Romeinen 1: verschil tussen versies

542 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
Regel 198:
'''De waarheid.''' Het gaat om "de waarheid van God" (vers 25), d.w.z. de waarheid omtrent God, door Hem aan de mensen geopenbaard. De mensen kennen God, 1:21. Wat van God gekend kan worden is onder hen openbaar, 1:19.
 
'''De waarheid in ongerechtigheid bezitten'''. Ze kennen de waarheid, maar geven er geen gehoor aan. Ze zijn ongehoorzaam aan de waarheid. Ze “doen dingen die niet betamen” (1:28)
 
''Ro 2:8 maar hun die twistziek zijn en ongehoorzaam aan de waarheid maar gehoorzaam aan de ongerechtigheid, toorn en gramschap.'' (Telos)
Regel 238:
''Joz 22:5 Alleenlijk neemt naarstiglijk waar te doen het gebod en de wet, die u Mozes, de knecht des HEEREN, geboden heeft, dat gij den HEERE, uw God, liefhebt, en dat gij wandelt in al Zijn wegen, en Zijn geboden houdt, en Hem aanhangt, en dat gij Hem dient met uw ganse hart en met uw ganse ziel.''
 
'''Tot dwaasheid vervallen'''. Zie volgende vers. Een belangrijke dwaasheid en afdwaling is de afgoderij. De mensen hebben "het schepsel geëerd en gediend boven de Schepper" (25). Deze afdwaling betreft de verhouding tot God en is daarom zogezegd een centrale afdwaling. Misschien daarom behandelt Paulus deze afdwaling als eerste.
'''Tot dwaasheid vervallen'''. Zie volgende vers.
 
== 22-23 ==
Ro 1:22 Bewerend wijzen te zijn, zijn zij dwaas geworden Ro 1:23 en hebben de heerlijkheid van de onvergankelijke God vervangen door iets dat lijkt op het beeld van een vergankelijk mens, van vogels, van viervoetige en van kruipende dieren. (TELOS)
'''Bewerend wijzen te zijn'''. In de Griekse cultuurkring waren zogenaamde wijzen. Zij is de bakermat van vet westerse wijsgerige denken.
 
'''Dwaas geworden'''. "Tot dwaasheid vervallen" (21). Ze zijn in 'een verkeerd denken' (vers 28), een 'afdwaling' (vers 27) gekomen.
 
== 23 ==
''Ro 1:28 En daar het hun niet goeddacht God te erkennen, heeft God hen overgegeven aan een verkeerd denken, om dingen te doen die niet betamen; (TELOS)''
''Ro 1:22 Bewerend wijzen te zijn, zijn zij dwaas geworden Ro 1:23 en hebben de heerlijkheid van de onvergankelijke God vervangen door iets dat lijkt op het beeld van een vergankelijk mens, van vogels, van viervoetige en van kruipende dieren. (TELOS)''
 
'''Vervangen'''. Zie ook vs. 25. Dat is hun 'afdwaling' (27). Als God miskend wordt, is dat erg. Als mensen God vervangen door iets of iemand anders is dat erg.
'''Vervangen'''.
 
''Ro 1:25 zij die de waarheid van God <u>vervangen</u> hebben door de leugen en het schepsel geeerd en gediend hebben boven de Schepper, die gezegend is tot in eeuwigheid. Amen.'' (TELOS)
 
Dat is hun 'afdwaling' (vers 27).
 
'''Iets dat lijkt op het beeld van een vergankelijk mens'''. De afgodsbeelden van de Grieken en Romeinen waren nogal mensvormig. Zelfs menselijke ondeugden werden de goden toegeschreven. De moderne mens, bewerend wetenschappelijk te zijn, heeft God als zijn oorsprong vervangen door een oerdomme 'Moeder Natuur', die middels selectie de mens laat ontwikkelen uit het dier (→ [[Evolutietheorie]]).
Regel 262 ⟶ 258:
'''De begeerten van hun harten'''. Vgl. vers. 26 'onterende harstochten' en vers 27 'in hun lust'. In zondige harten kunnen homoseksuele lusten opkomen. Wanneer we God niet erkennen en Hem dienen, lopen we gevaar slechte begeerten om te zetten in daden. Homoseksueel gedrag spruit voort, onder Gods toorn, oordeel en beschikking, uit de begeerten van zondige harten. Zie [[Homoseksualiteit]] voor het hoofdartikel.
 
'''Overgegeven'''. Als reactie op hun nalatigheid, afwijking en dwaasheid geeft God ze over. God geeft ze aan iets over, Hij laat ze los, Hij beschermt ze niet meer zo. Ze zijn 'in hun lust tegen elkaar ontbrand'. De vlammetje van de hartstocht is een brand geworden.
 
'''Onreinheid'''. Homoseksueel verkeer is onrein.
Regel 308 ⟶ 304:
De juiste weg is: God kennen → Hem erkennen → Hem verheerlijken, danken, dienen.
 
'''Een verkeerd denken'''. Waaraan geeft God ze over? Aan een verkeerd denken. Een verkeerd denken om dingen te doen die niet betamen, verkeerde handelingen. In hun overleggingen zijn ze tot dwaasheid vervallen (21-22). Hun onverstandig hart is verduisterd geworden (21).
'''Een verkeerd denken'''.
 
'''Dingen te doen die niet betamen'''. Homoseks, het eerstgenoemde gevolg van verkeerd denken, is niet het enige ding dat niet betaamt. Ze hebben de waarheid van God vervangen door de leugen (25, 23). Niet alleen laten ze iets na, ze doen ook iets, ze handelen verkeerd. Het gaat niet alleen mis in hun hart en overleggingen, het gaat ook mis in de praktijk. Ze bezitten de waarheid in ongerechtigheid, 1:18.
''Ro 1:22 Bewerend wijzen te zijn, zijn zij dwaas geworden Ro 1:23 en hebben de heerlijkheid van de onvergankelijke God vervangen door iets dat lijkt op het beeld van een vergankelijk mens, van vogels, van viervoetige en van kruipende dieren. (TELOS)''
 
'''Dingen te doen die niet betamen'''. Homoseks, het eerstgenoemde gevolg van verkeerd denken, is niet het enige ding dat niet betaamt. De volgende verzen sommen allerlei andere zondige dingen op.
 
== 30 ==