Stoel van Mozes

Uit Christipedia

Stoel van Mozes is een benaming waarmee de Heer Jezus verwees naar het leergezag van Mozes dat de schriftgeleerden en farizeeën zich hadden toegeëigend (Matth. 23:1). Misschien verwees hij daarmee tevens naar een zetel in de synagoge waar de Joodse godsdienstleraar zat om in de wet van Mozes te onderwijzen.

Jezus heeft het over ‘de stoel van Mozes’ in het evangelie van Mattheüs. Alleen in Matth. 23:2 komt de uitdrukking in de Bijbel voor.

Mt 23:1 Toen sprak Jezus tot de menigten en tot zijn discipelen Mt 23:2 en zei: De schriftgeleerden en de farizeeën zijn gaan zitten op de stoel van Mozes. (TELOS)

In een synagoge werd de wet van Mozes staande voorgelezen en zittend op een stoel uitgelegd. Deze stoel was dus een leerstoel, een stoel vanwaar geleerd werd. In onze bijeenkomsten echter wordt het woord van God gewoonlijk staande voorgelezen en staande uitgelegd en gepredikt. Het 'zitten' waarvan de Heer spreekt duidt misschien op de gewoonte in de synagoge om de wet zittend uit te leggen, nadat ze staande was voorgelezen. Hijzelf las ook staande voor en legde zittend uit.

Lu 4:16 En Hij kwam in Nazareth waar Hij was opgevoed en ging naar zijn gewoonte op de dag van de sabbat naar de synagoge en stond op om te lezen. Lu 4:17 En het boek van de profeet Jesaja werd Hem gegeven; en toen Hij het boek had ontrold, vond Hij de plaats waar geschreven stond: Lu 4:18 ‘De Geest van de Heer is op Mij, doordat Hij Mij heeft gezalfd om aan armen het evangelie te verkondigen; Hij heeft Mij gezonden Lu 4:19 om aan gevangenen loslating te prediken en aan blinden het gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijlating, om te prediken het aangename jaar van de Heer’. Lu 4:20 En nadat Hij het boek had opgerold en aan de dienaar teruggegeven, ging Hij zitten, Lu 4:21 en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem gericht. Hij nu begon tot hen te zeggen: Heden is dit Schriftwoord in uw oren vervuld. (TELOS)

Jezus heeft het over ‘de stoel van Mozes’ in de volgende passage:

Mt 23:1 Toen sprak Jezus tot de menigten en tot zijn discipelen Mt 23:2 en zei: De schriftgeleerden en de farizeeën zijn gaan zitten op de stoel van Mozes. Mt 23:3 Alles dan wat zij u ook zeggen, doet en bewaart dat, maar doet niet naar hun werken; want zij zeggen en doen niet. Mt 23:4 Zij nu binden zware en moeilijk te dragen lasten en leggen ze op de schouders van de mensen; maar zijzelf willen ze met hun vinger niet verroeren. Mt 23:5 Al hun werken nu doen zij om door de mensen gezien te worden; want zij maken hun gebedsriemen breed en hun kwasten groot; Mt 23:6 en zij houden van de eerste plaats bij de maaltijden en de eerste zetels in de synagogen Mt 23:7 en de begroetingen op de markten, en houden ervan zich door de mensen Rabbi te laten noemen. U echter, laat u niet Rabbi noemen; Mt 23:8 want een is uw Meester, en u bent allen broeders. Mt 23:9 En noemt niemand uw vader op de aarde, want een is uw Vader: de Hemelse. Mt 23:10 Laat u ook niet leermeesters noemen, want een is uw Leermeester: de Christus. Mt 23:11 De grootste van u echter zal uw dienstknecht zijn. (TELOS)

In de Griekse grondtekst luidt de uitdrukking Moseoos kathedras (Μωσέως καθέδρας), „Mozes’ zetel’’. De meeste Nederlandse vertalingen hebben ‘stoel van Mozes’, de Naardense bijbelvertaling en de Canisius-vertaling hebben ‘zetel van Mozes’, de Willibrord-78-vertaling heeft ‘leerstoel van Mozes’. In Engelse bijbels vinden wij de vertalingen „Moses' seat" en „chair of Moses".

Vergelijk ons gebruik van 'katheder' en het synoniem ‘leerstoel’ voor het hoogleraarschap. Het woord ‘leerstoel’ betekent (1) katheder of (2) hoogleraarschap, professoraat’. Synoniem van ‘leerstoel’ is ‘katheder’, van Lat. cathedra, van Gr. kathedra. Het woord katheder betekent (1) ‘spreekgestoelte’, met name vanwaar een hoogleraar spreekt, of (2) ‘hoogleraarschap, professoraat’[1].

Vergelijk ons woord kathedraal, afkomstig van het Franse cathédral, dit van het middeleeuws- Latijnse cathedralis (van een bisschopszetel, kathedraal). Een kathedraal is de hoofdkerk van een bisdom in de zetelplaats van de bisschop, waarin zich de bisschopszetel bevindt[2].

Op de stoel van Mozes zaten de schriftgeleerden, wanneer zij in de synagogale bijeenkomst in de wet van Mozes onderwijs gaven. Dat Jezus in de aangehaalde Schriftplaats in één adem met de schriftgeleerden de farizeeën noemde, "zal wel komen, omdat zij de pretentie voerden met de schriftgeleerden het alleenrecht op de uitleg van de wet te bezitten"[3].

Bij opgravingen zijn in synagogen te Hammath bij Tiberias en te Chorazin (3e eeuw na Chr.) stenen zetels aangetroffen. De ouderlingen van de synagoge zaten met hun ruggen naar Jeruzalem en hun gezichten naar de bezoekers gekeerd. De voornaamste ouderling zat in de stenen zetel op een verhoging, naast de ‘ark’ die de boekrollen van het Oude Testament bevatte. Misschien heeft de Heer Jezus naar een dergelijke zetel verwezen. Vanaf deze zetel, neemt men aan, legden leraars de wet van Mozes uit. De zetel was een symbool van hun gezag als verklaarders van de wet van Mozes.

Foto's: Stenen zetel in de synagoge van Chorazin (3e eeuw n.C.). De zetel "was waarschijnlijk bedoeld voor hoogwaardigheidsbekleders", aldus het witte Engelstalige informatiebord ernaast. Een inschrift op de zetel vermeldt dat de zetel aan de synagoge is geschonken door Yudan, zoon van Yishmaël.

De Heer Jezus verwees echter niet slechts of niet zozeer naar een tastbare stoel. In Matth. 23:2 zijn “schriftgeleerden” en “Farizeeën” in het meervoud, “stoel” is in het enkelvoud. De Heer doelde op de plaats van gezag die zij hadden ingenomen als verkondigers en uitleggers van de wet van Mozes, als diens opvolgers. Hij wees erop dat hun houding en gedrag niet deugde, hoewel zij leraars van de wet waren.

Bron

Bromiley, Geoffrey  W., The International Standard Bible Encyclopedia, Revised. Wm. B. Eerdmans, 1988; 2002, s.v. Moses’ seat.

Voetnoten

  1. Bron:Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal (13e uitgave), digitale versie, jaar 2000.
  2. Bron: Van Dale, aangehaald werk, s.v. Kathedraal.
  3. Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht (Boekencentrum, 1987).