Oude

Uit Christipedia


Een oude is een oude man of vrouw.

Enkele Schriftplaatsen die over oude(n) gaan:

  • Lev. 19:32 de oude eren
  • Spr. 23:22 veracht uw oude moeder niet
  • Dan. 7:9 God de Oude van Dagen
  • 1 Tim. 5:1-2 ouderen als vaders resp. moeders bejegenen
  • Flm 1:9-10 Paulus een oud man
  • 1 Pe 5:5 jongeren aan de ouderen onderdanig

‘Ouden van dagen’ of ‘senioren’ zijn bejaarde personen. ‘De ouden’ kan slaan op de volken van de oudheid. In het bijzonder verwijst de uitdrukking dan naar de Grieken en Romeinen.

In het Oude Testament wordt God ‘de Oude van dagen’ genoemd, Dan. 7:9.

Paulus noemt zich in de brief aan Filemon ‘een oud man’.

Flm 1:9 doe ik ter wille van de liefde liever een beroep op u, daar het zo met mij is dat ik, Paulus, een oud man ben, en nu ook een gevangene van Christus Jezus. Flm 1:10 Ik doe een beroep op u aangaande mijn kind dat ik in mijn gevangenschap heb verwekt, Onesimus, (TELOS)

Houding tegenover ouden

We hebben de oude te eren.

Le 19:32 Voor een grijs hoofd zult gij opstaan en den oude eren; en gij zult vrezen voor uwen God; want Ik ben de Heer. (HSV)

Spr 23:22 Hoor naar uw vader, die u gewonnen heeft; en veracht uw moeder niet, als zij oud geworden is. (SV)

De jongeren hebben aan de ouderen onderdanig te zijn.

1Pe 5:5 Evenzo, jongeren, wees aan de ouderen onderdanig; en wees allen elkaar onderdanig. Wees met nederigheid bekleed, want God keert Zich tegen de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade. 1Pe 5:6 Verneder u dan onder de krachtige hand van God, opdat Hij u op Zijn tijd verhoogt. (HSV)

Een oudere man die iets verkeerds doet, mag niet hard worden aangepakt. Hij moet als een vader met achting bejegend worden.

1Ti 5:1 Pak een oudere man niet hard aan, maar vermaan hem als een vader, de jongeren als broers; 1Ti 5:2 de oudere vrouwen als moeders; de jongere als zusters, in alle reinheid (TELOS)

De Statenvertaling heeft “Bestraf een oude man niet hardelijk”; de Herziene Statenvertaling heeft “Vaar niet uit tegen een oude man”; de NBG51-vertaling heeft “Word niet heftig tegen een oude man”; de Willibrord95-vertaling heeft “Tegen een oudere man mag u niet uitvallen”; de Nieuwe Bijbelvertaling (2004) heeft “Ga niet tekeer tegen een oude man”; Naardense vertaling: “Tegen een oudere man moet je niet uitvallen”.

Het Griekse werkwoord, dat in het Nieuwe Testament alleen hier wordt gebruikt, is epiplesso. Het betekent eigenlijk ‘erop slaan’ en is hier figuurlijk gebezigd van ‘slaan’ met woorden, met de mond uitvallen tegen iemand, hard bestraffen, met woorden kastijden. “Het Griekse woord betekent eigenlijk ‘iemand met woorden slaan’”, zeggen de Kanttekenaren.

Matthew Henry (1662-1714) zegt in zijn commentaar: “Wees zeer teder in het bestraffen van een man, ouder in jaren of ouder in dienst. Men moet eerbied hebben voor hun leeftijd en plaats, en daarom moeten zij niet scherpelijk of meesterachtig bestraft worden. Timotheus, ofschoon een evangelist, moest hen als vaders behandelen, want dat zou de meeste kans bieden om invloed op hen te hebben en hen te winnen. (…) De oude vrouwen moesten, zo het nodig bleek, als moeders bestraft worden.”

Een ‘harde aanpak’ kan volgens Karl August Dächsel (1818-1901) bestaan in het spreken van ‘toornige woorden’: “Bestraf een oude man in de gemeente, als hij enige verkeerdheid doet, niet hard, niet met toornige woorden, maar vermaan hem als een vader (Lev.19:32);  vermaan de jongen evenmin met harde woorden, maar als broeders.” [1]

Herman Voorhoeve (1837-1901) zegt in zijn commentaar: “Moet een oude man of een oude vrouw worden vermaand, zo bedenke men wel, dat het oude mensen zijn, die om hun jaren achting en eerbied verdienen; daarom moeten zij als vaders en moeders, en derhalve in alle zachtmoedigheid en met alle bescheidenheid worden vermaand. Met de jonge mannen staat het enigszins anders; deze kan men vrijer behandelen, gelijk men zijn eigen broeder zou vermanen.”

Behandel medegelovigen, jong of oud, zoals je gezinsgenoten naar positie, geslacht en ouderdom zou doen.

Voorbeeld

De ouden zijn een voorbeeld, goed of slecht, voor jongeren. Een spreekwoord zegt: “zo de ouden zongen, piepen de jongen”, d.w.z. het voorbeeld van volwassenen wordt door hun (of de) kinderen gevolgd.

Bron

Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal (13e uitgave), digitale versie, jaar 2000.

Voetnoten

  1. Karl August Dächsel; F.P.L.C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel of De Geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe testament (volgens de Staten-overzetting)(Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op 1 Tim. 5:1.