Stadsprefect

Een stadsprefect (Lat. Prefectus urbi; Grieks πολιτ-αρχης, politarches ) was in het Romeinse rijk iemand die het gezag over een stad voerde, een stadscommandant, een stadsoverste, een burgemeester, een stadsbestuurder. Het Griekse woord politarches is samengesteld uit woorden voor ‘stad’ en ‘gezagvoerder’. De stadsprefect kan daarom ook worden genoemd de stadsbevelhebber, stadscommandant.

In de Griekse stad Thessalonika werden, ten tijde van Paulus’ verkondiging aldaar, christenen opgepakt en naar de stadsprefecten gesleept.

Hnd 17:6 maar toen ze hen daar niet aantroffen, sleepten ze Jason en enkele andere leerlingen mee naar de stadsprefecten, tegen wie ze schreeuwden: ‘De mensen die in het hele rijk de orde verstoren, zijn nu ook hier gekomen, Hnd 17:7 en Jason heeft hun onderdak verleend. Allemaal overtreden ze de verordeningen van de keizer door te beweren dat iemand anders koning is, namelijk Jezus!’ Hnd 17:8 De te hoop gelopen menigte en de stadsprefecten raakten in verwarring bij het horen van deze woorden. Hnd 17:9 Jason en de anderen werden op borgtocht vrijgelaten. (Nieuwe Bijbelvertaling 2004)

Anderen vertalingen hebben hier: “stadsbestuurders” (Telos), “bestuurders van de stad” (HSV), “stadsbestuur” (Canisius, WV95), “oversten van de stad” (Statenvertaling, Lutherse vertaling, Voorhoeve), “stadsoversten” (Naardense bijbel), “stadsoverheid” (Leidse vertaling), “stedelijke overheid” (WV78),