Seleucus I Nicator

Uit Christipedia

Seleucus I Nicator (358 - 281 v.C.), , de stichter van het naar hem genoemde Seleucidische Rijk, was aanvankelijk veldheer onder Alexander de Grote en één van zijn opvolgers (diadochen), onder wie hij doorgaat als de meest humane en bekwame. Hij verkreeg het grootste gedeelte van Alexanders nalatenschap in zijn bezit. Hij wordt in een voorzegging door een engel genoemd in Dan. 11:5.

Seleucus I Overwinnaar

Nicator d.i. "overwinnaar", (Oudgrieks: Σέλευκος Νικατωρ / Séleukos Nikator) was zijn bijnaam.

Naar hem wordt verwezen in het boek van de profeet Daniël, waar een engel aankondigt dat er iemand zal opstaan die sterker zal worden dan de koning van het Zuiden (= Ptolemeus I van Egype), één van Alexanders vorsten (generaals):

Da 11:5  En de koning van het Zuiden, die een van zijn vorsten is, zal sterk worden; doch [een ander] zal sterker worden dan hij, en hij zal heersen; zijn heerschappij zal een grote heerschappij zijn. (SV)

Seleucus was een generaal van Alexander van de tweede rang, en onder hem bevelhebber der olifanten.

In de strijd om het rijk van Alexander, die in 323 v.C. was gestorven, was Seleucus’ grootste tegenstander in het algemeen Antigonos I Monophthalmos, later diens zoon Demetrios Poliorketes. De gebieden van de beide diadochen (opvolgers van Alexander) grensden aan elkaar, want Seleucus' machtscentrum lag aanvankelijk in Mesopotamië en spreidde zich nog verder oostwaarts uit.

Door uitgebreide stedenstichtingen verspreidde Seleucus de Griekse cultuur in een oosterse omgeving. De twee beroemdste steden daarvan, die hij nieuw aangelegd heeft, zijn Seleucia aan de Tiger en Antiochia aan de Orontes, de eerste naar hemzelf, de andere naar een familielid genoemd. Seleucia moest in de plaats van Babel gesteld worden, dat door de menigvuldige overstromingen van de Eufraat in moerassen weggezonken en onbewoonbaar geworden was (vgl. Jes. 13:22). In korten tijd telde de stad meer dan 600.000 inwoners en Babylon werd geheel woest, totdat vervolgens in de 8ste eeuw na Chr. Seleucia door de Arabieren verwoest en in de plaats daarvan Bagdad aan de anderen oever van de Tiger gebouwd werd.

Op gelijke wijze ontstond Antiochia; want toen na de slag bij Ipsus, 301 v.C., Syrië met de hoofdstad Antigonias in de handen van Seleucus viel, wilde hij die stad niet tot zijn residentie maken; hij verplaatste de inwoners in de door hem op een veel mooiere plaats aangelegde stad, waarheen hij zijn zetel verplaatste, hoewel deze residentie te ver van de noordelijke delen van zijn rijk verwijderd was, en daarom het opzicht daarover houden zeer bezwaarlijk maakte.

Hij was ook de enige van de diadochen die zijn oosterse echtgenote, Apame, niet verstootte, maar naast haar trad hij ook in het huwelijk met de veel jongere Stratonice, de dochter van Demetrius Poliorcetes. Later stond hij haar, zoals onder oosterse vorsten gebruikelijk was, af aan zijn zoon Antiochus I, die daarmee sedert 293 ook zijn mederegent en beoogde opvolger was.

Zijn zoon Antiochus I, hoewel hij door zijn schitterende overwinning over de in het land gevallen Galliërs (275 v. Chr.), zich de bijnaam van Soter d.i. Redder, verkreeg, was niet in staat onder zijn macht te houden, wat zijn vader in Voor-Azië veroverd had; hij moest Macedonië en Thracië overgeven, zelfs Coelo-Syrië en de Fenicische steden gingen verloren, en kwamen aan Egypte. In de voorzegging van Dan. 11:5v. wordt hij met stilzwijgen voorbijgegaan, omdat zijn regering voor het volk Gods van geen bijzondere betekenis was.

Geschiedenis

323 v.C.: Dood van koning Alexander de Grote. Seleucus had nog geen aanzien genoeg, om zelf een provincie als stadhouder te verkrijgen.

321/320 v.C. Seleucus I Nicator wordt satraap (gouverneur) van Babylonië. Eerst na de dood van Perdikkas, in het jaar 321, ontving Seleucus van de nieuwe rijksbestuurder de Satrapie Babylon. Seleucus wordt satraap (gouverneur) van Babylon bij de Rijksdeling van Triparadeisos.

319-316/315: Tweede Diadochenoorlog. Tijdens deze oorlog wordt Seleucus I door Antigonos I Monophthalmos verdreven, en moet hij vluchten naar het Egyptische hof, waar Ptolemaeus I Soter hem onderdak bied en generaal in zijn leger maakt.

316: Antigonus verkrijgt door overwinning van Eumenes het overwicht in Azië. Seleucus kan zich niet staande houden en wordt door Antigonos verdreven. Om zich niet aan Antigonus te onderwerpen vlucht hij naar het hof van Ptolemeus in Egypte. Drie jaren later waren de omstandigheden zo veranderd, dat hij in vertrouwen op de gehechtheid der Babyloniërs het kon wagen naar zijn provincie terug te keren.

