Ongezuurde Broden (feest)

Uit Christipedia

Ongezuurde Broden is een hoogtijd en feest van de HEER met zijn volk Israël in de maand Abib, de lentemaand waarin de Israëlieten uit het diensthuis van Egypte waren getrokken. De Israëlieten moesten op de dag na Pasen, het zuurdeeg uit hun huizen verwijderen en zeven dagen lang ongezuurde broden eten. Ongezuurde Broden spreekt zinnebeeldig van een rein en heilig leven, waarin men zich geestelijk voedt met het 'brood van het leven' (= de Zoon van God).

Synoniemen zijn: Ongegiste Broden, Ongedesemde Broden, Ongehevelde Broden, Matsesfeest.  

Hebreeuws. 'Feest der ongezuurde broden' is in het Hebreeuws 'Chag HaMatsot' (ook gespeld 'Chag HaMatzot'). Het Hebreeuwse woord voor ongezuurd brood is matsa, meervoud matsot. Jiddisch: matse (enkelvoud), matses (meervoud). Vandaar ook 'matsesfeest'.

Hoogtijd van God. Ongezuurde Broden is een van Zijn hoogtijden die God heeft ingesteld door de dienst van Mozes. Het is Zijn hoogtijd.

Le 23:2 Spreek tot de kinderen Israëls, en zeg tot hen: De gezette hoogtijden des HEEREN, welke gijlieden uitroepen zult, zullen heilige samenroepingen zijn; deze zijn Mijn gezette hoogtijden. (...) Le 23:4 Deze zijn de gezette hoogtijden des HEEREN, de heilige samenroepingen, welke gij uitroepen zult op hun gezetten tijd. (...) Le 23:6 En op den vijftienden dag der derzelver maand is het feest van de ongezuurde [broden] des HEEREN; zeven dagen zult gij ongezuurde [broden] eten. (SV)

Data. Het feest werd gehouden van de 15e tot de 21e dag van de Hebreeuwse maand Abib. Bij ons valt dat ongeveer in de eerste week van april.

Ex 34:18 Het feest der ongezuurde [broden] zult gij houden; zeven dagen zult gij ongezuurde [broden] eten, gelijk Ik u geboden heb, ter gezetter tijd der maand Abib; want in de maand Abib zijt gij uit Egypte uitgegaan. (SV)

Zeven dagen lang aten de Israëlieten ongezuurde broden. Waarom in de maand Abib? Omdat in deze maand de Israëlieten uit Egypte waren getrokken (Ex. 23:15; 34:18).

Ex 34:18  Het feest der ongezuurde [broden] zult gij houden; zeven dagen zult gij ongezuurde [broden] eten, gelijk Ik u geboden heb, ter gezetter tijd der maand Abib; want in de maand Abib zijt gij uit Egypte uitgegaan. (SV)

Aansluitend op Pasen. Ongegiste Broden volgde onmiddellijk op Pasen, dat op 14 Abib werd gevierd.

Pelgrimsfeest. Ongezuurde Broden is één van de drie jaarlijkse feesten waarvoor alle mannelijke Israëlieten moesten opgaan naar Jeruzalem en verschijnen voor Gods aangezicht (Ex. 23:12v). → Pelgrimsfeesten.

Aanleiding. De aanleiding was de uittocht van het volk Israël uit Egypte op 15 Abib. Het doel van de viering was gedachtenis: in herinnering houden dat God het volk uit het diensthuis Egypte had geleid, waar Israël verdrukking geleden had. De ongezuurde broden worden daarom ‘brood der ellende’ (‘brood der verdrukking’) genoemd.

Ex 12:17 Neem dan [het feest van] de ongezuurde [broden] in acht, want op deze zelfde dag zal Ik uw legers uit het land Egypte geleid hebben. Daarom moet u deze dag in acht nemen als een eeuwige verordening, [al] uw generaties door. (HSV)

Eerste dag. Op de eerste dag van het zevendaagse feest moest al het zuurdeeg uit de huizen worden verwijderd, ja, zelfs uit het land (Deut. 16:4). Ook was er die dag een 'heilige samenroeping' (samenkomst, vergadering). Men mocht geen arbeid verrichten, het was een rustdag; een maaltijd mocht men wel bereiden.

Le 23:7 Op den eersten dag zult gij een heilige samenroeping hebben; geen dienstwerk zult gij doen. (SV)

Ongezuurde broden. Brood is het hoofdbestanddeel van het voedsel van de Israëliet. Op elk van de zeven dagen werden ongezuurde broden gegeten. Er mocht niets gegeten worden dat gedesemd is (Ex. 12:20). Wie toch het gezuurde at, moest worden uitgeroeid (Ex. 12:15, 19).

Brandoffer. De Israëliet mocht niet met lege handen voor Gods aangezicht verschijnen (Ex. 23:15), hij moest een offergave brengen. Dagelijks moest een vuuroffer ten brandoffer tot een liefelijke reuk (Num. 28:14) worden gebracht.

