Spreuken/Hoofdstuk 31: verschil tussen versies

4.424 bytes toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
 
(4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 2:
 
== Spr. 31:10 ==
Spr 31:10 [Aleph]. Wie zal een degelijkedeugdelijke huisvrouw vinden? Want haar waarde is ver boven de robijnen. (CP<ref name=":0">Op basis van de Statenvertaling aangepaste vertaling op Christipedia</ref>)
'''Aleph'''. De eerste letter van het Hebreeuwse alfabet. De volgende verzen beginnen met andere letters van dat alfabet, in volgorde.
 
'''Deugdelijke huisvrouw'''. Degelijk, flink en deugdzaam is zij. → [[Deugdelijk]]. Hetzelfde Hebreeuwse woord in vers 29.
=== Degelijke ===
 
'''Hebreeuwse woord.''' Het Hebreeuwse woord, in de Statenvertaling overgezet door 'deugdelijk', is, חיל, chayil. Dit heeft de betekenissen: 1. kracht, 2. vermogen, doeltreffendheid, 3. rijkdom, 4. macht, leger. Het Strongnummer is 02428. Het woord komt 243x voor in het Oude Testament. Het wordt meestal door 'leger' (NBG51, 62x) of 'heir' (Statenvertaling, 92x) overgezet, verder door 'dapper' (NBG51, 35x; SV, 15x) of 'kloek' (SV, 38x) of 'flink' (NBG51, 24x). De SV vertaalt 3x door 'deugdelijk', de NBG5 12x door 'degelijk'.
''Spr 31:29 [Resch]. Vele dochteren hebben <u>deugdelijk</u> gehandeld; maar gij gaat die allen te boven. (SV)''
 
=== Degelijke Deugdelijke ===
'''Hebreeuwse woord.''' Het Hebreeuwse woord, in de Statenvertaling van de verzen 10 en 29 overgezet door 'deugdelijk', is, חיל, chayil. Dit heeft de betekenissen: 1. kracht, 2. vermogen, doeltreffendheid, 3. rijkdom, 4. macht, leger. Het Strongnummer is 02428. Het woord komt 243x voor in het Oude Testament. Het wordt meestal door 'leger' (NBG51, 62x) of 'heir' (Statenvertaling, 92x) overgezet, verder door 'dapper' (NBG51, 35x; SV, 15x) of 'kloek' (SV, 38x) of 'flink' (NBG51, 24x). De SV vertaalt 3x door 'deugdelijk', de NBG5 12x door 'degelijk'.
 
'''Vertalingen'''. De NBG51-vertaling en de Leidse vertalingen hebben 'degelijke (huis)vrouw'. De Nederlandse Luthervertaling heeft 'deugdzame vrouw'. De vertaling van Obbink heeft 'wakkere vrouw'. De Naardense Bijbelvertaling heeft 'vrouw van vermogen'. De Petrus Canisius-vertaling heeft 'flinke vrouw'. De Willibrordvertaling en de NBV2004-vertalingen hebben 'sterke vrouw'. Het Boek en de Groot Nieuws Bijbel hebben 'goede vrouw'.
Regel 17 ⟶ 21:
 
== Spr. 31:11 ==
Spr 31:11 ''[Beth'']. Het hart van haar heer vertrouwt op haar, zodat hem geen goed zal ontbreken. (CP<ref name=":0" />)
'''Haar heer'''. Haar echtgenoot. De man heeft in het [[huwelijk]] gezag over de vrouw.
 
'''Geen goed zal ontbreken'''. Zij zorgt voor hem,hetgeen nodig is zijnin helpster.de Hij komt niet tekorthuishouding. Daarbij mogen we tevens denken aan de huwelijkse omgang:
 
''1Co 7:5 Onttrekt u niet aan elkaar, tenzij dan met onderling goedvinden, voor een tijd, opdat u zich aan het gebed wijdt en daarna weer samen bent, opdat de satan u niet verzoekt, omdat u zich niet kunt onthouden. (TELOS)''
 
== Spr. 31:12 ==
Spr 31:12 ''[Gimel'']. Zij doet hem goed en geen kwaad, al de dagen van haar leven. (CP<ref name=":0" />)
'Zorgzame moeder', 'zorgzame vrouw' zijn veelvoorkomen woorden van waardering op grafstenen van overleden huisvrouwen.
 
