Sjeool (Hebreeuws): verschil tussen versies

7.346 bytes toegevoegd ,  2 maanden geleden
k
kGeen bewerkingssamenvatting
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website
 
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
'''Sjeool''', in het Nederlands ook geschreven als ''sheool,'' is een Hebreeuws woord dat verwijst naar de onzichtbare plaats van de doden. De sjeool is overal in het Oude Testament de plaats waar de doden heengaan, de verblijfplaats van de zielen der gestorvenen.
== Woord ==
Het Hebreeuwse woord is שׁאול of שׁאל, sjeool, en betekent dodenrijk, onderwereld, of graf. Het woordbetekent komtoorspronkelijk 65x'diepte, in hetafgrond' Oudeof Testamentiets voordergelijks<ref>Th. Het Strongnummer is 07585F. De Statenvertaling vertaalt 33x doorBensdorp, 'graf' en 32x door Apologetica'hel'. DeVerzameld NBG51-vertalingen heeftingeleid 64xdoor 'dodenrijkM. 64'Stoks. enDerde 1x (Hoogdeel. 8Amsterdam:6) 'het rijk vanN.V. de doden'R.K. DeBoek-Centrale, King1922. JamesBlz. vertaling309. vertaalt</ref>. 31xDe doorbetekenis 'gravegraf' (graf),is 31x door 'hell'omstreden (hel)zie en 3x door 'pit' (putverderop).
 
Het woord komt 65x in het Oude Testament voor. Het [[strongnummer]] is H7585. De Statenvertaling vertaalt 33x door 'graf' en 32x door 'hel'. De NBG51-vertaling heeft 64x 'dodenrijk' en 1x (Hoogl. 8:6) 'het rijk van de doden'. De King James vertaling vertaalt 31x door 'grave' (graf), 31x door 'hell' (hel) en 3x door 'pit' (put).
Korach en zijn medegenoten en hun gezinnen daalden af in de sjeool (Num. 16:33). Jona zei: "Uit de buik van de sjeool riep ik" (Jona 2:2) "De goddelozen keren om naar de sjeool" (Ps 9:17). "Laat hen levend in de sjeool neerdalen, want kwaad heerst in hun woning" (Ps 55:15). “Haar huis is een weg naar de sjeool” (Spr. 7:27). “Want U zult mijn ziel in de sjeool niet verlaten, U laat niet toe dat Uw Heilige ontbinding ziet.” (Ps 16:10). Dit laatste vers wordt in het Nieuwe Testament aangehaald, waarbij 'sjeool' vertaald wordt door het Griekse woord '[[hades]]'.
 
'''Hades.''' Ps. 16:10 (“Want U zult mijn ziel in de sjeool niet verlaten, U laat niet toe dat Uw Heilige ontbinding ziet.”) wordt in het Nieuwe Testament aangehaald, waarbij 'sjeool' vertaald wordt door het Griekse woord '[[hades]]'.
 
De oude Griekse vertalers van het Oude Testament ([[LXX]]) hebben overal het woord 'sjeool' weergegeven door 'hades'. Hiermee ligt voor de hand, dat zij althans in hoofdzaak, aan dit woord dezelfde betekenis hechtten als de Grieken aan het woord 'hades'. m.a.w. de betekenis van 'onderwereld' of een (algemeen) 'dodenrijk' voor de zielen, zowel van goeden als van bozen.
 
