Spreken in talen

Uit Christipedia

Spreken in talen of spreken in een taal, zoals genoemd in de Nieuwe Testament, is, door ingeving van de Heilige Geest, spreken in een of meer talen die de spreker niet geleerd heeft en daarom niet kent. De eerste maal dat het Nieuwe Testament het 'spreken in talen' noemt is in Marcus 16, waar de Heer Jezus tot zijn discipelen zegt:

Mr 16:15 En Hij zei tot hen: Gaat heen in de hele wereld en predikt het evangelie aan de hele schepping. Mr 16:16 Wie geloofd heeft en gedoopt is, zal behouden worden; wie echter niet gelooft, zal veroordeeld worden. Mr 16:17 Hen nu die geloven, zullen deze tekenen volgen: in mijn naam zullen zij demonen uitdrijven, in nieuwe talen zullen zij spreken, Mr 16:18 en met hun handen zullen zij slangen opnemen, en als zij iets dodelijks drinken, zal het hun geenszins schaden; op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen beter worden. (TELOS)

Pinksterwonder

Uitstorting van Heilige Geest op de Pinksterdag te Jeruzalem. Daarop spraken alle discipelen, door de werking van de Heilige Geest, in vreemde talen.

Op de Pinksterdag werd de Heilige Geest uitgestort en spraken alle samengekomen discipelen in vreemde (buitenlandse) talen, die de buitenlandse omstanders verstonden. Het was alsof de spraakverwarring van Babel werd overwonnen. Duidelijk werd dat de boodschap van het heil ook uitging naar de anderstalige joden en heidenen.

Het pinksterwonder van massaal in vreemde, maar verstaanbare talen spreken zien we vandaag niet meer. Zelden wordt vandaag de dag een geuite taal verstaan.

Een teken

Spreken in een taal is teken, het is een verschijnsel dat iets te betekenen heeft.

Mr 16:15 En Hij zei tot hen: Gaat heen in de hele wereld en predikt het evangelie aan de hele schepping. Mr 16:16 Wie geloofd heeft en gedoopt is, zal behouden worden; wie echter niet gelooft, zal veroordeeld worden. Mr 16:17 Hen nu die geloven, zullen deze tekenen volgen: in mijn naam zullen zij demonen uitdrijven, in nieuwe talen zullen zij spreken, Mr 16:18 en met hun handen zullen zij slangen opnemen, en als zij iets dodelijks drinken, zal het hun geenszins schaden; op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen beter worden.

De talen zijn een teken, niet voor gelovigen, maar voor de ongelovigen.

1Co 14:20 Broeders, weest geen kinderen in uw overleggingen, maar weest kleine kinderen in de boosheid, en wordt in uw overleggingen volwassenen. 1Co 14:21 In de wet staat geschreven: ‘Ik zal in andere talen en door andere lippen tot dit volk spreken, en ook zo zullen zij Mij niet horen, zegt de Heer’. 1Co 14:22 De talen zijn dus tot een teken, niet voor gelovigen, maar voor de ongelovigen; en de profetie is niet voor de ongelovigen, maar voor de gelovigen. (TELOS)

Het wonder van de talen heeft helaas niet tot bekering van het volk Israël geleid. Een klein deel van het volk slechts heeft acht gegeven op het teken van de talen.

Bestaande talen

De talen die op de Pinksterdag gesproken werden herkend door toehoorders die deze talen geleerd hadden.

Hnd 2:5 Nu woonden er in Jeruzalem Joden, godvrezende mannen uit elk van de volken die er onder de hemel zijn. Hnd 2:6 Toen nu dit geluid was ontstaan, kwam de volksmenigte samen en raakte in verwarring, want ieder hoorde hen in zijn eigen taal spreken. Hnd 2:7 En zij waren buiten zichzelf en verwonderden zich en zeiden: Zie, zijn niet al dezen die spreken Galileeers? Hnd 2:8 Hoe horen wij hen dan ieder van ons in zijn eigen taal waarin wij geboren zijn? Hnd 2:9 Parthen, Meden en Elamieten, en de bewoners van Mesopotamie, Judea en Kappadocie, Pontus en Asia, Hnd 2:10 Frygie en Pamfylie, Egypte en de streken van Libie bij Cyrene, en de hier woonachtige Romeinen, zowel Joden als proselieten, Hnd 2:11 Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze talen over de grote daden van God spreken. (TELOS)

Oorzaak en bron

De oorzaak en bron van de talen is de Heilige Geest, die in de discipelen werkt. Onwetenden kunnen een natuurlijke oorzaak aanwijzen, zoals drank.

Hnd 2:12 En zij waren allen buiten zichzelf en waren in verlegenheid en zeiden de een tot de ander: Wat mag dit toch zijn? Hnd 2:13 Anderen echter zeiden spottend: Zij zijn vol zoete wijn. Hnd 2:14 Petrus echter stond op met de elf, verhief zijn stem en sprak hen toe: Joodse mannen en u allen die in Jeruzalem woont, dit zij u bekend en leent het oor aan mijn woorden. Hnd 2:15 Want dezen zijn niet dronken, zoals u veronderstelt; want het is het derde uur van de dag. Hnd 2:16 Maar dit is wat gesproken is door de profeet Joel: Hnd 2:17 ‘En het zal gebeuren in de laatste dagen, zegt God, dat Ik van mijn Geest zal uitstorten op alle vlees, en uw zonen en dochters zullen profeteren, en uw jongemannen zullen gezichten zien en uw ouden zullen dromen dromen. Hnd 2:18 Ja, op mijn slaven en op mijn slavinnen zal Ik in die dagen van mijn Geest uitstorten en zij zullen profeteren. (TELOS)

Spreken allen in talen?