314-311: Derde Diadochenoorlog. In de deze oorlog versloegen Ptolemaeus en Seleucus I samen Antigonos' zoon Demetrios Poliorketes in de Slag bij Gaza (312 v.Chr.), waarna Seleucus I spoedig zijn positie als satraap van Babylonië weer herwint. Deze gebeurtenissen worden daarmee het beginjaar van de Seleucidische jaartelling, die nog eeuwenlang in het Nabije Oosten zou worden gebruikt.

312: Met hulp van Ptolemeus weet Seleucus Demetrios uit te schakelen in de Slag bij Gaza, waarmee hij het opperbevel verkrijgt over de ruiterij van Alexander.

311: Seleucus keert terug naar Babylon, waarop de strijd tegen Antigonos wordt aangebonden en gewonnen (Babylonische Oorlog 311-309 v.Chr.). Sedert dien tijd hield hij zich niet alleen staande, maar vergrootte hij ook steeds zijn macht, zodat men het jaar 312 v. Chr. voor het begin van het rijk der Seleuciden houdt, en hiermede de Seleucidische Aera (tijdrekening) begint.

307: Aan de Tigris bouwde Seleucus Seleukeia, niet ver gelegen van Babylon. De gunstige positie en de nieuwe heersers van Seleukeia brachten de Babyloniërs ertoe meer en meer uit hun stad te verhuizen. Babylon zelf werd een spookachtige ruïneheuvel.

306: Seleceus neemt de koningstitel aan, in navolging van Antigonos, die zich had uitgeroepen tot koning van Macedonië. Dit was het begin van de dynastie der Seleuciden, die over Syrië zou regeren tot de Romeinen hier in 64 v.Chr. door het optreden van Pompejus hun gezag zouden vestigen.

305: Seleucus valt India binnen. De strijd verliep echter slecht voor de Grieken en men besloot te onderhandelen. Dit leidde tot vrede tussen de Maurya- en Seleucidenrijken. De Indische vorst Chandragupta trouwde een dochter van Seleucus en kreeg grote delen van Zuid-Afghanistan, Beloetsjistan en Gandhara toegewezen. Seleucus kreeg van Chandragupta 500 krijgsolifanten, die hem later van pas zouden komen in de slag bij Ipsus.

301: In de slag bij Ipsus verslaat Seleucus met een coalitieleger Antigonos, dankzij de krijgsolifanten. Door deze overwinning verkreeg hij Syrië. Gedurende de 18 jarige rust, die daarop volgde, stichtte hij binnen in zijn rijk, dat zich nu van de Middellandse zee tot aan India uitstrekte, een menigte van nieuwe steden; minstens 43 danken aan hem hun oorsprong, vele andere heeft hij verfraaid en verbeterd.

300: Seleucus sticht aan de rivier Orontes de stad Antiochia ad Orontem of Antiochia dei Siri (Nederlands: Antiochië) naar de naam van zijn vader Antiochus.

Antiochia werd het centrum van verfijnde luxe en parvenuachtige vertoon. Naast het strand schiep men de wijk 'Dafne', waar de welvarendsten van de toenmalige wereld hun leven sleten. Ook op cultureel gebied spande de stad de kroon.

Na de stichting van Antiochia richtte hij zijn aandacht vrijwel uitsluitend op het westen van zijn rijk.

281: Overwinning op Lysimachus in de Slag bij Corupedium (of ‘Kurupedion’) aan de Hellespont, waardoor Seleucus de macht over het grootste deel van Klein-Azië verkreeg. Lysimachus verloor rijk en leven. Seleucus had nu het grootste gedeelte van Alexanders nalatenschap in zijn bezit. Hij had nu ‘een grote heerschappij’.

Da 11:5  En de koning van het Zuiden, die een van zijn vorsten is, zal sterk worden; doch [een ander] zal sterker worden dan hij, en hij zal heersen; zijn heerschappij zal een grote heerschappij zijn. (SV)

Nadat ongeveer 2 jaren te voren de koning van het Zuiden (= Egypte) Ptolemeus Lagi in het 83ste jaar van zijn leven gestorven was, was ten volle vervuld, wat op onze Schriftplaats geschreven staat.

Korte tijd later werd hij door Ptolemaeus Ceraunus, zoon van Ptolemaeus I, gedood in september 281. De moordenaar Ptolemeus Keraunos (d.i. de bliksem) was de oudste zoon van die Ptolemeus, die deze om zijn hevige, wilde, ja boosaardige aard van de troonopvolging had uitgesloten en welke zoon eerst bij Lysimachus in Thracië, vervolgens bij Seleukus in Azië zijn toevlucht gezocht had.

Seleucus stierf juist toen hij zich naar de Thracische residentie Lysimachia in de Chersonnesus wilde begeven, om de aangelegenheden van zijn groot, uitgestrekt wereldrijk te regelen, en onderweg een oud altaar uit de tijd van de Argonautentocht bezichtigde.

Bronnen

Art. Seleucus I Nicator, Wikipedia.nl. Tekst hieruit is op 5 aug. 2013 verwerkt.

Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Dan. 11:5. Tekst hieruit is verwerkt op 5 aug. 2013.