== Verblijfplaats der doden ==
De sjeool is overal in het Oude Testament de plaats waar de doden heengaan, de verblijfplaats van de zielen der gestorvenen. De sjeool is voor alle mensen bestemd.<blockquote>''Ps 89:48  Welke mens leeft er, die de dood niet zien zal, die zijn ziel zal redden uit de macht van het dodenrijk? sela'' (SV)</blockquote>Niet alleen Joab en Simei (1 Kon. 2:6-7) maar ook Jacob en Jozef (Gen. 37:35); niet alleen de trotse Koning van Babel (Jes. 14 : 9-10), maar ook de vrome Hizkia (Jes. 37: 35) dalen af naar de sjeool. Bidt Job zelfs niet, als het leven hem te bang wordt:<blockquote>''Job 14:13  Och, verstopte U mij maar in het graf, verborg U mij maar totdat Uw toorn zich afkeert; stelde U maar een grens voor mij vast en dacht U maar aan mij!'' (HSV)</blockquote>De sjeool is het huis, waar allen heengaan na de dood, goddelozen en rechtvaardigen, zondaren en vromen, Israël en de heidenen.<ref name=":2">''De Heraut'', 30 jan. 1910. De Heraut was een gereformeerd kerkblad. Enige tekst hieruit is onder wijziging verwerkt. De tekst is aangehaald in Th. F. Bensdorp, ''Apologetica''. Verzameld en ingeleid door M. Stoks. Derde deel (Amsterdam: N.V. de R.K. Boek-Centrale, 1922), blz. 303.</ref>
 
Korach en zijn medegenoten en hun gezinnen daalden af in de sjeool (Num. 16:33).
 
Jona zei: <blockquote>''Uit de buik van de sjeool riep ik'' (Jona 2:2) </blockquote><blockquote>''De goddelozen keren om naar de sjeool'' (Ps 9:17). </blockquote><blockquote>''Want U zult mijn ziel in de sjeool niet verlaten, U laat niet toe dat Uw Heilige ontbinding ziet.'' (Ps 16:10). </blockquote><blockquote>''Laat hen levend in de sjeool neerdalen, want kwaad heerst in hun woning'' (Ps 55:15).</blockquote><blockquote>''Haar huis is een weg naar de sjeool'' (Spr. 7:27). </blockquote>De sjeool was in opschudding toen de koning van Babel daarin kwam. <blockquote>''Jes 14:9  De hel (Hebr. sjeool) van onderen was beroerd om uwentwil, om [u] tegemoet te gaan, als gij kwaamt; zij wekt om uwentwil de doden op, al de bokken der aarde; zij doet al de koningen der heidenen van hun tronen opstaan. Jes 14:10  Die altegader zullen antwoorden, en tot u zeggen: Gij zijt ook krank geworden, gelijk wij, gij zijt ons gelijk geworden. Jes 14:11  Uw hovaardij is in de hel (Hebr. sjeool) nedergestort, [met] het geklank uwer luiten; de maden zullen onder u gestrooid worden, en de wormen zullen u bedekken.'' (SV)</blockquote>
 
== Sjeool en land der levenden ==
Regel 9 ⟶ 20:
 
