→De bron Gihon
Regel 8:
De Gihon is een bron aan de oostzijde van Jeruzalem (1 Kon. 1:33—39; 2 Kron. 32: 3, 30; 33: 14; 2 Kon. 20 : 20). Zij heet thans de Mariabron ('ain marjam), de bron die nooit verdroogt, 1 Kon. 1 : 33. Zij ligt op 646 meter boven zeeniveau<ref name=":0">Aldus F. W. Grosheide (red.), ''Bijbelse encyclopaedie'' (Kampen: J.H. Kok, 1950) s.v. Gihon. De kaart heeft iets andere maten aan. </ref>.
[[Bestand:Jeruzalem poorten.jpg|thumb|852x852px|centre|Ligging van de Gihonbron (thans Mariabron) aan de oostzijde van Jeruzalem.]]Deze bron geeft
Het water welt op in een grot.
[[Bestand:מעיין הגיחון רוברטס.jpg|thumb|centre|835x835px|Tekening uit: ''The Holy Land, Syria, Idumea, Arabia, Egypt and Nubia'' / from drawings made on the spot by David Roberts ... ; lithographed by Louis Haghe. London: F.G. Moon, 1842-1845.]]
Daar de bron niet voortdurend water geeft, was het nodig een waterreservoir aan te leggen. Door koning Hizkia was een 512 meter lange tunnel door de rots heen geleid naar de vijver Siloah, 2 Kon. 20 : 20. die 10 meter lager lag, op 636,1 meter<ref name=":0" /> boven zeeniveau. Van de hoger gelegen Gihon wordt daarom gesproken als van „de opperuitgang der wateren van Gihon", 2 Kron. 32: 30. In de vijver van Siloam werd de grote hoeveelheid water die nodig was voor de stad opgeslagen.
In de buurt van de bron was ten tijde van Nehemia de [[Waterpoort]], die haar naam dankt aan het water dat uit de Gihonbron in de stad werd gedragen.
|