Romeinen 2: verschil tussen versies

Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
Regel 44: Regel 44:
== 8 ==
== 8 ==
Ro 2:8 maar hun die twistziek zijn en ongehoorzaam aan de waarheid maar gehoorzaam aan de ongerechtigheid, toorn en gramschap. (Telos)
Ro 2:8 maar hun die twistziek zijn en ongehoorzaam aan de waarheid maar gehoorzaam aan de ongerechtigheid, toorn en gramschap. (Telos)
'''Die twistziek zijn.''' Geneigd tegen de goede boodschap in te gaan en een woordenstrijd te voeren.
'''Die twistziek zijn.''' Geneigd tegen de goede boodschap in te gaan en een woordenstrijd te voeren. Vooral de tegenstrevende Joden waren dat.


'''Ongehoorzaam aan de waarheid'''. Ze bezitten de waarheid in ongerechtigheid (1:18). Zij kennen de eis van het recht van God (1:32)
'''Ongehoorzaam aan de waarheid'''. Ze bezitten de waarheid in ongerechtigheid (1:18). Zij kennen de eis van het recht van God (1:32)
Regel 161: Regel 161:


== Nabeschouwing ==
== Nabeschouwing ==
We zijn niet langer beschouwers en oordelaars van het kwaad (Romeinen 1), ook wij doen (mogelijk) kwaad. Wat we bij een ander afkeuren, bedrijven we (mogelijk) zelf. We kunnen bijvoorbeeld tegen fraude en bedrog zijn, maar onszelf schuldig maken aan oneerlijkheden bij de belastingaangifte. We kunnen bijvoorbeeld tegen zinloos geweld zijn en een pleger van zinloos geweld oordelen, terwijl we onszelf er schuldig aan maken, bijvoorbeeld thuis of op het werk, misschien in een andere vorm (collega pesten). (Een christen moet anderen terechtwijzen, ''ziende op zichzelf,'' dat is in het besef dat we dergelijke of andere morele fouten hebben gemaakt ''of ook zelf kunnen maken.'')
We zijn niet langer beschouwers en oordelaars van het kwaad (Romeinen 1), ook wij doen kwaad. Wat we bij een ander afkeuren, bedrijven we zelf. We kunnen bijvoorbeeld tegen fraude en bedrog zijn, maar onszelf schuldig maken aan oneerlijkheden bij de belastingaangifte. We kunnen bijvoorbeeld tegen zinloos geweld zijn en een pleger van zinloos geweld oordelen, terwijl we onszelf er schuldig aan maken, bijvoorbeeld thuis of op het werk, misschien in een andere vorm (collega pesten). (Een christen moet anderen terechtwijzen, ''ziende op zichzelf,'' dat is in het besef dat we dergelijke of andere morele fouten hebben gemaakt ''of ook zelf kunnen maken.'')


Daarom ontkomen ook wij niet aan het oordeel van God. Ook al keuren we zonde bij een ander af (2:3). En ook al is God goed jegens ons (2:4). God is goed, zodat wij ons kunnen bekeren (2:4).
Daarom ontkomen ook wij niet aan het oordeel van God. Ook al keuren we zonde bij een ander af (2:3). En ook al is God goed jegens ons (2:4). God is goed, zodat wij ons kunnen bekeren (2:4).