== Sjeool en graf ==
Sjeool kan, volgens sommigen<ref>Vertalers van de Statenvertaling, vertalers van de King James vertaling.</ref>, de betekenis hebben van 'graf'. <blockquote>''Ps 6:5  (6-6) Want in den dood is Uwer geen gedachtenis; wie zal U loven in het graf (sjeool)?'' (SV)</blockquote>
''Genesis 42:38  Maar hij zei: Mijn zoon zal niet met jullie meetrekken, want zijn broer is dood en alleen hij is overgebleven. Als hem een ongeluk overkomt op de weg die jullie zullen gaan, dan zullen jullie mijn grijze haar met verdriet in het graf'' [sjeool] ''laten neerdalen.'' (HSV) </blockquote><blockquote>''Ps 6:5  (6-6) Want in den dood is Uwer geen gedachtenis; wie zal U loven in het graf'' [sjeool]''?'' (SV)</blockquote>
Anderen maken een onderscheid tussen het dodenrijk en het graf. Er is één dodenrijk en meerdere graven, waar de lichamen rusten<ref name=":0">W. Edward Bedore, [https://www.bereanbiblesociety.org/hell-sheol-hades-paradise-and-the-grave/ Hell, Sheol, Hades, Paradise, and the Grave], BereanBibelSociety.org, zonder datum.</ref>. Jakob verwachtte na zijn sterven bij zijn zoon in de sjeool te zijn, niet in hetzelfde graf als zijn zoon. <blockquote>''Ge 37:35  Al zijn zonen en al zijn dochters deden hun best hem te troosten, maar hij weigerde zich te laten troosten, en zeide: Neen, rouw dragend zal ik <u>tot mijn zoon in het dodenrijk (sjeool) neerdalen</u>. En zijn vader beweende hem. (NBG51)''</blockquote>Ook Job dacht blijkbaar aan één plaats, niet aan een concreet graf.<blockquote>''Job 14:13  Och, of Gij mij in het dodenrijk (sjeool) wildet versteken, mij verbergen, totdat uw toorn geweken was; dat Gij mij een tijd steldet en dan weer aan mij dacht.'' (NBG51) </blockquote><blockquote>''Job 17:13  Wanneer ik het dodenrijk (sjeool) verwacht als mijn tehuis, in de duisternis mijn leger spreid, (NBG51)''</blockquote>
Wanneer er in de Heilige Schrift sprake sprake is van de Sjeool, er heel vaak ook van het lichaam en van het graf sprake. Maar daaruit volgt niet, dat de Schrift het woord Sjeool ook als verblijfplaats van het lichaam gebruikt. Volgens Jes. 14:11 bijvoorbeeld is weliswaar de trots van Babels koning in de Sjeool (dodenrijk) neergeworpen, maar het vers zegt niet dat er gewormte en maden in de Sjeool zijn. <blockquote>''Jesaja 14:11  uw trots is in het dodenrijk neergeworpen, de klank uwer harpen; het gewormte ligt onder u gespreid en maden zijn uw bedekking.'' (NBG51) </blockquote>In Ezechiël is sprake van helden die in de Sjeool zijn neergedaald met hun wapenrusting. <blockquote>''Ezechiël 32:27  Maar zij liggen niet met de helden, die onder de onbesnedenen gevallen zijn; die ter helle'' [sjeool] ''zijn nedergedaald met hun krijgswapenen, en welker zwaarden men gelegd heeft onder hun hoofden; welker ongerechtigheid nochtans op hun beenderen is, omdat der helden schrik in het land der levenden geweest is.'' (SV) </blockquote>Sommige vertalingen hebben hier 'graf'. Dan kan men het neerdalen met hun wapenrusting letterlijk opvatten. Verstaat men echter 'dodenrijk' en niet 'graf', dan moet men het neerdalen met de krijgswapens figuurlijk verstaan.
 
Sommigen maken dan ook een onderscheid tussen het dodenrijk en het graf. Het Hebreeuws heeft een eigen woord voor graf. Bovendien is er nooit sprake van 'sjeool' in het meervoud, of van het kopen van een sjeool of graven van een sjeool, om daar het lijk in te brengen. Er is één dodenrijk en meerdere graven, waar de lichamen rusten<ref name=":0">W. Edward Bedore, [https://www.bereanbiblesociety.org/hell-sheol-hades-paradise-and-the-grave/ Hell, Sheol, Hades, Paradise, and the Grave], BereanBibelSociety.org, zonder datum.</ref><ref>''De Heraut'', 23 jan. 1910. ''De Heraut'' was een gereformeerd kerkblad. </ref>.<nowiki> </nowiki>
 