Op die Pinksterdag. Op de Pinksterdag dat de Heilige Geest neerdaalde spraken alle vergaderde discipelen in talen (Hand. 2). Allen spreken tegelijkertijd in talen.

Gewoonlijk niet allen. Dat is echter niet de gewóne toestand van een gemeente, waarin slechts sommigen in een taal spreken. Vandaag de dag spreken niet alle christenen in talen. Evenmin spraken ten tijde van de apostel Paulus alle christenen in talen. Paulus schrijft:

1Co 12:28 En God heeft sommigen in de gemeente gesteld: ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, vervolgens krachten, vervolgens genadegaven van genezingen, hulpbetoningen, besturingen, allerlei talen. 1Co 12:29 Zijn allen soms apostelen? Zijn allen soms profeten? Zijn allen soms leraars? Hebben allen soms krachten? 1Co 12:30 Hebben allen soms genadegaven van genezingen? Spreken allen soms in talen? Zijn allen soms uitleggers? 1Co 12:31 Streeft echter naar de grootste genadegaven. En ik wijs u een nog uitnemender weg. (TELOS)

De vraag die Paulus stelt moet, gelet op het zinsverband, ontkennend worden beantwoord: Nee, niet allen spreken in talen. Evenmin spraken de meesten in talen. Let op het 'sommigen' in vers 28:

1Co 12:28 En God heeft sommigen in de gemeente gesteld: ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, vervolgens krachten, vervolgens genadegaven van genezingen, hulpbetoningen, besturingen, allerlei talen. 1Co 12:29 Zijn allen soms apostelen? Zijn allen soms profeten? Zijn allen soms leraars? Hebben allen soms krachten? (TELOS)

Al die gaven werden telkens bij 'sommigen' gevonden en die sommigen waren niet allen noch, kennelijk, de meesten. Maar, kan iemand opwerpen, is het spreken in talen niet iets dat de gelovigen zou volgen?

Mr 16:15 En Hij zei tot hen: Gaat heen in de hele wereld en predikt het evangelie aan de hele schepping. Mr 16:16 Wie geloofd heeft en gedoopt is, zal behouden worden; wie echter niet gelooft, zal veroordeeld worden. Mr 16:17 Hen nu die geloven, zullen deze tekenen volgen: in mijn naam zullen zij demonen uitdrijven, in nieuwe talen zullen zij spreken, Mr 16:18 en met hun handen zullen zij slangen opnemen, en als zij iets dodelijks drinken, zal het hun geenszins schaden; op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen beter worden. (TELOS)

De tekenen die de gelovigen volgen zijn tekenen die onder hen voorkwamen. Daarmee is niet gezegd dat één van de genoemde tekenen bij elke gelovige zou voorkomen of door de meeste gelovigen vertoond zouden worden. De voorzeggingen van Mark. 16:15-18 (onder andere die van 'in nieuwe talen zullen zij spreken') gelden niet voor alle afzonderlijke gelovigen, maar voor de gelovigen als groep: in deze groep mensen zullen die wondertekenen zich voordoen.

Soms allen. Bij enkele bijzondere gebeurtenissen evenwel spraken alle aanwezigen in een taal. De eerste gebeurtenis is de uitstorting van de Heilige Geest op de pinksterdag:

Hnd 2:1 En toen de dag van het pinksterfeest werd vervuld, waren zij allen gemeenschappelijk bijeen. Hnd 2:2 En er kwam plotseling uit de hemel een geluid als van een geweldige, voortgedreven wind en deze vulde het hele huis waar zij zaten. Hnd 2:3 En er vertoonden zich aan hen tongen als van vuur, die zich verdeelden, en het zette zich op ieder van hen. Hnd 2:4 En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en ze begonnen in andere talen te spreken, zoals de Geest hun gaf uit te spreken.

Tijdgebonden?

De voorzegging dat gelovigen met nieuwe tongen zullen spreken (Mark. 16:15-18) schijnt algemeen te zijn en de vervulling niet beperkt door enige grens van tijd. Mogelijk dat het verschijnsel zich in het ene tijdsgewricht meer voordoet dan in het andere, en/of op de ene plaats meer dan op de andere. In de eindtijd zal de Heilige Geest worden uitgestort, het historische talenwonder van de Pinksterdag is daarvan een voorvervulling.

Hnd 2:16  Maar dit is wat gesproken is door de profeet Joel: Hnd 2:17  ‘En het zal gebeuren in de laatste dagen, zegt God, dat Ik van mijn Geest zal uitstorten op alle vlees, en uw zonen en dochters zullen profeteren, en uw jongemannen zullen gezichten zien en uw ouden zullen dromen dromen. Hnd 2:18  Ja, op mijn slaven en op mijn slavinnen zal Ik in die dagen van mijn Geest uitstorten en zij zullen profeteren. Hnd 2:19  En Ik zal wonderen geven in de hemel boven en tekenen op de aarde beneden: bloed en vuur en rookwalm. Hnd 2:20  De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en luisterrijke dag van de Heer komt. Hnd 2:21  En het zal gebeuren dat ieder die de naam van de Heer aanroept, behouden zal worden’. (Telos)

Vele Protestanten beperken de wonderen tot de tijd van de apostelen; ze beweren dat er na dit tijdperk geen wonderen meer kunnen geschied zijn[1].

Meer informatie

G.F. Rendal, Talen, tongen?, relaas van een eerlijk bijbelonderzoek. Vaassen: Medema, 1984.

Voetnoot

  1. Dat stelt de rooms-katholieke apologeet Th.F. Bensdorp vast op blz. 166 van Apologetica. Verzameld en ingeleid door M. Stoks. Derde deel. Amsterdam: N.V. de R.K. Boek-Centrale, 1922. Volgens Bensdorp komen de wondergaven nog immer voor.