Priscillianus van Ávila
Priscillianus van Ávila (gestoreven ca. 385) was een Spaanse bisschop van Ávila van 381 tot 385. Naar hem vernoemd is het priscillianisme, een kerkelijke stroming waarin de vroegere dwaling der Gnostieken een heropleefde.
Priscillianus was een rijk en begaafd man. Hij leerde dat de Heilige Geest niet gebonden was aan de canon. Vandaar dat men in zijn kring ook de apocriefe boeken las. Evenmin was volgens hem de Heilige Geest gebonden aan het ambt. Vandaar dat weer profeten opstonden. De Heilige Geest was ook niet gebonden aan een plaats. Vandaar dat men samenkwam in gezelschappen. Daarenboven leerde hij, dat uit God vele geesten emaneerden en dat de ziel tot haar loutering in de kerker van het lichaam moest wonen, wat zuiver gnostische denkbeelden waren.
In 385 werden Priscillianus met de zijnen te Bordeaux op een synode veroordeeld, maar Priscillianus beriep zich op de keizer. Deze droeg het onderzoek op aan de prefect Evodius. Priscillianus werd met zes volgelingen ter dood veroordeeld. Hij was de eerste ketter, die zijn leer met zijn leven moest boeten. De voormannen in de kerk, zoals Ambrosius en Martinus van Tours, waren zeer tegen dit doodvonnis geweest. De Priscillianen bleven nog tot in de 6e eeuw voortbestaan.
Bron
J. H. Landwehr, Kort overzicht van de kerkgeschiedenis. Kampen: J.H. Kok, 3e herz. druk 1922. Enige tekst van blz. 25-26 is onder wijziging verwerkt op 27 dec. 2020.