Naomi: verschil tussen versies

Uit Christipedia
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
'''Náomi''' was de vrouw van [[Elimélech]] van Bethlehem-Juda, de moeder van Machlon en Chiljon, en de schoonmoeder van Ruth en Orpa.
'''Náomi''' was de vrouw van [[Elimélech]] van Bethlehem-Juda, de moeder van Machlon en Chiljon, en de schoonmoeder van Ruth en Orpa.
[[Bestand:Alexandre-bida-the-exile-from-judah i-G-14-1457-AFBQ000Z.jpg|miniatuur|473x473px|Náomi vertrekt met haar gezin uit Bethlehem-Juda naar de velden van Moab.]]

Haar naam betekent 'mijn liefelijkheid, mijn schoonheid, mijn bekoorlijkheid'<ref name=":0">S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld.'' (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Elia. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler.</ref>, van het werkwoord naom = liefelijk, bekoorlijk zijn<ref name=":0" />. De Hebreeuwse naam is נעמי . Het Strongnummer is 05281. De naam komt 21x voor in de Bijbel, alleen in het boek Ruth.
Haar naam betekent 'mijn liefelijkheid, mijn schoonheid, mijn bekoorlijkheid'<ref name=":0">S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld.'' (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Elia. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler.</ref>, van het werkwoord naom = liefelijk, bekoorlijk zijn<ref name=":0" />. De Hebreeuwse naam is נעמי . Het Strongnummer is 05281. De naam komt 21x voor in de Bijbel, alleen in het boek Ruth.



Versie van 19 aug 2016 08:18

Náomi was de vrouw van Elimélech van Bethlehem-Juda, de moeder van Machlon en Chiljon, en de schoonmoeder van Ruth en Orpa.

Náomi vertrekt met haar gezin uit Bethlehem-Juda naar de velden van Moab.

Haar naam betekent 'mijn liefelijkheid, mijn schoonheid, mijn bekoorlijkheid'[1], van het werkwoord naom = liefelijk, bekoorlijk zijn[1]. De Hebreeuwse naam is נעמי . Het Strongnummer is 05281. De naam komt 21x voor in de Bijbel, alleen in het boek Ruth.

Naomi woonde met haar man en haar twee zonen in Bethlehem. Een hongersnood dwong hen naar het land van de Moabieten te verhuizen, waar Naomi's zonen met twee Moabietische meisjes Orpa en Ruth in het huwelijk traden. Toen haar echtgenoot en haar zonen, wier huwelijk niet met kinderen gezegend was, gestorven waren, 'besloot zij naar Bethlehem terug te keren, vergezeld door Ruth, die haar niet wilde verlaten. Dit alles en ook het verhaal van het huwelijk, tusschen Boaz en Ruth gesloten, wordt ons in het boek Ruth medegedeeld.

Bron

P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Naomi' is op 19 aug. 2016 verwerkt.

Voetnoot

  1. 1,0 1,1 S.J. van Ronkel, Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Elia. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler.