Semaja: verschil tussen versies

Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 19: Regel 19:
# een inwoner van Kirjatjearim en de vader van de profeet Uria;
# een inwoner van Kirjatjearim en de vader van de profeet Uria;
# de zoon van Delaja, een man, door Tobia en Sanballat omgekocht, om Nehemia verkeerde raad te geven;
# de zoon van Delaja, een man, door Tobia en Sanballat omgekocht, om Nehemia verkeerde raad te geven;
# zie Sammua;


== Semaja de zoon van Delaja ==
== Semaja de zoon van Delaja ==
Deze Semaja was de zoon van Delaja, de zoon van Mehetabeël. Hij was door Tobia en Sanballat, de vijanden van Nehemia, ingehuurd om Nehemia vrees in te boezemen en een verkeerde raad te geven.<blockquote>''Ne 6:10 Toen ik in het huis van <u>Semaja</u>, de zoon van Delaja, de zoon van Mehetabëel, kwam (want hij [had zichzelf] opgesloten), zei hij: Laten wij elkaar ontmoeten in het huis van God, binnen in de tempel. Laten we de deuren van de tempel sluiten, want ze komen om u te doden, ja, vannacht komen ze om u te doden. Ne 6:11 Maar ik zei: Zou iemand zoals ik vluchten? En zou iemand zoals ik naar de tempel gaan en in leven blijven? Ik ga niet! Ne 6:12 Ik doorzag [het] immers: Zie, niet God had hem gezonden, maar hij sprak deze profetie over mij uit omdat Tobia en Sanballat hem hadden ingehuurd. (HSV)''</blockquote>Semaja had zichzelf opgesloten om de indruk te wekken dat de vijanden het ook op hèm hadden gemunt. Zodoende hij wellicht Nehemia’s vertrouwen te winnen. Wanneer Nehemia de raad van Semaja, om zich in de tempel te verbergen, zou opvolgen dat zou hij - een stadhouder, maar geen priester - zichzelf zodanig in opspraak brengen dat zijn rol zou zijn uitgespeeld, daar het onbevoegden verboden was het tempelgebouw te betreden, Num. 18:7<ref name=":0">Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), ''Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht''. Boekencentrum, 1987. Commentaar bij Neh. 6:10.</ref>
Deze Semaja was de zoon van Delaja, de zoon van Mehetabeël. Hij was door Tobia en Sanballat, de vijanden van Nehemia, ingehuurd om Nehemia vrees in te boezemen en een verkeerde raad te geven.<blockquote>''Ne 6:10 Toen ik in het huis van <u>Semaja</u>, de zoon van Delaja, de zoon van Mehetabëel, kwam (want hij [had zichzelf] opgesloten), zei hij: Laten wij elkaar ontmoeten in het huis van God, binnen in de tempel. Laten we de deuren van de tempel sluiten, want ze komen om u te doden, ja, vannacht komen ze om u te doden. Ne 6:11 Maar ik zei: Zou iemand zoals ik vluchten? En zou iemand zoals ik naar de tempel gaan en in leven blijven? Ik ga niet! Ne 6:12 Ik doorzag [het] immers: Zie, niet God had hem gezonden, maar hij sprak deze profetie over mij uit omdat Tobia en Sanballat hem hadden ingehuurd. (HSV)''</blockquote>Semaja had zichzelf opgesloten om de indruk te wekken dat de vijanden het ook op hèm hadden gemunt. Zodoende hij wellicht Nehemia’s vertrouwen te winnen. Wanneer Nehemia de raad van Semaja, om zich in de tempel te verbergen, zou opvolgen dat zou hij - een stadhouder, maar geen priester - zichzelf zodanig in opspraak brengen dat zijn rol zou zijn uitgespeeld, daar het onbevoegden verboden was het tempelgebouw te betreden, Num. 18:7<ref name=":0">Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), ''Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht'' (Boekencentrum, 1987) heeft 'De HERE heeft verhoord', </ref>


== Bron ==
== Bron ==