Samenwonen (ongehuwd)

Uit Christipedia

Onder ongehuwd samenwonen wordt hier verstaan het ongehuwd samenleven van een man en een vrouw alsof ze gehuwd zijn. Ze delen hun leven, huis en bed. Vaak wordt deze vorm van samenleving door de samenwonenden als een proefhuwelijk gezien. Samenwonen als alternatief voor of opstap naar het huwelijk moet als verkeerd worden afgewezen.

Een synoniem van 'ongehuwd samenwonen' is concubinaat (van Lat. concubinatus, van concumbere = zich neerleggen, slapen bij). Het is de toestand van samenleving waarbij man en vrouw niet wettig gehuwd zijn. In plaats van ‘concubinaat’ wordt in Nederland gewoonlijk gesproken van ‘samenwonen’. In afkeurende of minachtende zin spreekt men van ‘hokken’[1].

Ongehuwd samenwonenden zien het verschil tussen gehuwd en ongehuwd samenwonen. Ze spreken dan ook niet van ‘mijn man’ of ‘mijn vrouw’, maar van ‘mijn vriendin’ of ‘mijn vriend’ of 'mijn partner'.

Vandaag de dag wonen veel mensen ongehuwd samen. Wie verkering heeft kan de vraag krijgen: Zeg, ga je samenwonen of trouwen? Dat is een heel gewone vraag. Samenwonen is een optie, een keuzemogelijkheid naast trouwen. Voor sommigen is het vanzelfsprekend of modern om samen te wonen alvorens te trouwen.

Christenen

Een gelovige vrouw werd op haar werk door een collega een vraag over haar toekomstplannen gesteld.
Collega: Wat zijn jouw toekomstplannen? Je hebt een vriend. Ga je samenwonen?
Vrouw: Nee, ik ga trouwen.
Collega: O, dat is ook goed, hoor.
Vrouw (beetje geirriteerd): “Natuurlijk is dat goed.”
Het taboe op ongehuwd samenwonen is in Nederland vrijwel verdwenen, behalve onder orthodoxe christenen en moslims. En steeds meer kerkelijke jongeren gaan eerst samenwonen en dan pas trouwen. Onder orthodoxe christenen valt een voortgaande gewenning aan samenwonen op te merken[2]

Christenjongeren vragen zich steeds meer af: Waarom trouwen? Is samenwonen niet goed genoeg? In 1995 vond 28 procent van de christelijke jongeren in Engeland samenwonen voor het huwelijk toelaatbaar. In 2001 bleek dat een op de drie christelijke jongeren tussen 18 en 35 jaar daar geen moeite te hebben met samenwonen voor het huwelijk[3]. Van de niet-christenen vond 83% samenwonen toelaatbaar. In Engeland vonden steeds meer christelijke jongeren samenwonen voor het huwelijk toelaatbaar.

Beetje geschiedenis

In de oudheid kende men het concubinatus als het samenleven van twee wettelijk ongehuwden, tussen wie geen wettig huwelijk mogelijk was, zoals tussen burgers uit verschillende staten. Vóór 445 konden te Rome bijvoorbeeld patriciërs en plebejers onderling niet trouwen. Ook werd het woord concubinatus gebezigd voor de samenleving van een ongehuwd man met een vrouw, die in stand ver beneden hem stond, bijv. met een vrijgelatene (liberta) van hem. Trouwbreuk van de concubine was volgens de zienswijze der romeinse juristen als echtbreuk strafbaar. Het concubinaat was erkend in de antieke stadstaten.

Onder invloed van het christendom werd het ongehuwd samenleven langzamerhand steeds minder erkend en ten slotte onzedelijk geacht.

Van 1945 tot ca. 1975 was in Nederland de populariteit van het huwelijk groot. Het was de algemeen verkozen samenlevingsvorm. Men ging op steeds jongere leeftijd trouwen[4]

In het midden van de jaren ’70 van de 20e eeuw veranderde deze situatie. In de jaren 70’ ging 1 op de 10 jongeren samenwonen alvorens te trouwen. Het huwelijk was nog steeds veruit de meest voorkomende wijze waarop gezinnen gevormd worden, maar steeds vaker werd pas getrouwd na een of meer ongehuwde-samenwoningsrelaties. Soms werd het huwelijk pas gesloten na de geboorte van een kind en soms ging men ook dan niet meer trouwen[4].

In de jaren ‘80 van de 20e eeuw nam het ongehuwd samenwonen stormachtig toe[4].

In het jaar 2000 woonden inmiddels negen op de tien jongeren een tijd samen, voordat ze gingen trouwen. De verhoudingen zijn in 30 jaar tijd omgekeerd: in de jaren 70 was de verhouding 1 op de 10.

Beoordeling

Hoe wil God dat man en vrouw samenleven? Is ongehuwd samenwonen een keuzemogelijkheid die gelijkwaardig is aan het huwelijk? Is ‘hokken’ even goed als ‘huwen’.

