Ontferming

Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 27 jun 2018 om 09:24 (Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Ontferming''' is meegevoel met het lijden van een ander dat beweegt om de ander te helpen, zijn lijden te verminderen. '''Verwante begrippen'''. Inhoudelijk ve...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Ontferming is meegevoel met het lijden van een ander dat beweegt om de ander te helpen, zijn lijden te verminderen.

Verwante begrippen. Inhoudelijk verwant zijn de begrippen deernis, erbarming, mededogen en medelijden. Ontferming en deze begrippen geven alle het gevoel weer, dat door het lijden van een ander bij ons wordt opgewekt. Medelijden, mededogen en deernis geven te kennen, dat het lijden van anderen ons gevoelig aandoet of treft. Bij erbarming en ontferming denkt men aan een meerdere, die in staat is om degene, met wie hij deernis of medelijden voelt, te helpen.

In medelijden en mededogen geeft het eerste lid, mede, te kennen dat men met den ongelukkige voelt, lijdt of smart ondervindt. Deernis geeft eigenlijk alleen het leedgevoel, het leedwezen over het ongeluk van een ander te kennen, doch is ongeveer hetzelfde als medelijden; het wordt echter bijna alleen gebezigd in de hogere stijl.

Wie deernis gevoelt kan geheel lijdelijk blijven, ontferming en erbarming daarentegen onderstellen het aanwenden van een poging tot leniging van de smart. Een kind dat door zijn vertoornde vader gekastijd wordt, roept zijn ontferming in. d. i. smeekt hem, zich door zijn lijden te laten vertederen, en er de oorzaak van te doen ophouden. Gelijk uit dit voorbeeld blijkt, wordt ontferming bij voorkeur gebezigd van een medegevoel, dat niet bij de eerste aanblik ontstaat, maar eerst langzamerhand wordt opgewekt.

God. God is "de Vader der ontfermingen" (2 Cor. 1:3). De apostel Paulus, wie veel lijden is overkomen (2 Cor. 1:7v), schreef:

2Co 1:3 Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, de Vader der ontfermingen en de God van alle vertroosting, 2Co 1:4 die ons vertroost in al onze verdrukking, opdat wij hen kunnen vertroosten die in allerlei verdrukking zijn, door de vertroosting waarmee wijzelf door God vertroost worden. (TELOS)

De barmhartige Samaritaan.

Mensen met ontferming. Ontferming is meer dan een gevoel voor het lijden van iemand anders, is meer dan medelijden. Een voorbeeld in de Bijbel is te vinden in Lucas 10:30v, waar sprake is van een slachtoffer van een roofoverval. Een man, door rovers geslagen en beroofd, wordt halfdood langs de weg achtergelaten. Een priester en later een leviet zien hem liggen en gaan aan de overkant voorbij. Mogelijk hadden ze wel enig menselijk meegevoel, maar waren er redenen om niet te helpen. Dan komt een derde persoon:

Lukas 10:33 Een Samaritaan echter, die op reis was, kwam bij hem en toen hij hem zag, werd hij met ontferming bewogen. Lukas 10:34 En hij ging naar hem toe, verbond zijn wonden, terwijl hij daar olie en wijn op goot, zette hem op zijn eigen rijdier, bracht hem naar een herberg en verzorgde hem. Lukas 10:35 En de volgende dag haalde hij twee denaren tevoorschijn, gaf ze aan de herbergier en zei: Verzorg hem, en wat u meer ten koste mocht leggen, zal ik u vergoeden wanneer ik terugkom. (TELOS)

De Samaritaan had medelijden èn kwam te hulp. Het bleef niet bij een gevoel voor het lijden van het slachtoffer.

Bron

Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908) s.v. Deernis — erbarming — mededoogen — medelijden — ontferming.