Spreuken/Hoofdstuk 8: verschil tussen versies

Uit Christipedia
Spreuken > Hoofdstuk 8
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Commentaar pagina}} == Spr. 8:7 == Spr 8:27 Toen Hij de hemelen bereidde, was Ik daar; toen Hij een cirkel over het vlakke des afgronds beschreef; (TELOS) '''Ee...')
 
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
{{Commentaar pagina}}
{{Commentaar pagina}}


== Spr. 8:7 ==
== Spr. 8:27 ==
Spr 8:27 Toen Hij de hemelen bereidde, was Ik daar; toen Hij een cirkel over het vlakke des afgronds beschreef; (TELOS)
Spr 8:27 Toen Hij de hemelen bereidde, was Ik daar; toen Hij een cirkel over het vlakke des afgronds beschreef; (SV)
'''Een cirkel over het vlakke des afgronds'''. De dampkring, het hemelgewelf dat zich aan ons oog voordoet als een ronde koepel, een gewelf, terwijl de diepte zee (en het land) zich laten waarnemen als een vlakte.
'''Een cirkel over het vlakke des afgronds'''. De dampkring, het hemelgewelf dat zich aan ons oog voordoet als een ronde koepel, een gewelf, terwijl de diepte zee (en het land) zich laten waarnemen als een vlakte.

== Spr. 8:30 ==
Spr 8:30 Toen was Ik een voedsterling bij Hem, en Ik was dagelijks [Zijn] vermakingen, te aller tijd voor Zijn aangezicht spelende; (SV)
'''Voedsterling'''. Een voedsterling is een pleegkind. In het Hebr. אמון (Amoon). Dit woord kan én voedsterling én werkmeester, vakman, bouwmeester, architect, kunstenaar betekenen.

''Heb 11:10 ... de stad die de fundamenten heeft, waarvan God ontwerper en bouwmeester is. (TELOS)''

De tweede betekenis is waarschijnlijker. Hier wordt toch van de Wijsheid gezegd, dat zij is de middeloorzaak van de Schepping. Reeds vroeger in de vorige verzen is er op gewezen, dat zij uit God is, maar hier ook in verband met het volgende, dat, toen God de wereld schiep, zij door Haar is voortgebracht. Gelijk eeuwen daarna Johannes in zijn evangelie van het Woord schreef, dat alle dingen door Hemel gemaakt zijn, zo wordt ook hier van de Wijsheid gezegd, dat Zij het is, waardoor God alles heeft gewerkt. Woord en Wijsheid zijn één en wijzen op Hem, die zeggen kon: Eer Abraham was, ben Ik. 

== Bron ==
Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Spr. 8:30.  Enige tekst hiervan is verwerkt.

Versie van 8 mrt 2018 09:36

Bij een of meer verzen van de volgende hoofdstukken van het boek Spreuken is commentaar geplaatst:

Spr. 8:27

Spr 8:27 Toen Hij de hemelen bereidde, was Ik daar; toen Hij een cirkel over het vlakke des afgronds beschreef; (SV)

Een cirkel over het vlakke des afgronds. De dampkring, het hemelgewelf dat zich aan ons oog voordoet als een ronde koepel, een gewelf, terwijl de diepte zee (en het land) zich laten waarnemen als een vlakte.

Spr. 8:30

Spr 8:30 Toen was Ik een voedsterling bij Hem, en Ik was dagelijks [Zijn] vermakingen, te aller tijd voor Zijn aangezicht spelende; (SV)

Voedsterling. Een voedsterling is een pleegkind. In het Hebr. אמון (Amoon). Dit woord kan én voedsterling én werkmeester, vakman, bouwmeester, architect, kunstenaar betekenen.

Heb 11:10 ... de stad die de fundamenten heeft, waarvan God ontwerper en bouwmeester is. (TELOS)

De tweede betekenis is waarschijnlijker. Hier wordt toch van de Wijsheid gezegd, dat zij is de middeloorzaak van de Schepping. Reeds vroeger in de vorige verzen is er op gewezen, dat zij uit God is, maar hier ook in verband met het volgende, dat, toen God de wereld schiep, zij door Haar is voortgebracht. Gelijk eeuwen daarna Johannes in zijn evangelie van het Woord schreef, dat alle dingen door Hemel gemaakt zijn, zo wordt ook hier van de Wijsheid gezegd, dat Zij het is, waardoor God alles heeft gewerkt. Woord en Wijsheid zijn één en wijzen op Hem, die zeggen kon: Eer Abraham was, ben Ik. 

Bron

Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Spr. 8:30.  Enige tekst hiervan is verwerkt.