Ulai
Ulai of Oelai was een rivier of kanaal in Elam, die ten oosten van de Perzische hoofdstad Susan stroomde.
Naam. Het Hebreeuwse woord, אולי, Oelai, is van Perzische herkomst en betekent "mijn leiders (machten)"[1]. Latijn: Eulaeus. In de Bijbel komt de naam alleen voor in Dan. 2:8, 16.
Daniël bevond zich, in het gezicht (visioen) van de ram en de bok (→ Daniël 8), aan de oevers van het Ulaikanaal. In zijn gezicht stond een ram, zinnebeeld van het Medo-Perzische Rijk, voor de rivier (Dan. 8:3). Vanaf de rivier, van tussen de oevers (in het visioen) zei een mensenstem tot de engel Gabriël, dat deze het gezicht aan Daniël moest verklaren (Dan. 8:16).
De rivier komt voor op Assyrische reliëfs die de aanval van Assurbanipal op Susan (646 v.C.) weergeven.
De Ulai wordt vereenzelvigd met de huidige rivier Kerhkhah. De Ulai is mettertijd van loop veranderd. De huidige rivieren Boven-Kerhkhah en de Beneden-Karun (Pasitigris) vormden toentertijd waarschijnlijk één rivier[2], de Ulai.
Bronnen
Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen. Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon van Larry Pierce.
J.J. Bimson, Encyclopedie van Bijbelse plaatsen (Kampen: Kok, 2007), s.v. Ulaikanaal.
Meer informatie
Ulai op BibleHub.com
Karkheh-River, op en.wikipedia.org
Voetnoot
- ↑ Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen. Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon van Larry Pierce.
- ↑ J.J. Bimson, Encyclopedie van Bijbelse plaatsen (Kampen: Kok, 2007), s.v. Ulaikanaal.