Anderen maken een onderscheid tussen het dodenrijk en het graf. Er is één dodenrijk en meerdere graven, waar de lichamen rusten<ref name=":0">W. Edward Bedore, [https://www.bereanbiblesociety.org/hell-sheol-hades-paradise-and-the-grave/ Hell, Sheol, Hades, Paradise, and the Grave], BereanBibelSociety.org, zonder datum.</ref>. Jakob verwachtte na zijn sterven bij zijn zoon in de sjeool te zijn, niet in hetzelfde graf als zijn zoon. <blockquote>''Ge 37:35  Al zijn zonen en al zijn dochters deden hun best hem te troosten, maar hij weigerde zich te laten troosten, en zeide: Neen, rouw dragend zal ik <u>tot mijn zoon in het dodenrijk (sjeool) neerdalen</u>. En zijn vader beweende hem. (NBG51)''</blockquote>Ook Job dacht blijkbaar aan één plaats, niet aan een concreet graf.<blockquote>''Job 14:13  Och, of Gij mij in het dodenrijk (sjeool) wildet versteken, mij verbergen, totdat uw toorn geweken was; dat Gij mij een tijd steldet en dan weer aan mij dacht.'' (NBG51) </blockquote><blockquote>''Job 17:13  Wanneer ik het dodenrijk (sjeool) verwacht als mijn tehuis, in de duisternis mijn leger spreid, (NBG51)''</blockquote>
De sjeool was in opschudding toen de koning van Babel daarin kwam. <blockquote>''Jes 14:9  De hel (Hebr. sjeool) van onderen was beroerd om uwentwil, om [u] tegemoet te gaan, als gij kwaamt; zij wekt om uwentwil de doden op, al de bokken der aarde; zij doet al de koningen der heidenen van hun tronen opstaan. Jes 14:10  Die altegader zullen antwoorden, en tot u zeggen: Gij zijt ook krank geworden, gelijk wij, gij zijt ons gelijk geworden. Jes 14:11  Uw hovaardij is in de hel (Hebr. sjeool) nedergestort, [met] het geklank uwer luiten; de maden zullen onder u gestrooid worden, en de wormen zullen u bedekken.'' (SV)</blockquote>
Hier is de sjeool niet het graf, want de lijken kunnen niet opstaan en spreken, maar de verblijfplaats der afgestorven zielen, die Babels koning na zijn dood in de sjeool begroeten, omdat hij, de machtige heerser op aarde, geworden is als een van hen<ref name=":2" />.
 
Het onderscheid tussen graf en sjeool komt een beetje naar voren in Ez. 32:24.<blockquote>''Eze 32:24  Daar is Elam met haar ganse menigte <u>rondom haar graf</u>; zij zijn allen verslagen, de gevallenen door het zwaard, die onbesneden zijn <u>nedergedaald tot de onderste plaatsen der aarde</u>, die hun schrik hadden gegeven in het land der levenden; nu dragen zij hun schande met degenen, die in den kuil zijn nedergedaald. (SV)''</blockquote>
 
== Naar de Sjeool gaan ==
Daar nu de Sjeool onderscheiden wordt van het graf, ligt de gevolgtrekking voor de hand, dat de uitdrukking „naar de Sjeool gaan” niet ziet op het lichaam, maar op de geest, de ziel, en daar van de andere kant de Sjeool herhaaldelijk als een plaats wordt aangeduid, ligt eveneens voor de hand, dat de uitdrukking „naar de sjeool gaan of dalen”, plaatselijk te verstaan is.
 
