Tola, ook geschreven Thola, is de naam van twee personen in de Bijbel. De bekendste is de richter Tola, die Israël 23 jaar richtte, Richt. 10:1-2.

De eigennaam Tola betekent 'worm'. De naam komt 6x voor in de Schrift. Het Strongnummer is 08439.

De naam komt voor van twee personen:

  1. de eerstgeborene van Issaschar en voorvader van de Tolaïeten
  2. een richter, een man uit de stam Issaschar. Hij stond op na Abimelechs alleenheerschappij, 'om Israël te behouden' (Richt. 10:1). Hij woonde te Samir, waarvan de ligging onzeker is (zie kaart).

Ri 10:1 Na Abimelech stond Tola op om Israël te verlossen. [Hij was] de zoon van Pua, de zoon van Dodo, een man uit Issaschar, en hij woonde in Samir, in het bergland van Efraïm. Ri 10:2 Hij gaf drieëntwintig jaar leiding aan Israël. Toen stierf hij en werd begraven in Samir. (HSV)

De plaats waar Tola optrad. De ligging van zijn woonplaats Samir is onzeker.