Oorzaak

Uit Christipedia

Een oorzaak is datgene waardoor iets gebeurt. Om in een gebeuren het verschil aan te geven tussen de werkzaamheid van God en die der mensen, is de onderscheiding van eerste en tweede oorzaak ingevoerd.

Eerste oorzaak. Een eerste oorzaak is een onveroorzaakt zijnde die geldt als de directe of indirecte oorzaak van al het andere dat er is. Van alle geschieden is God de eerste oorzaak. Alle kracht in de schepping is van Hem. Alle substantie is door Hem geschapen en blijft bestaan door Hem. Al wat geworden is, zegt de Schrift (Joh. 1) is door Hem, het Woord (= de Zoon van God), geworden, en zonder Hem is niets geworden dat geworden is. God laat alles gebeuren overeenkomstig Zijn raad.

Tweede oorzaak. De onderscheiding van eerste en tweede oorzaak is in de Christelijke wijsbegeerte en godgeleerdheid aanvaard. Vooral in de leer van de voorzienigheid is deze onderscheiding van grote betekenis.

Het verband tussen de eerste en de tweede oorzaak is ons, wegens de beperktheid van onze menselijke kennis, niet zo helder, dat we dit geheel doorzien.

'Buitenwereldse oorzaak'. Omdat God boven de schepping staat en geen deel is van de geschapen wereld, wordt Hij ook wel 'buitenwereldse oorzaak' genoemd. Daarbij moet men bedenken dat 'buiten' niet verkeerd begrepen moet worden, aangezien God overal in de wereld tegenwoordig is en overal werkt. Bovendien mogen wij niet alle werkingen van de geschapen dingen slechts aan God als de buitenwereldse oorzaak toeschrijven, want de geschapen dingen zelf ook wat doen, al komt hetgeen zij doen ook ten slotte van die buitenwereldse oorzaak of wordt door deze mogelijk gemaakt.

Middellijke oorzaak. Een middellijke oorzaak is een middel dat tot oorzaak dient en in dienst staat van een levend wezen. Middellijke oorzaken dienen God, de Oorzaak, in het uitvoeren van Zijn oordelen.

Oorzaak en toelating. Wij maken verder een onderscheid tussen oorzaak en toelating. In het oosterse denken wordt dit onderscheid niet gemaakt[1]. Als God iets toelaat, is hij oorzaak. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het volgende Schriftgedeelte, dat voor verwarring heeft gezorgd.

Eze 20:24 omdat zij Mijn bepalingen niet uitgevoerd hadden, Mijn verordeningen verworpen hadden en Mijn sabbatten ontheiligd hadden, zodat hun ogen de stinkgoden van hun vaderen volgden. Eze 20:25 Toen heb Ik hun ook verordeningen gegeven die niet goed waren, en bepalingen waardoor zij niet leven zouden. Eze 20:26 Ik verontreinigde hen door hun [eigen] geschenken, doordat zij alles wat de baarmoeder opent [door] het [vuur] lieten gaan, opdat Ik hen verwoesten zou, zodat zij zouden weten dat Ik de HEERE ben. (HSV)

God gaf verordeningen die niet goed waren, nadat het volk Zijn verordeningen had verworpen. Hoe kan dat? Met die verkeerde verordeningen worden niet de voorschriften van Mozes bedoeld. God liet toe, dat heidense gebruiken, bijvoorbeeld de dienst van kinderoffers aan de afgod Moloch, bij het Israëlietische volk werden ingevoerd of bleven voortbestaan. Bij het ontstaan van tegennatuurlijke seksuele omgang en andere zonden is God een oorzaak, d.w.z. Hij geeft mensen over aan het kwaad, Hij laat het gebeuren. Hij geeft de mensen eraan over, omdat ze de afgoden hebben gediend.

Ro 1:22 Bewerend wijzen te zijn, zijn zij dwaas geworden Ro 1:23 en hebben de heerlijkheid van de onvergankelijke God vervangen door iets dat lijkt op het beeld van een vergankelijk mens, van vogels, van viervoetige en van kruipende dieren. Ro 1:24 Daarom heeft God hen in de begeerten van hun harten overgegeven aan onreinheid, om hun lichamen onder elkaar te onteren; Ro 1:25 zij die de waarheid van God vervangen hebben door de leugen en het schepsel geeerd en gediend hebben boven de Schepper, die gezegend is tot in eeuwigheid. Amen. Ro 1:26 Daarom heeft God hen overgegeven aan onterende hartstochten; want ook hun vrouwen hebben de natuurlijke omgang vervangen door de tegennatuurlijke; Ro 1:28 En daar het hun niet goeddacht God te erkennen, heeft God hen overgegeven aan een verkeerd denken, om dingen te doen die niet betamen; (TELOS)

Bron

Christelijke Encyclopaedie voor het Nederlandsche Volk (Kampen: Kok, 1925-1931) s.v. Oorzaak (tweede). Hieruit is tekst genomen op 26 mei 2012.

Voetnoot

  1. Aldus de aantekening in de vertaling van Petrus Canisius bij Ezech. 20:25.