Tartarus, van het Griekse woord tartaros, is de stikdonkere afgrond waarin een categorie boze engelen bewaard worden tot het oordeel en waarin ook slechte mensen terecht komen.

De apostel Petrus zegt van die boze engelen dat God ze in de tartarus geworpen heeft. Petrus gebruikt het Griekse werkwoord tarta'ro-oo = in de tartarus werpen. Dit woord komt in het Nieuwe Testament slechts één keer voor en wel in:

2Pe 2:4 Want als God engelen die gezondigd hadden niet gespaard, maar hen in de afgrond geworpen en overgeleverd heeft aan ketenen van donkerheid om tot het oordeel bewaard te worden; (TELOS)

Vergelijk wat Petrus en Judas van bepaald slechte mensen zeggen:

2Pe 2:17 Dezen zijn waterloze bronnen en nevelen door de storm voortgedreven, voor wie de donkerheid van de duisternis bewaard wordt. (TELOS)

Jds 1:13 wilde golven van de zee, die hun eigen schandelijkheden opschuimen; dwaalsterren, voor wie de donkerheid van de duisternis tot in eeuwigheid bewaard wordt. (TELOS)

De heidense schrijvers gebruikten het woord tartarus voor de 'diepste afgrond van de helse gewesten', een plaats van uiterste donkerheid.

Meer informatie

Derek Gilbert: The Old Gods. Youtube.com: Prophecy Watchers, 12 feb. 2020. Duur: 2 min. 16 sec.

Bronnen

A New and Concise Bible Dictionary (George Morris, 1899) s.v. Hell. Hieruit is vertaalde tekst opgenomen op 23 mei 2012.