Patriarch
Patriarch is een woord twee betekenissen: 1. aartsvader, stamvader; 2 hoge waardigheid in de rooms-katholieke en Grieks-katholieke kerk[1].
In de kerkhistorische periode van de Grieks-Romeinse rijkskerk (325-590) waren er vijf patriarchen, ambtsdragers die boven alle anderen stonden. In het Oosten waren de patriarchen van Constantinopel en Alexandrië de voornaamste, maar het duurde niet lang of de patriarch van Constantinopel kwam op de voorgrond te staan. In het Westen verkreeg de patriarch van Rome de eerste plaats.
Zodoende kwamen deze beide patriarchen tegenover elkander te staan. Rome had veel voor. Daar waren de graven van Paulus en Petrus, en volgens de overlevering was Petrus daar de eerste bisschop geweest; maar Constantinopel had voor, dat daar het keizerlijke hof was. Daarbij kwam, dat Rome altoos zeer rechtzinnig was op de conciliën, terwijl Constantinopel meer dan eens afwijkende gevoelens koesterde. Dat alles veroorzaakte, dat Rome langzamerhand de kerkelijke leiding nam en de weg gebaand werd tot de pauselijke stoel.
Meer informatie
Patriarch, nl.wikipedia.org.
Patriarch, de.wikipedia.org
Bron
J. H. Landwehr, Kort overzicht van de kerkgeschiedenis. Kampen: J.H. Kok, 3e herz. druk 1922. Enige tekst van blz. 28-29 is onder wijziging verwerkt op 11 apr. 2021.
Voetnoot
- ↑ VanDale.nl, geraadpleegd 11 april 2021.