Sabbat: verschil tussen versies

Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 12: Regel 12:


Op de dag van de sabbat moest, evenals op andere hoogtijden van de HEER, een heilige '''samenroeping '''plaatsvinden. <blockquote>''Le 23:2 Spreek tot de kinderen Israëls, en zeg tot hen: De gezette hoogtijden des HEEREN, welke gijlieden uitroepen zult, zullen heilige samenroepingen zijn; deze zijn Mijn gezette hoogtijden.'' ''Le 23:3 Zes dagen zal men het werk doen, maar op den zevenden dag is de sabbat der rust, een heilige samenroeping; geen werk zult gij doen; het is des HEEREN sabbat, in al uw woningen. ''</blockquote>
Op de dag van de sabbat moest, evenals op andere hoogtijden van de HEER, een heilige '''samenroeping '''plaatsvinden. <blockquote>''Le 23:2 Spreek tot de kinderen Israëls, en zeg tot hen: De gezette hoogtijden des HEEREN, welke gijlieden uitroepen zult, zullen heilige samenroepingen zijn; deze zijn Mijn gezette hoogtijden.'' ''Le 23:3 Zes dagen zal men het werk doen, maar op den zevenden dag is de sabbat der rust, een heilige samenroeping; geen werk zult gij doen; het is des HEEREN sabbat, in al uw woningen. ''</blockquote>
[[Bestand:Aren plukkende discipelen.jpg|miniatuur|382x382px|Aren plukkende discipelen.]]
[[Bestand:Aren plukkende discipelen.jpg|miniatuur|382x382px|De Heer Jezus vond het goed dat zijn hongerige leerlingen aren plukten op sabbat en daarvan aten. ]]
In de tijd tussen het Oude en het Nieuwe Testament hebben de Joden in buitenbijbelse geschriften en overleveringen de wet van Mozes verzwaard. De Heer Jezus hekelt deze ‘overleveringen der ouden’. De farizeeën berispten zijn leerlingen, omdat zij honger hadden en aren plukten op de sabbat en deze aten (Mt. 12:1v). Oogsten en dorsen op de sabbat was immers verboden. De Heer Jezus maakt duidelijk dat er hogere aangelegenheden kunnen zijn die het sabbatsgebod overstijgen. Eens namen David, de gezalfde van de HEER, en de zijnen met hem, die honger hadden, van deze toonbroden, die alleen de priesters mochten eten. David zondigde niet.
In de tijd tussen het Oude en het Nieuwe Testament hebben de Joden in buitenbijbelse geschriften en overleveringen de wet van Mozes verzwaard. De Heer Jezus hekelt deze ‘overleveringen der ouden’. De farizeeën berispten zijn leerlingen, omdat zij honger hadden en aren plukten op de sabbat en deze aten (Mt. 12:1v). Oogsten en dorsen op de sabbat was immers verboden. De Heer Jezus maakt duidelijk dat er hogere aangelegenheden kunnen zijn die het sabbatsgebod overstijgen. Eens namen David, de gezalfde van de HEER, en de zijnen met hem, die honger hadden, van deze toonbroden, die alleen de priesters mochten eten. David zondigde niet.