== Spr. 31:13 ==
Spr 31:13 ''[Daleth'']. Zij zoekt wol en vlas, en werkt met lust van haar handen. (CP<ref name=":0" />)
'''Wol en vlas'''. Wol en [[vlas]] zijn grondstof voor wollen respectievelijk linnen kleding. Van wol en vlas maakt zij kleding.
 
== Spr. 31:14 ==
Spr 31:14 ''[He'']. Zij is als de schepen van een koopman; zij doet haar brood van verre komen. (CP<ref name=":0" />)
Zij is bereid afstanden te overbruggen om het goed voor het haar gezin te verkrijgen.
 
== Spr. 31:15 ==
Spr 31:15 ''[Vau'']. En zij staat op, als het nog nacht is, en geeft haar huis voedsel, en haar dienstmaagden het bescheiden deel. (CP<ref name=":0" />)
De verzen 13 t/m 15 vertellen ons dat de degelijke huisvrouw in de ''levensbehoeften'' van haar gezin (kleding, voedsel) voorziet.
 
Regel 43 ⟶ 45:
 
== Spr. 31:16 ==
Spr 31:16 ''[Zain'']. Zij denkt om een akker, en krijgt hem; van de vrucht van haar handen plant zij een wijngaard. (CP<ref name=":0" />)
De verzen 13 t/m 16 doen de degelijke, flinke vrouw kennen als een ''ondernemend'' type, ten behoeve van haar gezin.
 
Regel 51 ⟶ 53:
 
== Spr. 31:18 ==
Spr 31:18 ''[Teth'']. Zij smaakt, dat haar koophandel goed is; haar lamp gaat des nachts niet uit. (SV)
[[Bestand:William-adolphe bouguereau the spinner.jpg|miniatuur|''De spinster''. Schilderij door William Adolphe Bouguereau (1873). In haar linkerhand houdt zij een spinrok, in haar andere hand een spintol.]]
'''Haar koophandel'''. Zij koopt en verkoopt, zij handelt dus.
Regel 57 ⟶ 59:
'''Haar lamp gaat des nachts niet uit'''. Tot in de late uren is zij bezig. En zij staat vroeg op, als het nog nacht is (vers 15). Zij is ijverig en dat blijkt in de besteding van haar tijd. Zij hangt niet avond aan avond voor de televisie, om in een beeld van onze tijd te spreken.
== Spr. 31:19 ==
Spr 31:19 ''[Jod'']. Zij steekt haar handen uit naar het spinrok, haar handpalmen vatten het weefspoel. (CP<ref name=":0" />)
[[Spinrok]] en [[weefspoel]] zijn werktuigen in de weverij.
 
== VoetnootSpr. 31:20 ==
Spr 31:20 [Caph]. Zij breidt haar handpalm uit tot den ellendige; en zij steekt haar handen uit tot den nooddruftige. (SV)
Zij doet niet alleen haar huisgezin goed, ook helpt zij de ellendige.
 
''Mt 25:35 want Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven; Ik had dorst en u hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling en u hebt Mij opgenomen; Mt 25:36 naakt en u hebt Mij gekleed; Ik was ziek en u hebt Mij bezocht; Ik was in de gevangenis en u bent bij Mij gekomen. Mt 25:37 Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden en zeggen: Heer, wanneer zagen wij U hongerig en hebben U gevoed, of dorstig en hebben U te drinken gegeven? Mt 25:38 En wanneer zagen wij U als vreemdeling en hebben U opgenomen, of naakt en hebben U gekleed? (Telos)''
 
