Stokebrand

Uit Christipedia

Een stokebrand is een aanstoker van onrust, hartstocht, twist, ongeregeldheden enz.[1] In de Statenvertaling komt dit woord voor in Ps. 57:4.

Stokebranden is onrust stoken, zaaien. Dit woord wordt alleen in de hele werkwoordsvorm gebruikt.

In de Statenvertaling komt 'stokebranden' als meervoud van 'stokebrand' voor in Ps. 57:5:

Ps 57:4 (57-5) Mijn ziel is in het midden der leeuwen, ik lig [onder] stokebranden, mensenkinderen, welker tanden spiesen en pijlen zijn, en hun tong een scherp zwaard. (SV)

Enkele andere vertalingen:

Ps 57:4 (57:5) Mijn ziel verkeert te midden van leeuwen, ik lig [tussen] mensen die verzengen [als vuur], mensenkinderen van wie de tanden speren en pijlen zijn, en hun tong een scherp zwaard. (HSV)

Ps 57:4 Ik lig neder te midden van leeuwen, vlammen spuwende mensenkinderen; hun tanden zijn speer en pijlen, hun tong een scherp zwaard. (NBG51)

Het Hebreeuwse woord vertaald door 'stokebranden' is het werkwoord lahat. Het komt 11x in de Bijbel voor. Het Strongnummer is 03857. Het Hebreeuwse woord betekent: (ver)branden, in gloed staan, (ver)schroeien, aansteken, ontvlammen; (Qal) laaien (deelw)[2]. De Statenvertaling vertaalt als volgt: in vlam zetten 3x, aan brand steken 2x, aansteken 2x, branden 1x, stokebranden 1x, vlammen 1x, vlammend 1x. De NBG51 vertaling heeft: laaiend 2x, verzengen 2x, in vlam zetten 2x, in brand steken 1x, in brand zetten 1x, in laaiende gloed zetten 1x, verteren 1x, vlammen spuwende 1x.

Voetnoten

  1. Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000.
  2. Hebreeuws-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.