Overste

Uit Christipedia

Overste wordt in de Bijbel als naamwoord én op zich zelf staand én in vereniging met andere namen, zowel van burgerlijke als kerkelijke of militaire overheid gebezigd.

Woord. Het Griekse woord is αρχων, archon. Het strongnummer is G758. Het is het tegenwoordig deelwoord van het werkwoord αρχω, archo = voornaamste zijn, leiden, besturen. Archon heeft dan ook deze betekenissen: bestuurder, commandant, hoofd, leider, aanvoerder.[1] Van een aanvoerder is sprake in Exod. 2: 14; 22: 28, Hand. 7: 27.

Een overste (Gr. archon) kwam Jezus vragen om zijn zojuist gestorven dochter levend te maken.

Mt 9:18 Terwijl Hij deze dingen tot hen sprak, zie, een overste kwam, huldigde Hem en zei: Mijn dochter is zojuist gestorven; maar kom en leg uw hand op haar, en zij zal leven. (Telos)

Uit het zinsverband van dit vers valt niet op te maken om wat voor overste het ging. Doch uit Marc. 5 en Luk. 8 weten wij dat het de overste (hoofd, bestuurder) van een synagoge was.

Soorten oversten

a. De hoogste waardigheid als overheid had de viervorst, tetrarch (Matth. 14: 1), de stadsoverste, politarch (Hand. 17:6 , 8), de landvoogd, ethnarch van koning Aretas (2 Kor. 11: 32). Desgelijks 1 Petr. 2: 14.

1Pe 2:13 Weest aan elke menselijke instelling onderdanig om ‘s Heren wil; hetzij aan een koning als hoogste, 1Pe 2:14 hetzij aan stadhouders als door hem gezonden tot bestraffing van boosdoeners, maar tot lof van hen die goeddoen. (TELOS)

b. De hoofden van de scholen, synagogen (Mark. 5: 22. Luk. 8: 41), Jaïrus (Luk. 13: 14); de hoofden van de Joodse sekten (Luk. 14: 1; 23: 13); de medeleden van de hoge raad in Jeruzalem (Luk. 24: 20. Joh. 3: 1).

c. Bevelhebbers over honderd, hekatontarch (Gr. hekatontarchos, Lat. centurio)), en over duizend, chiliarch (Gr. chiliarchos), de laatste is de Romeinse tribuun (Lat. tribunus); over het leger, stratopedarch.

De overste van de legerafdeling genoemd in Hand. 21:31 is een chiliarch. Deze nam 'hoofdlieden' mee, dat is bevelhebbers over honderd soldaten.

Hnd 21:31 En terwijl zij hem trachtten te doden, werd aan de overste van de legerafdeling gemeld dat heel Jeruzalem in verwarring was; Hnd 21:32 deze nam onmiddellijk soldaten en hoofdlieden met zich mee en liep snel op hen af. Toen zij nu de overste en de soldaten zagen, hielden zij op Paulus te slaan. (TELOS)

Vergelijk de Nieuwe Bijbelvertaling (2004):

Hnd 21:31 Terwijl de menigte probeerde hem te vermoorden, ontving de tribuun van de in Jeruzalem gelegerde cohort bericht dat er grote opschudding was ontstaan in de stad. Hnd 21:32 Meteen verzamelde hij een groep soldaten en centurio’s en haastte zich de trappen af naar de tempel. Toen de Joden de tribuun met zijn soldaten zagen naderen, hielden ze op Paulus te slaan.

d. Een geestelijke en burgerlijke waardigheid tevens hadden de asiarchen, oversten Azië (Hand. 19: 31), die door alle steden van de provincie Azië gekozen, het opzichtig over de gemeenschappelijke tempel te Efeze en de daarbij gevierde spelen hadden en na de Romeinse proconsul de hoogste rang bekleedden.

Bron

H. Zeller, Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk. Tweede deel K - Z. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1872) s.v. Overste. De tekst van dit lemma is op 22 juni 2018 verwerkt.

  1. Grieks-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.