Nieuwe Bijbelvertaling (2004): verschil tussen versies

Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 37: Regel 37:
Het woord 'nog' in de NBV ontbreekt in de grondtekst. Het woord 'doods' is een minder goede vertaling dan 'leeg'. Bovendien is het woord 'doods' een vreemd woord voor het begin toen de dood nog niet in de wereld was gekomen. 
Het woord 'nog' in de NBV ontbreekt in de grondtekst. Het woord 'doods' is een minder goede vertaling dan 'leeg'. Bovendien is het woord 'doods' een vreemd woord voor het begin toen de dood nog niet in de wereld was gekomen. 


In Ex. 10:26 wordt een Hebreeuwse stijlfiguur, waarin een deel (hoef) een geheel (dier) aanduidt, onnodig wégvertaald. In het Nederlands kennen wij een dergelijke stijlfiguur ook bijvoorbeeld "de neuzen (= aanwezige personen) tellen" en "zoveel hoofden (= personen), zoveel zinnen".<ref>Jaap van Dorp, In gesprek over de NBV-revisie in Hardenburg, in: ''Dichterbij'', NBG-nieuwsbrief, juni 2018.</ref>
NBG51 Ex 10:26 maar ook moet ons vee met ons meegaan, zonder dat er een <u>hoef</u> ontbreekt,
GSV Ex 10:26 en ons vee zal ook met ons meegaan. Geen <u>hoef</u> zal achterblijven,
NBV Ex 10:26 dan nog moet ons eigen vee mee-geen enkel <u>dier</u> mag er achterblijven-
De NBV heeft in De 18:15 het meervoud 'profeten', terwijl de grondtekst enkelvoud heeft en ook het Nieuwe Testament naar dat vers met 'profeet' in het enkelvoud verwijst.
De NBV heeft in De 18:15 het meervoud 'profeten', terwijl de grondtekst enkelvoud heeft en ook het Nieuwe Testament naar dat vers met 'profeet' in het enkelvoud verwijst.
''De 18:15 (NBV) Hij zal in uw midden profeten laten opstaan, <u>profeten</u> zoals ik. Naar hen moet u luisteren. ''
''De 18:15 (NBV) Hij zal in uw midden profeten laten opstaan, <u>profeten</u> zoals ik. Naar hen moet u luisteren. ''
Regel 46: Regel 50:
Die ene profeet is onze Heer Jezus Christus, van wie Mozes in zijn geschriften gesproken heeft.
Die ene profeet is onze Heer Jezus Christus, van wie Mozes in zijn geschriften gesproken heeft.


In Ruth 3:9 is de gedachte van onder vleugels komen niet vertaald. In Ruth 2:12 en 3:9 wordt het Hebreeuwse woord "kanaph" voor vleugel gebruikt.
NBG51 Ru 2:12 De HERE vergelde u uw daad, en uw loon valle u onverkort ten deel van de HERE, de God van Israel, onder wiens <u>vleugelen</u> gij zijt komen schuilen.
NBG51 Ru 3:9 En hij vroeg: Wie zijt gij? Zij antwoordde: Ik ben Ruth, uw dienstmaagd: spreid uw <u>vleugel</u> uit over uw dienstmaagd, want gij zijt de losser.
NBV Ru 2:12 Moge de HEER je daarvoor rijkelijk belonen-de HEER, de God van Israël, onder wiens <u>vleugels</u> je een toevlucht hebt gezocht.’
NBV Ru 3:9 ‘Wie is daar?’ vroeg hij. ‘Ik ben het, Ruth, ‘zei ze. ‘Wilt u mij bij u nemen, want u kunt voor ons als losser optreden.’
Een ander vertaalvoorbeeld. In Jesaja 9:6 is sprake van 'Wonderbare Raadsman, Sterke God'. Dit vers heeft ook betrekking op de Heer Jezus. De NBV vertaalt echter 'Wonderbare Raadsman, Goddelijke held'. Goddelijke held is niet alleen onzuiver vertaald, maar ook een afzwakking. 
Een ander vertaalvoorbeeld. In Jesaja 9:6 is sprake van 'Wonderbare Raadsman, Sterke God'. Dit vers heeft ook betrekking op de Heer Jezus. De NBV vertaalt echter 'Wonderbare Raadsman, Goddelijke held'. Goddelijke held is niet alleen onzuiver vertaald, maar ook een afzwakking.