Op Bijbelse gronden moet ongehuwd samenwonen als alternatief voor het huwelijk van man en vrouw worden afgewezen. Naar goddelijk recht is er maar één wettige samenlevingsvorm voor de één-vlees-eenwording en vermenigvuldiging van man en vrouw: het huwelijk. De alternatieve samenlevingsvorm van het concubinaat of ongehuwd samenwonen moet op de volgende gronden worden verworpen.

Een eerste grond is dat ongehuwd samenwonen in tegenstelling tot het huwelijk het fundament van een levenslang geldig verbond mist, een vaste overeenkomst met inzet en toewijding gedurende het hele leven.

De toewijding en trouw aan elkaar is bij samenwonenden dan ook doorgaans minder. Immers, beiden zien hun relatie meestal als een proefhuwelijk, iets waar je nog makkelijk van af kunt komen als je niet bij elkaar past. Samenwonenden gaan samen een weg – maar die weg kent een afslag. Gehuwden, die elkaar voor het leven trouw hebben beloofd, gaan samen een weg, in beginsel zonder afslag. En als er een afslag is, dan is daar eerst een slagboom: het huwelijk moet officieel ontbonden worden.

Wanneer je trouwt, leg je een belofte af. Als je samenwoont, kun je elkaar ook dingen beloven. Maar meestal zullen ze minder ver gaan. Misschien worden er meestal helemaal geen beloften gedaan, alleen maar afspraken gemaakt of helemaal geen afspraken. De huwelijksbelofte drukt uit dat de toewijding niet alleen nu geldt, maar ook in de toekomst.

Op het punt van inzet en toewijding scoort het huwelijk dan ook beter. Het huwelijk is de beste samenlevingsvorm voor toewijding en verbondenheid met iemand van het andere geslacht.

Het huwelijk wordt bij wet gesloten. Er hoort een wettelijke regeling met rechten en plichten bij. Dit hoort bij het huwelijk zoals wij dat kennen. Het hoort niet bij ongehuwd samenwonen als zodanig. Men kan een en ander regelen in een samenlevingscontract, maar dit hoeft niet.

Een tweede reden om het ongehuwd samenwonen als alternatief voor het huwelijk af te wijzen is, dat het huwelijk van man en vrouw Gods enige illustratie is van de verhouding tussen Christus en Zijn bruid, de gemeente van verlosten (Ef. 5). Het ongehuwd samenwonen mist een verbond en levenslange trouw en kan daarom niet dienen als een toepasselijke illustratie van Christus en Zijn gemeente. "... Hij blijft trouw, want Zichzelf kan Hij niet verloochenen." (2 Tim. 2:13) "Zie, Ik ben met u alle dagen" (Mat 28:20.

Een derde grond om het ongehuwd samenwonen als alternatief voor het huwelijk te verwerpen is de seksuele ontucht. Geslachtsgemeenschap buiten het huwelijk geldt in de Schrift als ontucht (in het Grieks van het Nieuwe Testament ‘porneia’ geheten). Naar het Nieuwe Testament is elke vorm van seksueel verkeer buiten het huwelijk ontucht, dus behalve incest en homoseksualiteit ook voor- en buitenechtelijk geslachtsverkeer. Vandaar dat de apostel Paulus zegt:
1Co 7:8 Maar tot de ongetrouwden en de weduwen zeg ik: Het is goed voor hen, als zij blijven zoals ook ik. 1Co 7:9 Maar als zij zich niet kunnen onthouden, laten zij trouwen; want het is beter te trouwen dan van begeerte te branden. (TELOS)
De ongetrouwden die geslachtsgemeenschap begeren … laten zij trouwen! Want geslachtsverkeer hoort binnen het huwelijk van man en vrouw. Een vierde grond om het ongehuwd samenwonen als alternatief voor het huwelijk af te wijzen is het gemis van wederkerig ‘eigendom’, het van elkaar zijn en elkaar toebehoren. In een huwelijk is de man van de vrouw en de vrouw van de man. Ze zijn van elkaar. Daarom zeggen ze ‘hij is mijn man’ en ‘zij is mijn vrouw’. In verband met het onderwerp hoererij zegt de apostel Paulus:
1Co 7:2 Maar laat vanwege de hoererijen ieder zijn eigen vrouw hebben en laat iedere vrouw haar eigen man hebben. 1Co 7:3 Laat de man voldoen wat verschuldigd is aan de vrouw, evenzo ook de vrouw aan de man. 1Co 7:4 De vrouw heeft geen gezag over haar eigen lichaam, maar de man; en evenzo heeft ook de man geen gezag over zijn eigen lichaam, maar de vrouw. 1Co 7:5 Onttrekt u niet aan elkaar, tenzij dan met onderling goedvinden, voor een tijd, opdat u zich aan het gebed wijdt en daarna weer samen bent, opdat de satan u niet verzoekt, omdat u zich niet kunt onthouden. 1Co 7:6 Maar dit zeg ik als toelating, niet als bevel; (TELOS)
Samenwonenden echter zijn niet ‘van elkaar’. Ze zeggen niet ‘mijn man’ of ‘mijn vrouw’, maar ‘mijn vriend’ of ‘mijn vriendin’ of 'mijn partner'.

