Thomas Rhedon

Uit Christipedia

Thomas Rhedon of Rhedonensis was een Franse hervormingsgezinde monnik, die te Rome in 1436 wegens ketterij werd veroordeeld en verbrand.

Hij kwam ter wereld in de Franse plaats Thenes, Bretagne. Hij werd een Karmelieter-monnik. Hoewel hij tot de verbasterde en goddeloze bedel­orde behoorde, had hij in zijn monniken-leven enige ken­nis van de waarheid verkregen.

Naar Rome. Eens reisde hij met enige 'geestelijken' uit Venetië door Italië. De reden waarom hij Frankrijk had verlaten en nu Italië doorreisde, was de hoop daar enige godvruchtige monniken te vinden, met wie hij in het geheim en op godsdienstige wijze zou kunnen leven, en zo dagelijks in alle godza­ligheid meer en meer toenemen. Hij dacht dit nergens beter te zullen vinden dan in de stad Rome, daar zij als het hoofd der christenheid en de zetel van de allerheiligste apostel Petrus geacht werd. Ziedaar waarom hij naar Rome ging.

Te Rome. In 432 kwam hij in Rome aan. In deze stad vond hij echter alles anders dan hij meende te zullen te vinden. In plaats van heiligheid vond hij geveinsdheid; in plaats van geestelijk leven trof hij er hoogmoed en verkwistende overvloed aan; in plaats van vreze Gods, vond hij er niets dan verachting van God en vreselijke godslastering.

In zijn toespraken bestrafte hij eindelijk hevig dit schandelijk leven, vooral dat van de kardinalen en opperpriesters, die zich nog wel geestelijke hoofden van de christenheid noemden.
De verbranding van Thomas Rehdon
Beschuldiging en doodstraf. Maar aangezien de duisternis het licht niet kon verdragen, en de waarheid de vijandschap groter maakte, beschul­digden zij Thomas als een ketter, om de volgende artikelen:
  1. De Kerk heeft een hervorming nodig, en zeker is het, dat zij zwaar zal gestraft en hervormd worden.
  2. De ongelovige Joden, Turken en heidenen, die in Mauritanië (Noordkust van Afrika) wonen, zullen in de laatsten tijd ook tot de Heer Christus en het christelijk geloof bekeerd worden.
  3. Dat Rome vol was van verschrikkelijke gru­welen.
  4. Dat de ban van de Paus, wanneer die onrechtvaardig toegepast werd, niet te vrezen was; dat ook zij die hem verachtten, niet zondigden.

In die tijd regeerde te Rome paus Eugenius IV (die was paus van 1431-1447). Voor hem werd Thomas geroepen. Toen hij daar verscheen, werd hij in de gevangenis geworpen.

Als hij daarin enige tijd vertoefd had, en op velerlei wijze was gepijnigd, werd hij vervolgens van zijn priesterschap ontzet en daarna levend verbrand, en wel in het jaar van onze enige Zaligmaker Jezus Christus 1436, vier jaren nadat hij te Rome was gekomen.

Bron

Adrianus Haemstedius, Historie der martelaren; Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben van Christus onzen zaligmaker af tot het jaar 1655. (Rotterdam: D. Bolle, 1881) blz. 87-88. Tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 16 okt. 2022.