Ontzondigen
Ontzondigen is van zonde reinigen.
Koning David, die overspel had gepleegd en daarover door de profeet Nathan bestraft was, bad God om (als het ware) met hysop ontzondigd te worden.
Ps 51:7 Ontzondig mij met hysop, dan ben ik rein, was mij, dan ben ik witter dan sneeuw; (SV)
Met hysop gedoopt in bloed, had Mozes het volk Israël besprenkeld, Heb. 9:19. De toekomstige tempel, die Ezechiël beschrijft, zal ontzondigd worden.
Eze 45:18 Alzo zegt de Heere HEERE: In de eerste [maand], op den eersten der maand, zult gij een volkomen var, een jong rund, nemen; en gij zult het heiligdom ontzondigen. (SV)
Vergelijk hetzelfde vers in de Statenvertaling:
Eze 45:18 Zo zegt de Heere HEERE: In de eerste [maand], op de eerste van de maand, moet u een jonge stier zonder enig gebrek - het jong van een rund - nemen. Zo moet u het heiligdom van zonde reinigen. (HSV)