Le 23:8 Zeven dagen [lang] moet U de HEERE een vuuroffer aanbieden. (...) (HSV)

Het brandoffer bestond uit (Num. 28:19v):

  • 2 gave jonge varren + voor elke var een spijsoffer van 3/10 (drietiende) efa meelbloem, met olie gemengd + drankoffer
  • 1 gave ram + met een spijsoffer van 2/10 efa meelbloem, met olie gemengd + drankoffer
  • 7 gave eenjarige lammeren + voor elk lam een spijsoffer van 1/10 efa meelbloem, met olie gemengd + drankoffer

Eerstelingsgarve. Op de dag na de sabbat van het begin van Ongezuurde Broden was de eendaagse hoogtijd van het feest van de eerstelingsgarve. Op deze feestdag, die binnen de feestperiode van de Ongezuurde Broden viel, moesten de Israëlieten door de dienst van een priester een schoof met eerstelingen (van de gersteoogst) als beweegoffer aan God, de Eigenaar van het land en de Gever van de oogst, aanbieden.

Zevende dag. Op de zevende en laatste dag van het feest was wederom een heilige samenroeping of vergadering en mocht er geen arbeid worden verricht.

Le 23:8 Zeven dagen [lang] moet U de HEERE een vuuroffer aanbieden. Op de zevende dag is er dan een heilige samenkomst. Geen enkel dienstwerk mag u [dan] doen. (HSV)

Ongezuurde Broden (15—21 abib)

Altoosdurend. Het feest is een altoosdurende inzetting voor de Israëlieten (Ex. 12:17). Oók in het toekomstige messiaanse vrederijk zal het feest worden gevierd (Ez. 45:21-23).

Zinnebeeldige betekenis

Op de verschoning en verlossing, gegrond op het bloed van het geslachte Lam, volgt de praktische heiliging: afleggen van het kwaad, wegdoen wat verkeerd is, en zich voeden met Christus, het ongezuurde (= reine, zuivere) brood des Levens. Zoals Pasen en Ongezuurde Broden onlosmakelijk verbonden waren, zo horen ook de verlossing en de heiliging bij elkaar.

In de Schrift is zuurdeeg een zinnebeeld van aantastende zonde, bij voorbeeld in 1 Cor. 5:6v.

1Co 5:6 Uw roemen is niet goed. Weet u niet, dat een beetje zuurdeeg het hele deeg doorzuurt? 1Co 5:7 Zuivert het oude zuurdeeg uit, opdat u een nieuw deeg bent; u bent immers ongezuurd. Want ook ons pascha, Christus, is geslacht. 1Co 5:8 Laten wij daarom feestvieren, niet met oud zuurdeeg, ook niet met zuurdeeg van slechtheid en boosheid, maar met ongezuurde broden van oprechtheid en waarheid. 1Co 5:9 Ik heb u in de brief geschreven, dat u geen omgang moet hebben met hoereerders; (TELOS)

Welbeschouwd is er maar Eén werkelijk in figuurlijke zin ongezuurd, d.i. zuiver en rein: Jezus Christus'. Bij Hem was geen korreltje zuurdeeg van huichelarij, noch zuurdeeg van verkeerde leer, noch zuurdeeg van een verkeerde wandel. In alles was Hij ongezuurd. Het spijsoffer, een zinnebeeld van zijn volkomen menselijke leven, mocht geen zuurdeeg bevatten (op één uitzondering na, zie Lev. 23:17).

Op de eerste dag moest het zuurdeeg uit de huizen worden weggedaan en was er een heilige samenroeping van Gods volk. Ons nieuwe leven begint met een persoonlijke ontmoeting met de Heer Jezus: bekering tot Hem en geloof in Hem.

Vaak ligt in de zinnebeeldige uitleg van het feest de nadruk op het wegdoen van het kwaad. Evenwel, tegenover de ene dag waarop het zuurdeeg moest worden verwijderd, staan zeven dagen waarop ongezuurd brood gegeten moest worden. Het eten is minstens zo belangrijk als het verwijderen en neemt meer tijd.

Het feest duurde zeven dagen. Zeven is het getal van volkomenheid. Zeven dagen symboliseren een volledige periode. Nadat we geschuild hebben achter het bloed van het Lam, ons afgekeerd hebben van het kwade en ons gewend hebben tot God, is het nodig ons hele leven lang heilig te leven en zuiver geestelijk voedsel tot ons te nemen.

Op één van die zeven dagen, daags na de sabbat, dus op onze zondag, was het feest van de eerstelingsgarve, die spreekt van de opstanding van Jezus Christus uit de doden op de eerste dag van de week, het begin van een nieuw leven.

Romeinen 6:4  Wij zijn dan met Hem begraven door de doop tot de dood, opdat, zoals Christus uit de doden is opgewekt door de heerlijkheid van de Vader, zo ook wij in nieuwheid van leven zouden wandelen. (TELOS)

Op de zevende dag, de laatste dag van Ongezuurde Broden was wederom een heilige samenroeping. Wanneer de Heer Jezus terugkomt en het aardse verblijf van Zijn Gemeente eindigt, worden wij bijeenvergaderd tot hem (2 Th 2:1). Ook wanneer onze persoonlijke aardse loopbaan eindigt en wij overlijden, gaan wij tot Hem, want bij Hem te zijn is verreweg het beste (Filp 1:23).

De hoogtijd van de Ongezuurde Broden is een feest van de Heer. Wanneer wij ons afzonderen van het kwaad, het verkeerde wegdoen, en het ongezuurde brood (=Christus) eten, het brood van oprechtheid en waarheid, leven met de Verrezen Heer, dan is dat een vreugde voor onze God en krijgt Christus Jezus in ons gestalte. En waar God geniet, geniet ook de gelovige.

Bronnen

Onder andere:

Meer informatie

R. Been, De feesten des Heren in Israël. Apeldoorn: Medema, 1979, 4e druk. ISBN: 9063530226