Vicaris
Een vicaris (van Lat. vicarius = plaatsvervanger) is plaatsvervanger of helper van een kerkelijke ambtsdrager. Als plaatsvervanger neemt hij het ambt of de bediening ter vervanging van de eigenlijke titularis waar.
Rooms-Katholieke Kerk. Zo is in de Rooms-Katholieke Kerk de vicarus plaatsvervanger of helper van een paus, bisschop of priester. De 'bisschoppelijk vicarus' (of 'vicaris-generaal') is de vervanger van de bisschop. De 'apostolisch(e) vicaris' of 'vicaris apostolicus' is een aanzienlijke geestelijke, die de paus is gevolmachtigd tot het zelfstandig uitvoeren van en beslissen in bepaalde zaken in de missielanden. Ook een onderoverste van een klooster bij sommige rooms-katholieke orden of de overste van een afdeling van een orde wordt vicaris genoemd. Verder wordt de plaatsvervanger van een pastoor, de hulppastoor of kapelaan, 'vicaris' genoemd. Een 'vicaris-priester' is de vervanger van een priester.
Nederlandse Hervormde Kerk. In de Nederlandse Hervormde Kerk, die in 2004 met twee andere protestantse kerkgenootschappen fuseerde tot de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), was de vicaris (of 'hulpprediker) iemand die belast is met met herderlijke zorg naast een dominee.
Meer informatie
Vicaris, op: nl.wikipedia.org
Bron
Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000.