== Plaats van de sjeool ==
De sjeool wordt herhaaldelijk als een plaats voorgesteld. Waar is dedie sjeoolplaats? De sjeool wordt aangeduid als een plaats die lager ligt dan het aardoppervlak. Vandaar de uitdrukking 'neerdalen' in de sjeool (1 Sam. 2:6; Job 21:13). <blockquote>''Job 11:8  Zij zijn hoog als de hemel; wat kunt gij doen? dieper dan het dodenrijk (sjeool); wat kunt gij weten? (NBG51)''</blockquote><blockquote>''Ps 139:8  Zo ik opvoer ten hemel, Gij zijt daar; of bedde ik mij in de sjeool, zie, Gij zijt daar. (SV)''<ref name=":1">De Statenvertaling heeft 'hel' voor 'sjeool'.</ref></blockquote><blockquote>''1Sa 2:6  De HERE doodt en doet herleven, Hij doet naar het dodenrijk (sjeool) neerdalen en daaruit opkomen. (NBG51)''</blockquote><blockquote>''Am 9:2  Al groeven zij tot in de sjeool, zo zal Mijn hand ze van daar halen, en al klommen zij in den hemel, zo zal Ik ze van daar doen nederdalen. (SV)''<ref name=":1" /></blockquote>De opstandigen Korach, Datan en Abiram daalden levend in de sjeool. <blockquote>''Nu 16:30  Maar, indien de HERE iets nieuws zal scheppen, zodat de grond zijn mond zal opensperren en hen verzwelgen met alles wat hun toebehoort, zodat zij levend in het dodenrijk (sjeool) zullen dalen, dan zult gij weten, dat deze mannen de HERE gesmaad hebben. Nu 16:33  Zo daalden zij, met al de hunnen, levend in het dodenrijk (sjeool) en de aarde overdekte hen, zodat zij uit het midden der gemeente omkwamen.'' (NBG51)</blockquote><blockquote>''Ps 55:15  De dood overvalle hen, laten zij levend in het dodenrijk (sjeool) neerdalen; want boosheid is in hun woning, in hun binnenste. (NBG51)''</blockquote>In het dodenrijk zijn 'diepten' (Deut. 32:22; Job. 17:16). <blockquote>''De 32:22  Want een vuur is in mijn toorn ontstoken, het brandt tot <u>in de diepten van het dodenrijk</u> (sjeool); het verteert de aarde met wat zij opbrengt en verzengt de grondvesten der bergen. (NBG51)''</blockquote><blockquote>''Spr 9:18  Maar hij weet niet, dat aldaar doden zijn; haar genoden zijn in <u>de diepten van de sjeool</u>. (SV)<ref name=":1" />'' </blockquote><blockquote>''Ps 86:13  want uw goedertierenheid is groot jegens mij, Gij toch hebt mijn ziel gered uit het <u>zeer diepe dodenrijk</u> (sjeool). (NBG51)''</blockquote>
Mogelijk 'in het hart van de aarde' (Matth 12:40)<ref name=":0" />, in de 'lagere delen van de aarde' (Ef. 4:10).
 
De profeet Jona was beland in de buik van een zeemonster. Het was voor hem de buik van sjeool. <blockquote>''Jon 2:2  En hij zeide: Ik riep uit mijn benauwdheid tot den HEERE, en Hij antwoordde mij; uit den buik van de sjeool schreide ik, en Gij hoordet mijn stem. (SV)<ref name=":1" />''</blockquote>De Heer Jezus vergelijkt die tijdelijk plek van Jona met 'het hart van de aarde', waar Hij tijdelijk zou verblijven. <blockquote>''Mt 12:40  Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van het zeemonster was, zo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten <u>in het hart van de aarde</u> zijn.'' (Telos)</blockquote>Het hart van de aarde is niet een plaats vlak onder de oppervlakte, gelijk een graf, maar een plaats in het binnenste van de aarde, diep onder het aardoppervlak. De Heiland is na zijn sterven 'neergedaald naar de lagere delen van de aarde': <blockquote>''Efe 4:9  Dit nu: Hij is opgevaren, wat is het anders dan dat Hij ook is <u>neergedaald naar de lagere delen van de aarde</u>? Efe 4:10  Hij die is <u>neergedaald</u>, is ook Degene die is opgevaren boven alle hemelen, opdat Hij alles zou vervullen. (Telos)''</blockquote>Van de heersers der volken, o.a. de farao van Egypte, wordt gezegd: <blockquote>''Eze 31:14  Opdat zich geen waterrijke bomen verheffen over hun stam, en hun top niet opsteken boven het midden der dichte takken, en geen bomen, die water drinken, op zichzelven staan vanwege hun hoogte; want zij zijn allen overgegeven ter dood, <u>tot het onderste der aarde</u>, in het midden der mensenkinderen, tot degenen, die in den kuil nederdalen. (SV)''</blockquote><blockquote>''Eze 31:18  Wien zijt gij alzo gelijk in heerlijkheid en grootheid, onder de bomen van Eden? Ja, gij zult nedergevoerd worden met de bomen van Eden, tot <u>het onderste der aarde</u>; in het midden der onbesnedenen zult gij liggen, met de verslagenen door het zwaard. Dat is Farao, en zijn ganse menigte, spreekt de Heere HEERE. (SV)''</blockquote><blockquote>''Eze 32:18  Mensenkind! weeklaag over de menigte van Egypte, en doe ze nederdalen, (haar en de dochteren der prachtige heidenen) <u>in de onderste plaatsen der aarde</u>, bij degenen, die in den kuil zijn nedergedaald. (SV)''</blockquote><blockquote>''Eze 32:24  Daar is Elam met haar ganse menigte rondom haar graf; zij zijn allen verslagen, de gevallenen door het zwaard, die onbesneden zijn nedergedaald tot de onderste plaatsen der aarde, die hun schrik hadden gegeven in het land der levenden; nu dragen zij hun schande met degenen, die in den kuil zijn nedergedaald. (SV)''</blockquote>
 
