Sebna: verschil tussen versies

Uit Christipedia
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
(Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Sebna''' was eerst hofmeester en later schrijver aan het hof van Hizkia, Jes. 22: 15-21. Deze schrijver kan echter een andere Sebna geweest zijn. De goddeloze Se...')
 
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
'''Sebna''' was eerst hofmeester en later schrijver aan het hof van Hizkia, Jes. 22: 15-21. Deze schrijver kan echter een andere Sebna geweest zijn. De goddeloze Sebna werd opgevolgd door de vrome [[Eljakim]].
'''Sebna''' was eerst hofmeester en later schrijver aan het hof van Hizkia, Jes. 22: 15-21. Deze schrijver kan echter een andere Sebna geweest zijn. De goddeloze Sebna werd opgevolgd door de vrome [[Eljakim]].


Sebna was een goddeloos beambte van het koninklijk huis, die in het begin der regering van Hizkia te Jeruzalem onder de afgoden dienende partij veel invloed had en zich daarom in zijn macht zo hecht waande als een nagel tussen muurstenen (Jes. 22: 25). In trotse zekerheid geloofde hij niet, dat Jeruzalem enig gevaar bedreigde; in zijn hoogmoed liet hij zich bij de graven van de koningen een kostbaar graf bouwen. Zonder vrees kondigt Jesaja (22 : 15 vv.) hem zijn afzetting en zijn ondergang aan, waarin Sebna ook zijn gehele aanhang (de last, die aan de nagel hangt en bij zijn afbreken naar beneden stort) mee zou slepen.
Sebna was een goddeloos beambte van het koninklijk huis, die in het begin der regering van Hizkia te Jeruzalem onder de afgoden dienende partij veel invloed had en zich daarom in zijn macht zo hecht waande als een nagel tussen muurstenen (Jes. 22: 25). In trotse zekerheid geloofde hij niet, dat Jeruzalem enig gevaar bedreigde; in zijn hoogmoed liet hij zich bij de graven van de koningen een kostbaar graf bouwen. Zonder vrees kondigt Jesaja (22 : 15 vv.) hem zijn afzetting en zijn ondergang aan, waarin Sebna ook zijn gehele aanhang (de last, die aan de nagel hangt en bij zijn afbreken naar beneden stort) mee zou slepen. <blockquote>''Jes 22:15 Alzo zegt de Heere, de HEERE der heirscharen: Ga heen, ga in tot dien schatmeester, tot Sebna, den hofmeester, [en] [spreek]: Jes 22:16 Wat hebt gij hier, of wien hebt gij hier, dat gij u hier een graf uitgehouwen hebt [als] die zijn graf in de hoogte uithouwt, die een woning voor zich op een rotssteen laat aftekenen? Jes 22:17 Zie, de HEERE zal u wegwerpen met een mannelijke wegwerping, en Hij zal u ganselijk overdekken. Jes 22:18 Hij zal u gewisselijk voortrollen, gelijk men een bal rolt, in een land, wijd van begrip; aldaar zult gij sterven, en aldaar zullen uw heerlijke wagenen zijn, o gij schandvlek van het huis uws heren! Jes 22:19 En Ik zal u afstoten van uw staat, en van uw stand zal Hij u verstoren. Jes 22:20 En het zal te dien dage geschieden, dat Ik Mijn knecht, Eljakim, den zoon van Hilkia, roepen zal. Jes 22:21 En Ik zal hem met uw rok bekleden, en Ik zal hem met uw gordel sterken, en uw heerschappij zal Ik in zijn hand geven; en hij zal den inwoneren te Jeruzalem en den huize van Juda tot een vader zijn. Jes 22:22 En Ik zal den sleutel van het huis van David op zijn schouder leggen; en hij zal opendoen, en niemand zal sluiten, en hij zal sluiten, en niemand zal opendoen. Jes 22:23 En Ik zal hem [als] een nagel inslaan in een vaste plaats; en hij zal wezen tot een stoel der eer voor het huis zijns vaders. Jes 22:24 En men zal aan hem hangen alle heerlijkheid van het huis zijns vaders, der uitspruitelingen en der afkomelingen, [ook] alle kleine vaten, van de vaten der bekers af, zelfs tot al de vaten der flessen. Jes 22:25 Te dien dage, spreekt de HEERE der heirscharen, zal die nagel, die aan een vaste plaats gestoken was, weggenomen worden; en hij zal afgehouwen worden, en hij zal vallen, en de last, die daaraan is, zal afgesneden worden; want de HEERE heeft het gesproken.'' (SV)</blockquote>Ten tijde van de belegering van Jeruzalem komt reeds de vrome Eljakim als zijn opvolger in het ambt voor (Jes. 36 : 3; 2 Kon. 18). Ofschoon Eljakim insgelijks Sebna als kanselier (schrijver), ter zijde stond, zo kan echter de gelijkheid van de naam met het hoofd van de tegenpartij wel slechts toevallig zijn.

