Hefoffer: verschil tussen versies

718 bytes toegevoegd ,  2 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 9:
De zinnebeeldige ceremonie vond plaats:
 
1. bij vrijwillige gaven, in 't bijzonder voor de bouw en de instandhouding van het heiligdom, bijv. bij de eerste inrichting van de godsdienst (Exod. 25:2 vv.; 35:5 vv.; 36:3 vv.), voor de bouw (1 Kron. 29:2 vv.) en de herstelling (2 Kon. 12:4; 22:4 vv.) van de Salomonische tempel, voor de bouw van de tweeden tempel (Ezra 8:25), voor de offerdienst (2 Kron. 30:24). <blockquote>''Ex 25:2  Spreek tot de Israëlieten [en zeg] dat zij voor Mij een hefoffer nemen. U moet van iedereen wiens hart hem gewillig maakt, een hefoffer voor Mij nemen. Ex 25:3  Dit is het hefoffer dat u van hen moet nemen: goud, zilver en koper, Ex 25:4  blauwpurperen, roodpurperen en scharlakenrode [wol], fijn linnen en geiten[haar], Ex 25:5  roodgeverfde ramshuiden, zeekoeienhuiden en acaciahout,  Ex 25:6  olie voor de lamp, specerijen voor de zalfolie en [specerijen] voor het geurige reukwerk,  Ex 25:7  onyxstenen en [andere edel]stenen [als] opvulling voor de efod en de borsttas.  Ex 25:8  En zij moeten voor Mij een heiligdom maken, zodat Ik in hun midden kan wonen.'' (HSV) </blockquote>2. Ook bij wettig voorgeschreven gaven bijv. de jaarlijkse tempelbelasting (Exod. 30:13 vv.), bij het zondoffer (Lev. 4:8), het spijsoffer (2:9; 6:15; Ezech. 45:13) in 't bijzonder echter bij zulke gaven, die tot onderhoud van de priesters dienden, het opheffen was hier zinnebeeldige belijdenis, dat deze gave eigenlijk de Heer werd gebrach en de priester haar, gelijk in 't algemeen zijn onderhoud, onmiddellijk slechts uit de hand van de Heer had te ontvangen (Exod. 29 : 28. Lev. 7 : 34. Num. 5 : 9; 18 : 8 vv.).
 
2. Ook bij wettig voorgeschreven gaven bijv. de jaarlijkse tempelbelasting (Exod. 30:13 vv.), bij het zondoffer (Lev. 4:8), het spijsoffer (2:9; 6:15; Ezech. 45:13) in 't bijzonder echter bij zulke gaven, die tot onderhoud van de priesters dienden, het opheffen was hier zinnebeeldige belijdenis, dat deze gave eigenlijk de Heer werd gebrach en de priester haar, gelijk in 't algemeen zijn onderhoud, onmiddellijk slechts uit de hand van de Heer had te ontvangen (Exod. 29 : 28. Lev. 7 : 34. Num. 5 : 9; 18 : 8 vv.).
 
Hefoffers werden gebracht van de eerstelingen van de veldvruchten en van de wol (Num. 15: 19 vv.; 18 : 12. Deut. 12 : 17 . 18 : 4. 2 Sam. 1: 21. 2 Kron. 31 : 5-10); van de tienden (Num. 18 : 24 vv.), van het aandeel aan de buit (Num. 31: 29 vv.); ook van het priesteraandeel aan het dankoffer, Nazireeëroffer en vuloffer, namelijk de schouder van het hefoffer (hefschouder, het rechte schenkelstuk) (Exod. 29: 27 vv. Lev. 7: 34; 9: 21; 10: 14. Num. 6: 20), die naast de borst van het beweegoffer wordt genoemd.