Pisga: verschil tussen versies
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting |
k (→Naam) |
||
Regel 3: | Regel 3: | ||
== Ligging == |
== Ligging == |
||
De ligging van de berg Pisga is onzeker, nabij de berg Nebo of mogelijk dezelfde berg. |
De ligging van de berg Pisga is onzeker, nabij de berg Nebo of mogelijk dezelfde berg. |
||
[[Bestand:Israel woestijnreis Kadesh naar Moab.jpg|miniatuur|1151x1151px|''Kaart: Ligging van de berg Pisga bij de berg Nebo, ten oosten van de Dode Zee''|alt=|geen]] |
[[Bestand:Israel woestijnreis Kadesh naar Moab.jpg|miniatuur|1151x1151px|''Kaart: Ligging van de berg Pisga (in het Engels: Pisgah) bij de berg Nebo, ten oosten van de Dode Zee''|alt=|geen]] |
||
== Naam == |
== Naam == |
||
Regel 9: | Regel 9: | ||
== Gebeurtenissen == |
== Gebeurtenissen == |
||
De Moabitische koning [[Balak]] voerde de profeet [[Bileam]] mee naar de top van de Pisga, om vandaar de legerplaats van Israël te zien en het volk te vervloeken.<blockquote>''Nu 23:13 Toen zei Balak tegen hem: Kom toch met mij mee naar een andere plaats, vanwaar u het [volk] kunt zien; slechts de uitlopers ervan kunt u zien, u kunt het niet helemaal zien. Vervloek het mij daarvandaan! Nu 23:14 Hij nam hem mee [naar] de vlakte van Zofim, naar de top van de Pisga. En hij bouwde zeven altaren, en hij offerde op elk altaar een jonge stier en een ram. Nu 23:15 Toen zei hij tegen Balak: Ga hier bij uw brandoffer staan, en ikzelf zal verderop [God] ontmoeten.'' (HSV)</blockquote>Op Gods bevel zegende Bileam echter het volk Israël. |
De Moabitische koning [[Balak]] voerde de profeet [[Bileam]] mee naar de top van de Pisga, om vandaar de legerplaats van Israël te zien en het volk te vervloeken.<blockquote>''Nu 23:13 Toen zei Balak tegen hem: Kom toch met mij mee naar een andere plaats, vanwaar u het [volk] kunt zien; slechts de uitlopers ervan kunt u zien, u kunt het niet helemaal zien. Vervloek het mij daarvandaan! Nu 23:14 Hij nam hem mee [naar] de vlakte van Zofim, naar de top van de Pisga. En hij bouwde zeven altaren, en hij offerde op elk altaar een jonge stier en een ram. Nu 23:15 Toen zei hij tegen Balak: Ga hier bij uw brandoffer staan, en ikzelf zal verderop [God] ontmoeten.'' (HSV)</blockquote>Op Gods bevel zegende Bileam echter het volk Israël. |