Statenvertaling: verschil tussen versies

Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
De '''Statenvertaling''' (SV) is een beroemde oude [[bijbelvertaling]] die in behoudende kringen wordt gelezen en door gelovigen die een vertaling wensen die dicht bij de oorspronkelijke bijbeltekst staat en niet terugschrikken voor verouderde taal. De vertalers hebben de Heilige Schrift "uit de oorspronkelijke talen in onze Nederlandse taal getrouwelijk overgezet." De Statenvertaling verscheen voor het eerst in 1637 en was vervaardigd in opdracht van de Staten-Generaal, volgens het besluit van de synode van Dordrecht. De Statenbijbel was de eerste volledige officiële Nederlandstalige Bijbelvertaling vertaald uit het Hebreeuws en Grieks, de voornaamste brontalen van de [[Bijbel]].
De '''Statenvertaling''' (SV) is een beroemde oude [[Bijbelvertaling]] die in behoudende kringen wordt gelezen en door gelovigen die een vertaling wensen die dicht bij de oorspronkelijke Bijbeltekst staat en niet terugschrikken voor verouderde taal. De vertalers hebben de Heilige Schrift "uit de oorspronkelijke talen in onze Nederlandse taal getrouwelijk overgezet." De Statenvertaling verscheen voor het eerst in 1637 en was vervaardigd in opdracht van de Staten-Generaal, volgens het besluit van de synode van Dordrecht. De Statenbijbel was de eerste volledige officiële Nederlandstalige Bijbelvertaling vertaald uit het Hebreeuws en Grieks, de voornaamste brontalen van de [[Bijbel]].

De vertalers worden genoemd ''Statenvertalers'' of ''Statenoverzetters''.


Voorafgaande Nederlandse vertalingen lieten veel te wensen over. Daarom vonden de kerken het nodig, maatregelen voor een nieuwe Bijbelvertaling te nemen. Vanaf 1571 kwam deze zaak op bijna elke Synode ter sprake, maar ze bleef slepende, tot ze door de Synode van Dordrecht (1618-1619) met kracht ter hand genomen werd. In 1618 gaf de Synode van Dordrecht aan een aantal theologen de '''opdracht''' de bijbel te vertalen in het Nederlands.
Voorafgaande Nederlandse vertalingen lieten veel te wensen over. Daarom vonden de kerken het nodig, maatregelen voor een nieuwe Bijbelvertaling te nemen. Vanaf 1571 kwam deze zaak op bijna elke Synode ter sprake, maar ze bleef slepende, tot ze door de Synode van Dordrecht (1618-1619) met kracht ter hand genomen werd. In 1618 gaf de Synode van Dordrecht aan een aantal theologen de '''opdracht''' de bijbel te vertalen in het Nederlands.