== Spr. 31:22 ==
Spr 31:22 [Mem] Zij maakt voor zichzelf dekens, van fijn linnen en roodpurper is haar kleding. (HSV)
'''Dekens'''. Statenvertaling: 'tapijtsieraad'. NBG51-vertaling: 'tapijten'. Naardense vertaling: 'mantels als dekens'. NBV2004: 'de mooiste dekens'. Leidse vertaling: 'spreien'. Canisiusvertaling: 'mantels'. Obbink: 'dekens'. Gezien de verschillende vertaling is het blijkbaar onduidelijk wat bedoeld wordt. Het Hebreeuwse woord wordt nog in een ander vers gebruikt:
 
''Spr 7:16 Ik heb mijn bedstede met <u>tapijtsieraad</u> toegemaakt, met uitgehouwen werken, met fijn linnen van Egypte; (SV)''
 
''Spr 7:16 Ik heb mijn rustbank opgemaakt met <u>dekens</u>, kleurige spreien van Egyptisch linnen. (HSV)''
 
''Spr 7:16 Met <u>dekens</u> heb ik mijn bed bedekt, met bonte spreien van Egyptisch linnen. (NBG51)''
 
''Spr 7:16 Ik heb mijn bed fraai versierd met bonte tapijten uit Egypte; (Nieuwe Lutherbijbel)''
 
De deugdelijke huisvrouw zorgt niet alleen voor het noodzakelijke, maar ook voor hetgeen kan bijdragen tot versiering van haar huis en tot veraangenaming van haar leven; want zij maakt voor zich met vlijtige hand op de weefstoel tapijtsieraad; haar kleding is fijn [[linnen]] en [[purper]], hetgeen alleen door de aanzienlijken gedragen wordt. Zij gebruikt de gave, door God haar verleend, op behoorlijke wijze. Zij is gekleed zoals het behoort, zoals het mag. Zij pronkt niet, maar evenmin vergeet zij het eerbaar en waardig optreden.<ref name=":1">Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op het onderhavige vers van Spr. 31. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt. </ref> Al verkoopt zij ook het door haar gemaakte fijn [[lijnwaad]] (vers 24), ze kleedt zich niet om maar geld te winnen.
 
== Spr. 31:23 ==
Spr 31:23 [Nun]. Haar man is bekend in de poorten, als hij zit met de oudsten des lands. (SV)
Ook hier, evenals in vers 22, meer dan het noodzakelijke. Haar man is bekend in de poorten, als hij ten gericht zit met de oudsten van het land. Hij neemt deel aan bestuur en rechtspraak. Hij heeft aanzien verkregen door de voortreffelijkheid van haar handel en wandel. Zij doet hem zodanig goed (vers 12), dat hij in de maatschappij een belangrijke plaats is gaan innemen.
 
== Spr. 31:25 ==
Spr 31:25 [Ain]. Sterkte en heerlijkheid zijn haar kleding; en zij lacht over den nakomenden dag. (SV)
'''Sterkte'''. Het Hebreeuwse woord betekent<ref>''Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen.'' Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige ''Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon'' van Larry Pierce. </ref> sterkte, kracht, macht, in fysieke of materiële zin, dan wel, als in vers 25, in persoonlijke, sociale of politieke zin.
 
'''Haar kleding'''. Haar beste sierlijke kleding.
 
'''Zij lacht over de nakomende dag'''. Met vrolijke moed gaat zij haar weg gaat en verricht haar arbeid. Zij geeft zich dan ook niet over aan kwellende zorgen. Zij denkt in vrolijke gezindheid over de dag van morgen.<ref name=":1" />
 
''Mt 6:34 Weest dan niet bezorgd voor morgen; want morgen zal voor zichzelf bezorgd zijn; voor elke dag is zijn eigen kwaad genoeg. (TELOS)''
 
== Spr. 31:29 ==
Spr 31:29 [Resch]. Vele dochteren hebben deugdelijk gehandeld; maar gij gaat die allen te boven. (SV)
'''Deugdelijk'''. In het Hebreeuws hetzelfde woord als in vers 10, zie daar.
 
== Voetnoten ==