Sidon
Sidon, ook geschreven Zidon, is een stad een de oostkust van de Middellandse Zee, ongeveer 40 km ten noorden van Tyrus, waarmee de stad in de Bijbel vaak samen genoemd wordt. Zij was oudtijds een rijke stad in Fenicië. De Heer Jezus is in het gebied van Sidon geweest.
De Griekse naam is σιδων, Sidoon, en betekent "jagend"[1]. De naam is van Hebreeuwse oorsprong en komt 9x voor het Nieuwe Testament. Het Strongnummer is 4605.
Jezus. Uit de kuststreek van Tyrus en Sidon kwamen mensen op Jezus af, om hem te horen en van hun ziekten genezen te worden:
Lu 6:17 En Hij daalde met hen af en ging op een vlakke plaats staan, met een grote menigte van zijn discipelen en een grote massa van het volk uit heel Judea en Jeruzalem en van de kuststreek van Tyrus en Sidon, Lu 6:18 die gekomen waren om Hem te horen en van hun ziekten gezond te worden. En zij die door onreine geesten gekweld waren, werden genezen. (TELOS)
De Heer zelf is ook in de streken van Tyrus en Sidon geweest. Daar smeekte een Kananese vrouw hem dat Hij haar bezeten dochter zou genezen.
Mt 15:21 En Jezus ging vandaar weg en vertrok naar de streken van Tyrus en Sidon. Mt 15:22 En zie, een Kananese vrouw die uit dat gebied kwam, riep de woorden: Erbarm U over mij, Heer, Zoon van David! Mijn dochter is ernstig bezeten. (... ) Mt 15:28 Toen antwoordde Jezus en zei tot haar: O vrouw, groot is uw geloof; moge u gebeuren zoals u wilt. En haar dochter werd gezond van dat uur af. Mt 15:29 En Jezus vertrok vandaar en kwam aan de zee van Galilea, ... (TELOS)
Mr 7:24 Hij nu stond vandaar op en ging weg naar het gebied van Tyrus en Sidon; en toen Hij een huis was binnengegaan, wilde Hij niet dat iemand het wist; Hij kon echter niet verborgen blijven. (...) Mr 7:31 En toen Hij weer uit het gebied van Tyrus was weggegaan, kwam Hij door Sidon naar de zee van Galilea, midden door het gebied van Dekapolis. (TELOS)
Paulus deed Sidon aan op zijn reis per schip naar Rome.
Hnd 27:3 En de volgende dag liepen wij Sidon binnen. En Julius behandelde Paulus vriendelijk door hem toe te staan naar de vrienden te gaan om zich door hen te laten verzorgen. (TELOS)
Kennelijk had Paulus vrienden in Sidon, waarschijnlijk gelovigen in Christus. Daar is een gemeente van Christus ontstaan. In 303 n.C. leed en stierf daar als martelaar Zenobius[2]. Dit gebeurde in het begin van de tiende vervolging der christenen in het Romeinse rijk (303-313).
Bron
Grieks-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.
Voetnoten
- ↑ Grieks-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.
- ↑ Adrianus Haemstedius, Historie der martelaren; Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben, van Christus onze Zaligmaker af tot het jaar 1655 (Amsterdam: 1671. Herziene druk 1881), blz. 40.