Tofet

Uit Christipedia

Een tofet of tofeth of thophet was een offerplaats waar kleine kinderen geofferd werden als brandoffer. Ze kwamen om door verstikking en werden met vuur verbrand (Jer. 8:31).

Ten zuiden van Jeruzalem, aan het zuidoostelijk einde van het dal van de zonen van Hinnom, nabij de bron Siloa, waren hoogten van tofet, waar kinderen geofferd werden aan de god Moloch. Hiëronymus beschrijft het als een ten opzichte van de natuur zeer liefelijke en schaduwrijke plaats[1]

Kaart: de offerplaats Tofet lag in het Hinnom-dal ten zuiden van Jeruzalem, in de buurt van de Siloamvijver. Op de Engelse kaart: "Tophet or Gehenna". De Siloamvijver wordt aangeduid door "Fountain of Siloam Shiloah".

De Israëlieten namen deze ritueel-godsdienstige doding van kinderen over van de Kanaänieten. De Molochdienst werd te midden van Gods volk door de goddeloze koningen Achaz, Manasse en Amon bedreven.

Naam. De betekenis van de naam Tofet is onduidelijk. De naam betekent misschien: plaats van het afschuw of de ergernis van uitspuwen[1].

Onrein. Alle plaatsen van Tofet waren 'onrein' (Jer. 19:13).

Veroordeling. God veroordeelde de gruwelijke praktijk op de offerhoogten van Tofet in het Hinnom-dal:

Jer 7:31 En zij hebben gebouwd de hoogten van Tofeth, dat in het dal des zoons van Hinnom is, om hun zonen en hun dochteren met vuur te verbranden; hetwelk Ik niet heb geboden, noch in Mijn hart is opgekomen. Jer 7:32 Daarom ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat het niet meer zal geheten worden Tofeth, noch dal des zoons van Hinnom, maar moorddal; en zij zullen ze in Tofeth begraven, omdat er geen plaats zal zijn. Jer 7:33 En de dode lichamen dezes volks zullen het gevogelte des hemels, en het gedierte der aarde tot spijze zijn, en niemand zal ze afschrikken. (SV)

De profeet Jeremia moest onder meer in die plaats profeteren, om de stad Jeruzalem het oordeel aan te zeggen: "Tofeth ... waarheen Jahweh hem gezonden had, om te profeteren" (Jer. 19:14). Vanwege de gruwelen in Jeruzalem gepleegd, waaronder kinderoffers, zouden Jeruzalemmers in Tofet begraven worden, "omdat er geen andere plaats zal zijn om te begraven" (Jer. 19:11, vgl. Jer. 7:32; Statenvertaling). Jeruzalem zou tot een Tofet worden.

Jer 19:11 ... Zo zegt de HEERE van de legermachten: Zo zal Ik dit volk en deze stad stukbreken, zoals men een pot van een pottenbakker stukbreekt, zodat die niet meer hersteld kan worden. Men zal hen in Tofet begraven, omdat er geen [andere] plaats om te begraven is. Jer 19:12  Zo zal Ik doen met deze plaats, spreekt de HEERE, en met zijn inwoners, om deze stad te maken als een Tofet. (HSV)

De vrome koning Josia vernielde de offerhaard, opdat de Molochdienst zou stoppen:

2Kon 23:10 Hij verontreinigde ook Thofeth, dat in het dal der kinderen van Hinnom is, opdat niemand zijn zoon of zijn dochter voor den Molech door het vuur deed gaan. (SV)

Gehenna. Het dal van de zoon van Hinnom (Ben-Hinnom-dal) werd later in het Bijbel-Grieks Gehenna genoemd. Wegens de vuurcultus is Gehenna een naam en zinnebeeld van de hel geworden.

Meer informatie

Kinderoffers/Tofel , artikel op Bijbelseplaatsen.nl

Voetnoot

  1. 1,0 1,1 Aldus Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Kon. 23:10