Een vijfde grond om het ongehuwd samenwonen te verwerpen als alternatief voor het huwelijk is het gemis van openbaarheid. Het huwelijk wordt in de openbaarheid gesloten tegenover de maatschappij. Het huwelijk is gebaseerd op een publiekelijk gesloten verbond. De sluiting van het huwelijk heeft een publiek en feestelijk karakter. Samenwonen is meestal een privé-aangelegenheid die hooguit aan ouders, collega's en vrienden wordt bekend gemaakt.

Een zesde grond is om het ongehuwd samenwonen te verwerpen als alternatief voor het huwelijk is de doorgaans zwakkere liefde, veiligheid en welzijn bij ongehuwd samenwonenden. De liefde doet de ander geen kwaad (1 Cor. 13), maar in huwelijken en samenwoningsrelaties komt wel eens geweld voor. De man mishandelt de vrouw. Niet de liefde, maar de zonde, de hartheid van het hart, voert dan de boventoon. Welnu, onder samenwonenden blijkt lichamelijk geweld blijkt vaker voor te komen dan onder gehuwden. Bij de samenwonende paren komt dat geweld namelijk bijna 2,5x zoveel voor. Er is onderzoek gedaan naar gewelddadige misdrijven tegen vrouwen door verwanten of partners. Dit kunnen vaders, mannelijke familieleden, vrienden, echtgenoten of ex-echtgenoten zijn. Wat bleek? Vrienden en ex-echtgenoten pleegden ruim 7x zoveel gewelddadige misdrijven als de echtgenoten[5]. Een vrouw is dus relatief veilig in het huwelijk.

Als heiligen weten we dat we God is de oorsprong van de liefde. Hij is de bron van liefde. Paulus zegt tegen de gehuwde man: Heb haar lief als je eigen lichaam. Zoals je voor je lichaam zorgt, zo moet je voor haar zorgen.

Politiek actieve christenjongeren uit Belgie (Christelijke Volkspartij) verklaarden eens: Het huwelijk is voor ons als individuen en voor de maatschappij beter dan andere samenlevingsvormen, want

  • ze brengen minder kosten met zich mee voor de maatschappij
  • huwelijken zijn stabieler zijn dan andere samenlevingsvormen
  • ze leiden voor de gehuwden tot minder vereenzaming, armoede enz.
Het is niet goed dat de mens alleen zij, stelde God vast, ziende op Adam. En Hij schiep een vrouw die als gelijkwaardige metgezel aan Adam werd geschonken. Niet vrijblijvend, maar met verplichtingen en rechten. Niet voor een poosje, maar voor hun leven op aarde. Het is deze meest veilige en stabiele samenlevingsvorm, het huwelijk, waarin de vrouw geborgen is, de man een metgezel voor het leven heeft en waarin het menselijk geslacht zich het beste kan vermenigvuldigen.
Efe 5:15 Kijk dus nauwkeurig uit hoe u wandelt, niet als onwijzen maar als wijzen, (TELOS)
Efe 5:15 Let dus nauwkeurig op, hoe u zich gedraagt: niet als dwazen maar als verstandige mensen. (WV95)

Bron

Microsoft Encarta Winkler Prins Encyclopedie 2007 (Microsoft Corporation/Het Spectrum, 1993-2006) s.v. Concubinaat.

Meer informatie

M.G. de Koning, Trouwen of samenwonen (Middelburg, 2004). Electronische versie: Oude Sporen, 2008. Download van OudeSporen.nl (pdf-document). Pagina's: 52.

Philip Nunn, Samenwonen en seksuele intimiteit voor het huwelijk. Centrum voor Pastorale Counseling, 2017. Omvang: 65 blz. Pleidooi om seksuele omgang te bewaren voor het huwelijk.

Voetnoten

  1. 'Ongehuwd samenwonen' is de tweede betekenis van 'hokken', aldus Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal (13e uitgave), digitale versie, jaar 2000.
  2. Ad de Bruijne, hoogleraar ethiek en columnist van het Nederlands Dagblad, bespeurt ‘voortgaande gewenning’ aan samenwonen onder orthodoxe christenen. Bron: Samenwonen met zegen pastoor, ND.nl, 26 aug. 2016.
  3. Dat bleek uit een enquête van de Britse Evangelische Alliantie, waarover in mei 2001 werd bericht.
  4. 4,0 4,1 4,2 Sociaal Cultureel Planbureau: Gezinsrapport (1997), p. 18
  5. Philippa Taylor, For Better or For Worse: A look at marriage, cohabitation and family breakdown (2000).