== Sjeool en hemel ==
In de schriften van het Oude Verbond wordt van de zielen der rechtvaardigen nooit gezegd wordt, dat zij naar de hemel gingen. Van het geluk van de hemel wordt met geen woord gerept. De zielen van de rechtvaardigen zowel als van die der bozen dalen af naar de Sjeool.
 
== Sjeool en hel ==
Door de Statenvertaling en de King James vertaling is 'sheoolsjeool' vaak vertaald door 'hel'. De Statenvertaling vertaalt sheool'sjeool' door 'hel' of 'graf'. De King James vertaalt door 'hell', 'grave' en drie maal door 'pit'. '[[Hel]]' had vroeger in het Nederlands een ruimere betekenis dan tegenwoordig en werd ook gebezigd voor de plaats de doden. De Nieuwe Vertaling van 1951 vertaalt ''sjeool'' door 'dodenrijk', waar de Statenvertaling door 'hel' vertaald. 'Dodenrijk' is een betere vertaling, omdat 'hel' in onze tijd beperkt is tot de plaats van de verdoemden.
 
== Banden, macht van de sjeool ==
Regel 47 ⟶ 73:
 
David was de dood nabij (vgl. Ps. 88:3), maar God bevrijdde hem, genas hem en deed hem 'opkomen uit het dodenrijk'. <blockquote>''Ps 30:1 Een psalm. Een lied voor de tempelwijding. Van David. (30-2) Ik zal U verhogen, HERE, want Gij hebt mij opgetrokken, en mijn vijanden geen vreugde over mij gegeven. Ps 30:2  HERE, mijn God, tot U riep ik om hulp, en Gij hebt mij genezen. Ps 30:3  HERE, Gij deedt mij <u>opkomen uit het dodenrijk</u> (sjeool), Gij hebt mij leven gegeven, zodat ik niet in de groeve nederdaalde. (NBG51)''</blockquote><blockquote>''Ps 49:15  Maar God zal mijn leven verlossen uit <u>de macht van het dodenrijk</u> (sjeool), want Hij zal mij opnemen. sela (NBG51)''</blockquote>
 
== Sjeool en heidense voorstellingen ==
Het beeld dat het Oude Testament van de sjeool geeft is geheel anders dan dat van de heidense volken. Al het fabelachtige, dat de heidens voorstelling aankleeft, van een driekoppige helhond, van een schipper die zielen overvaart, van een dorsten der schimmen naar bloed enz., wordt juist in het Oude Testament en bij Israël niet gevonden.<ref>''De Heraut'', 30 jan. 1910. De Heraut was een gereformeerd kerkblad. Enige tekst hieruit is onder wijziging verwerkt. De tekst is aangehaald in Th. F. Bensdorp, ''Apologetica''. Verzameld en ingeleid door M. Stoks. Derde deel (Amsterdam: N.V. de R.K. Boek-Centrale, 1922), blz. 302. </ref>
 
== Bronnen ==
''A New and Concise Bible Dictionary'' (George Morris, 1899) s.v. Hell. Hieruit is vertaalde tekst opgenomen op 23 mei 2012.
 
Th. F. Bensdorp, ''Apologetica''. Verzameld en ingeleid door M. Stoks. Derde deel. Amsterdam: N.V. de R.K. Boek-Centrale, 1922. Blz. 203. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 22 sept. 2023 en 21 maart 2024.
 
== Voetnoten ==