Paulus: verschil tussen versies

Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 2: Regel 2:


<blockquote>''Hnd 9:15 ... deze is Mij een uitverkoren vat om mijn naam te dragen zowel voor volken als koningen en zonen van Israel; ''(TELOS)</blockquote>
<blockquote>''Hnd 9:15 ... deze is Mij een uitverkoren vat om mijn naam te dragen zowel voor volken als koningen en zonen van Israel; ''(TELOS)</blockquote>
[[Bestand:Paulus en Thekla fresco te Efeze.jpg|miniatuur|590x590px|Paulus afgebeeld op de wand in een grot te Efeze (5e of 6e eeuw).]]
[[Bestand:Paulus en Thekla fresco te Efeze.jpg|miniatuur|590x590px|Paulus afgebeeld op de wand in een grot te [[Efeze]] (5e of 6e eeuw).]]


'''Taak.''' Hem was in het bijzonder 'het evangelie van de onbesnedenen' toevertrouwd, zoals aan Petrus dat van de besnedenen (= Joden). <blockquote>''Ga 2:7  integendeel echter, toen zij zagen dat aan mij het evangelie van de onbesnedenen was toevertrouwd, zoals aan Petrus dat van de besnedenen (Telos)''</blockquote><blockquote>''Ro 15:15  ... de genade die mij door God gegeven is,  Ro 15:16  dat ik dienaar van Christus Jezus zou zijn voor de volken, om het evangelie van God priesterlijk te bedienen, ... (Telos)''</blockquote>'''Naam.''' Paulus heette vóór zijn bekering Saulus, Saul (Hand. 7:58; 8:1, 3; 9:1, 8, 11, 19, 22, 24; enz). Het Griekse woord Saulos betekent: "gewenst, verlangd". De naam Paulus betekent “klein” of “gering”. Hij, die de gemeente van God had vervolgd, christenen "overal in de synagogen", "in alle synagogen" had gestraft, gevangen genomen en [[Geselen|gegeseld]] (Hand. 22:19; 25:11), noemde zichzelf 'de allergeringste van alle heiligen' (Ef. 3:8).
'''Taak.''' Hem was in het bijzonder 'het evangelie van de onbesnedenen' toevertrouwd, zoals aan Petrus dat van de besnedenen (= Joden). <blockquote>''Ga 2:7  integendeel echter, toen zij zagen dat aan mij het evangelie van de onbesnedenen was toevertrouwd, zoals aan Petrus dat van de besnedenen (Telos)''</blockquote><blockquote>''Ro 15:15  ... de genade die mij door God gegeven is,  Ro 15:16  dat ik dienaar van Christus Jezus zou zijn voor de volken, om het evangelie van God priesterlijk te bedienen, ... (Telos)''</blockquote>'''Naam.''' Paulus heette vóór zijn bekering Saulus, Saul (Hand. 7:58; 8:1, 3; 9:1, 8, 11, 19, 22, 24; enz). Het Griekse woord ''Saulos'' betekent: "gewenst, verlangd". De naam Paulus betekent “klein” of “gering”. Hij, die de gemeente van God had vervolgd, christenen "overal in de synagogen", "in alle synagogen" had gestraft, gevangen genomen en [[Geselen|gegeseld]] (Hand. 22:19; 25:11), noemde zichzelf 'de allergeringste van alle heiligen' (Ef. 3:8).


<blockquote>''Efe 3:8 Mij, <u>de allergeringste van alle heiligen</u>, is deze genade gegeven om de onnaspeurlijke rijkdom van Christus onder de volken te verkondigen, (TELOS)''</blockquote>Door de genade en kracht van God werd hij echter een krachtig verkondiger van Jezus (Hand. 9:22) en een belangrijk apostel.
<blockquote>''Efe 3:8 Mij, <u>de allergeringste van alle heiligen</u>, is deze genade gegeven om de onnaspeurlijke rijkdom van Christus onder de volken te verkondigen, (TELOS)''</blockquote>Door de genade en kracht van God werd hij echter een krachtig verkondiger van Jezus (Hand. 9:22) en een belangrijk apostel.
Regel 11: Regel 11:


== Vóór zijn bekering ==
== Vóór zijn bekering ==
Paulus was een Israëliet uit de stam van Benjamin (Fil. 3 :5). Hij was geboren in Tarsus (Hand. 22:3), de hoofdstad van [[Cilicië]]. "Ik ben ... een Joods man uit Tarsus, een burger van een niet onvermaarde stad in Cilicië" (Hand. 21:39). Hij had een zus (Hand. 23:16). Evenals zijn vader bezat hij het Romeinse burgerrecht. Paulus kende Grieks (Hand. 21:37-38) en Hebreeuws (Hand. 21:40-22:1).
Paulus was een Israëliet uit de stam van Benjamin (Fil. 3 :5). Hij was geboren in Tarsus (Hand. 22:3), de hoofdstad van [[Cilicië]]. "''Ik ben ... een Joods man uit Tarsus, een burger van een niet onvermaarde stad in Cilicië''" (Hand. 21:39). Hij had een zus (Hand. 23:16). Evenals zijn vader bezat hij het Romeinse burgerrecht. Paulus kende Grieks (Hand. 21:37-38) en Hebreeuws (Hand. 21:40-22:1).


Al vroeg werd hij naar Jeruzalem gezonden, om onder de beroemde wetgeleerde [[Gamaliël I|Gamaliël]] de joodse Wet te bestuderen. Hij werd, een ijveraar voor de Wet, zoals de Farizeeën in die dagen. Hij zocht voor zichzelf de gerechtigheid uit de werken der Wet.
Al vroeg werd hij naar Jeruzalem gezonden, om onder de beroemde wetgeleerde [[Gamaliël I|Gamaliël]] de joodse Wet te bestuderen. Hij werd, een ijveraar voor de Wet, zoals de Farizeeën in die dagen. Hij zocht voor zichzelf de gerechtigheid uit de werken der Wet.