Ten tijde van de belegering van Jeruzalem komt reeds de vrome Eljakim als zijn opvolger in het ambt voor (Jes. 36 : 3; 2 Kon. 18). Ofschoon Eljakim insgelijks Sebna als kanselier (schrijver), ter zijde stond, zo kan echter de gelijkheid van de naam met het hoofd van de tegenpartij wel slechts toevallig zijn.


== Bron ==
== Bron ==

Versie van 10 apr 2017 10:00

Sebna was eerst hofmeester en later schrijver aan het hof van Hizkia, Jes. 22: 15-21. Deze schrijver kan echter een andere Sebna geweest zijn. De goddeloze Sebna werd opgevolgd door de vrome Eljakim.

Sebna was een goddeloos beambte van het koninklijk huis, die in het begin der regering van Hizkia te Jeruzalem onder de afgoden dienende partij veel invloed had en zich daarom in zijn macht zo hecht waande als een nagel tussen muurstenen (Jes. 22: 25). In trotse zekerheid geloofde hij niet, dat Jeruzalem enig gevaar bedreigde; in zijn hoogmoed liet hij zich bij de graven van de koningen een kostbaar graf bouwen. Zonder vrees kondigt Jesaja (22 : 15 vv.) hem zijn afzetting en zijn ondergang aan, waarin Sebna ook zijn gehele aanhang (de last, die aan de nagel hangt en bij zijn afbreken naar beneden stort) mee zou slepen.

Jes 22:15 Alzo zegt de Heere, de HEERE der heirscharen: Ga heen, ga in tot dien schatmeester, tot Sebna, den hofmeester, [en] [spreek]: Jes 22:16 Wat hebt gij hier, of wien hebt gij hier, dat gij u hier een graf uitgehouwen hebt [als] die zijn graf in de hoogte uithouwt, die een woning voor zich op een rotssteen laat aftekenen? Jes 22:17 Zie, de HEERE zal u wegwerpen met een mannelijke wegwerping, en Hij zal u ganselijk overdekken. Jes 22:18 Hij zal u gewisselijk voortrollen, gelijk men een bal rolt, in een land, wijd van begrip; aldaar zult gij sterven, en aldaar zullen uw heerlijke wagenen zijn, o gij schandvlek van het huis uws heren! Jes 22:19 En Ik zal u afstoten van uw staat, en van uw stand zal Hij u verstoren. Jes 22:20 En het zal te dien dage geschieden, dat Ik Mijn knecht, Eljakim, den zoon van Hilkia, roepen zal. Jes 22:21 En Ik zal hem met uw rok bekleden, en Ik zal hem met uw gordel sterken, en uw heerschappij zal Ik in zijn hand geven; en hij zal den inwoneren te Jeruzalem en den huize van Juda tot een vader zijn. Jes 22:22 En Ik zal den sleutel van het huis van David op zijn schouder leggen; en hij zal opendoen, en niemand zal sluiten, en hij zal sluiten, en niemand zal opendoen. Jes 22:23 En Ik zal hem [als] een nagel inslaan in een vaste plaats; en hij zal wezen tot een stoel der eer voor het huis zijns vaders. Jes 22:24 En men zal aan hem hangen alle heerlijkheid van het huis zijns vaders, der uitspruitelingen en der afkomelingen, [ook] alle kleine vaten, van de vaten der bekers af, zelfs tot al de vaten der flessen. Jes 22:25 Te dien dage, spreekt de HEERE der heirscharen, zal die nagel, die aan een vaste plaats gestoken was, weggenomen worden; en hij zal afgehouwen worden, en hij zal vallen, en de last, die daaraan is, zal afgesneden worden; want de HEERE heeft het gesproken. (SV)

Ten tijde van de belegering van Jeruzalem komt reeds de vrome Eljakim als zijn opvolger in het ambt voor (Jes. 36 : 3; 2 Kon. 18). Ofschoon Eljakim insgelijks Sebna als kanselier (schrijver), ter zijde stond, zo kan echter de gelijkheid van de naam met het hoofd van de tegenpartij wel slechts toevallig zijn.

Bron

H. Zeller, Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk. Eerste deel A - J. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1867) s.v. Sebna. Tekst hiervan is op 10 april 2017 verwerkt.