Verzoeking
Een verzoeking is een (mogelijke) aanleiding of hierdoor opgewekte, soms bijna onweerstaanbare drang om iets te doen wat niet passend, of zedelijk verkeerd is. Aan het begin van zijn openbare dienst kwam Jezus in verzoekingen in de woestijn.
Verzoeking en aanvechting
Voorzover verzoeking een sterke drang is, zijn beide verzoeking en aanvechting een bijna onweerstaanbare drang om iets te doen wat niet passend, of zedelijk verkeerd is. Bij aanvechting staat het begrip van een hevige inwendige strijd sterk op de voorgrond, en is deze strijd een gevolg van de werking van boze lusten of neigingen, terwijl bij verzoeking het begrip van strijd minder op de voorgrond staat, en verondersteld wordt, dat de verkeerde neiging door anderen van buitenaf met opzet geprikkeld is, om ons als het ware op de proef te stellen.
Blaise Pascal (1623-1662) droeg om het blote lichaam een gordel met scherpe pennen, die hij er onbarmhartig in dreef, zodra hij de een of andere aanvechting gewaar werd. Zulke ‘gestrengheid tegen het lichaam, daaraan geen enkele eer bewijzend’ (Col. 2:23) verdient echter geen navolging. Wel hebben wij ons voor de zonde dood te rekenen, omdat we met Christus één zijn geworden in Zijn dood. Wij leven voor God, niet voor de zonde. Zondige lusten hebben wij te doden door ze bij het kruis te brengen, d.w.z. het ervoor te houden dat ons vlees met zijn hartstochten en begeerten met Christus gekruisigd is.
Aanvechting kan bij uitbreiding ook betekenen een sterke begeerte of lust om iets te doen, dat wel niet dadelijk kwaad is, maar dat men toch beter oordeelt na te laten: „Een onweerstaanbare aanvechting om te geeuwen.”
Verzoekingen als struikrovers "De meeste mensen willen wel graag goed zijn, maar zij weten niet hoe zij het moeten aanleggen. Het ligt niet aan hun goede voornemens, want hing het daarvan af, zij zouden spoedig de engelen gelijk zijn. De meeste mensen die ten val komen, zijn het slachtoffer van de omstandigheden; zij vallen door verborgen struikrovers. Als hun verzoekingen maar op open veld tegen hen wilden aanrukken, als een bende, en in een eerlijk gevecht, dan zouden zij wel uitgaan in de kracht en in de overwinning van David tegen Goliath. Maar zij zien de reus niet, en zij zien de bende niet." — T. de Witt Talmage[1].
God en verzoeking
God kan ons in omstandigheden brengen die een verzoeking voor ons vormen. Hij doet dat niet om ons tot zonde te verleiden, maar om ons op de proef te stellen.
God beproefde Abraham door hem te verzoeken zijn zoon te offeren.
Ge 22:1 En het geschiedde na deze dingen, dat God Abraham verzocht; en Hij zeide tot hem: Abraham! En hij zeide: Zie, [hier] ben ik! (SV)
Ge 22:1 En het gebeurde na deze dingen dat God Abraham op de proef stelde. Hij zei tegen hem: Abraham! Hij zei: Zie, [hier] ben ik. (HSV)
Zou Abraham God gehoorzamen? Zou zijn liefde tot en gehoorzaamheid aan God sterker zijn dan zijn liefde voor zijn zoon Izak?
God kan ons om bestwil in verzoeking brengen, maar de aanvechting, die daar het gevolg van is, gaat dikwijls uit van de zondige neigingen van ons eigen hart.
Daar het werkwoord 'verzoeken' zowel 'in verleiding brengen' als 'op de proef stellen' kan betekenen, gebruiken moderne Bijbelvertalingen voor Gods handelen 'op de proef stellen', 'beproeven', omdat God niemand verleidt tot zonde.
Jak 1:13 Laat niemand, als hij verzocht wordt, zeggen: Ik word door God verzocht. Want God kan niet door het kwade verzocht worden en Hijzelf verzoekt niemand. Jak 1:14 Maar ieder wordt verzocht als hij door zijn eigen begeerte meegesleept en verlokt wordt. (TELOS)
Jezus werd door de Heilige Geest geleid in de woestijn, waar hij veertig dagen verzocht werd door de duivel.
Lu 4:1 Jezus nu, vol van de Heilige Geest, keerde terug van de Jordaan en werd door de Geest geleid in de woestijn, Lu 4:2 veertig dagen verzocht door de duivel. En Hij at helemaal niets in die dagen, en toen zij waren geeindigd had Hij honger. Lu 4:3 De duivel nu zei tot Hem: Als U Gods Zoon bent, zeg dan tot deze steen dat hij brood moet worden. Lu 4:4 En Jezus antwoordde hem: Er staat geschreven: ‘Niet van brood alleen zal de mens leven, maar van alle woord van God’. (TELOS)
Door honger kunnen we in de verzoeking komen om te stelen. Door leed dat iemand ons aandoet, kunnen we in de verzoeking komen om ons te wreken of om wrok te gaan koesteren.
De Heer Jezus leert in zijn voorbeeldgebed de bijzondere bede:
Mt 6:13 En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. (TELOS)
Uitkomst
De uitkomst van de verzoekingen kan de dood zijn of de kroon van het leven. Jozef en de Heer Jezus kwamen glansrijk uit de verzoekingen. De verzoeking van Judas Iskariot voerde tot de dood, omdat hij het geld liefhad, de duivel volgde en de Heiland overleverde. Zijn begeerte werd bevrucht en baarde de dood.
Uur van de verzoeking
In de toekomst komt er ‘het uur van de verzoeking’ over het hele aardrijk. De gelovigen worden hiervoor bewaard.
Opb 3:10 Omdat u het woord van mijn volharding hebt bewaard, zal Ik ook u bewaren voor het uur van de verzoeking, dat over het hele aardrijk zal komen, om te verzoeken hen die op de aarde wonen. (TELOS)
Zie Uur van de verzoeking voor het hoofdartikel.
Zie ook
Verzoeken | Uur van de verzoeking
Bron
Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908) s.v. Aanvechting — verzoeking. Hieruit is op 25 mei 2013 tekst opgenomen.
Voetnoot
- ↑ T. de Witt Talmage, Spranken (Utrecht: C.H.E. Breijer, 1892), blz. 30. Voor Christipedia is de spelling en/of de taal van het citaat gemoderniseerd.