Een meetriet is een instrument voor het meten van kleine dingen (zoals een gebouw), terwijl een meetsnoer voor het meten van grote dingen (zoals een stuk land) wordt gebruikt. Synoniemen zijn: meetstok, meetlat, meetroede. Het woord meetriet komt in de Statenvertaling voor. Een riet is de lengte van één meetriet. 

Ezechiël ziet een engel die beide een meetriet en een meetsnoer (meetkoord) in de hand heeft:

Eze 40:3 Als Hij mij daarhenen gebracht had, ziet, zo was er een man, wiens gedaante was als de gedaante van koper; en in zijn hand was een linnen snoer, en een meetriet; en hij stond in de poort. (SV)

De meetriet van de engel was 6 x (gewone el + handbreedte) (Eze. 40:5) = 6 x (50 + 7,5 cm) = 345 cm bij benadering De hoogte en dikte van de ringmuur rond de nieuwe tempel zal zijn één riet:

Eze 40:5  En ziedaar een muur aan de buitenkant van het Huis rondom in het rond,- en in de hand van de man het meetriet van zes ellen van een el en een handbreedte; hij meet de breedte van het gebouwde: één riet, en hoever het oprijst, één riet. (Naardense Bijbel)