; Heb 5:12; Jac. 3:1. Het is de Griekse vertaling van het Joodse ‘rabbi’, vgl. Joh 1:39; 20:16, en als zodanig de titel van de Joodse leraars en ook van onze Meester Jezus, Mt. 8:19; 17:24; 23:8; Mr 4:38; Lu 2:46; Joh 3:2, 10; 11:28; 13:13, 14 enz.

Ook wie in de vroege christelijke gemeente als leraar optrad, was een didaskolos, Hand. 13:1; 1Cor. 12:28, 29; Ef. 4:11. God heeft leraars (Gr. didaskaloi) aan de gemeente gegeven.

1Co 12:28 En God heeft sommigen in de gemeente gesteld: ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, vervolgens krachten, vervolgens genadegaven van genezingen, hulpbetoningen, besturingen, allerlei talen. 1Co 12:29 Zijn allen soms apostelen? Zijn allen soms profeten? Zijn allen soms leraars? Hebben allen soms krachten? (Telos)

Efe 4:11 En Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, anderen als profeten, anderen als evangelisten, anderen als herders en leraars, (Telos)

Hnd 13:1 Er waren nu in Antiochie, in de gemeente die daar was, profeten en leraars: Barnabas, Simeon, Niger geheten, Lucius van Cyrene, Manahen, de jeugdvriend van Herodes de viervorst, en Saulus. (Telos)

Een ander Grieks woord is ραββι, rabbi, de vertaling van het Hebreeuwse ‘rabbi’, een eretitel die in het Hebreeuws letterlijk ‘mijn grote’, ‘mijn meerdere’, betekent. Het komt 15x voor in het Nieuwe Testament. Zie Rabbi voor het hoofdartikel over dit woord.

De Schriftgeleerden en de Farizeeën liet zich graag ‘Rabbi’ noemen.

Mt 23:7 … en houden ervan zich door de mensen Rabbi te laten noemen. U echter, laat u niet Rabbi noemen; Mt 23:8 want een is uw Meester (Gr. didaskolos of kathegetes), en u bent allen broeders. (...) Mt 23:10 Laat u ook niet leermeesters (Gr. kathegetai) noemen, want een is uw Leermeester (Gr. kathegetes): de Christus. Mt 23:11 De grootste van u echter zal uw dienstknecht zij. (TELOS)

Het Griekse woord in 23:10 door ‘leermeester’ vertaald is καθηγητης, kathegetes, dat de betekenissen heeft van 1. gids en 2. leraar, opvoeder. Het komt van het werkwoord ηγεομαι, hegeomai, = ‘leiden’. Het Strongnummer is 2519. Het woord komt 2x in het Nieuwe Testament voor: Mt. 23:10. De Byzantijnse grondtekst echter heeft ook in Mt 23:8 ‘kathegetes’.

Een leerling van Christus moet in de omgang met medegelovigen de titel ‘leraar’ of ‘meester’ afwijzen, ook al is hij praktisch een leraar van medeleerlingen. Hij mag een leraar of meester worden genoemd, maar niet de titel dragen of zich daarmee laten aanspreken zoals de Schriftgeleerden en Farizeeën zich lieten welgevallen. Immers, de ware Leraar of Meester is onze Heer Jezus.

Bron

D. Harting, Grieks-Nederlands handwoordenboek op het Nieuwe Testament, onderdeel van de Online Bible (Importantia).