Wereldbeeld van de Bijbel: verschil tussen versies

7.501 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
→‎Hemelkoepel(Firmament): Tekst is flink uitgebreid met toelichting en Bijbelteksten.
kGeen bewerkingssamenvatting
k (→‎Hemelkoepel(Firmament): Tekst is flink uitgebreid met toelichting en Bijbelteksten.)
Regel 26:
 
[[Bestand:Francesco Botticini - The Assumption of the Virgin.jpg|thumb|280px|De hemel door [[Francesco Botticini]]]]
De hemel wordt in [[Deuteronomium]] beschreven als woonplaats van God.<ref>Deuteronomium 26:15</ref><ref>Psalm 2:4</ref>Van waaruit God handelt en neerdaalt.<ref>Psalm 14:2</ref>De hemel is God's troon, de aarde is de voetbank van Zijn voeten.<ref>Jesaja 66:1</Ref>De hemel van God is boven de wateren. In Psalm 148 staat “Loof hem, zon en maan, Loof hem, alle lichtende sterren. Loof Hem, Allerhoogste hemel en water wat boven de hemel is. <ref>Psalm 148:4 HSV</ref>In de hemel woont ook God'sGods hofhouding, de engelen; zij staan met duizenden voor Hem.<ref>Daniel 7:10</ref><ref>Bij de Bron, oude testament, J. Ten Have, 11e druk, P 409, ISBN 90 297 0080 7</ref>[[. Het Evangelie volgens Marcus en de apostel [[Paulus (apostel)|Paulus ]] <nowiki/>schrijven dat Jezus in de hemel zit aan de rechterhand van God.<ref>Marcus 16:19</ref><ref>Romeinen 8:34</ref> Dat de hemel zich boven de aarde bevindt blijkt ook uit Jesaja 64:1 waarin staat "Och, dat u de hemel zou openscheuren, dat U zou neerdalen, dat de bergen voor Uw aangezicht zouden wegsmelten,...". De hemel wordt zo de sfeer of orde waar God onweersproken en zonder beperking regeert. In het gebed onze Vader wordt God aangesproken als onze Vader die in de hemelen zijt. Vanuit de hemel wordt de zoon en de Heilige geest over de mensen uitgestort. De hemel kan daarom functioneren als de plaats waar de gelovigen na zijn dood definitief in de nabijheid van God zijn. <ref> C. Houtman. De hemel in het Oude testament (Franeker 1974)</ref><ref>Christelijke Encyclopedie 11 - Goll - ExFo, redactie dr. George Harinck ISBN 9043503359 P 776</ref>In het [[visioen]] watdat Ezechiël kreeg wordt God waargenomen boven het gewelf.<ref>Ezechiël 1:26-28 HSV</ref>
 
===Uitspansel===
===Water boven en onder het gewelf===
Het uitspansel is gemaakt op de tweede dag van de schepping (Gen. 1:6-8). Op de vierde dag zijn er hemellichamen in gezet (Gen. 1:14-18). <blockquote>''Genesis 1:6-7 En God Zeizei: Laat er een gewelf zijn in het midden van het water, en laat dat scheiding maken tussen water en water.! En God maakt dat gewelf en maakte scheiding tussen water dat onder het gewelf is, en water dat boven het gewelf is. En het was zo.'' (HSV)</blockquote><ref>Genesis 1:6</ref> Een [[gewelf]]'Gewelf' is een gebogen schaalvormige constructie. God noemde het uitspansel hemel. Het uitspansel scheidde de watervoorraden van de hemel envertaling van het waterHebreeuwse benedenwoord op deרָקִ֫יעַ, aarde''raqia''. NuAndere hetvertalingen waterhebben binnen'uitspansel' zijn(Statenvertaling, perkenCanisiusvertaling, wasLeidse teruggedrongenvertaling, konGereviseerde hetLutherse droogvertaling, gewordenNBG51), land'gewelf' planten(Utrechtse envertaling, bomenNaardense voortbrengen.<ref>Bijbelse GeschiedenisBijbel, geschreven door MGR Dr. Jos. KeulersNBV2004), en'koepel' bijgewerkt(Groot doorNieuws MGR Dr JanBijbel). O.De Smit.Latijnse Uitgegeven door J. J. Romen[[Vulgaat]] en Zonen.de RoermondEngelse enKing MaaseikJames invertaling 1955hebben P'firmament'. 23</ref>''Raqia'' komt God bouwde volgens de profeet Amos daarbij zijn17x opperzalenvoor in de hemel en hij heeft zijn gewelf op dehet aardeOude gegrondvestTestament.<ref>Amos 9:6</ref>DeIn waterenalle strektengevallen zich uit tot benedenvertalen de aarde, die rustte op pilaren die in de wateren waren verzonken,Statenvertaling en in de onderwereldNBG51-vertaling was Sheol, de verblijfplaats van de doden. <ref>Knight 1990, pp. 175–76. Knight, Douglas A (1990).door "Cosmologyuitspansel". In Watson E. Mills (General Editor). Mercer Dictionary[[File:Scheme of the Biblethings1475.gif|thumb|right|De Mercerzon, Universitysterren Press.en ISBNengelen 9780865543737.</ref> Inbinnen het boek waarschuwt God tegen het maken van afgodsbeeldenfirmament. DezeWoodcut mogenanno niet gemaakt worden "in de hemel", "beneden op aarde" of "in het water onder de aarde"1475.<ref>Exodus 20:4</Ref>]]
Het Hebreeuwse woord ''raqia'' is afgeleid van het werkwoord רָקַע, ''raqqə''', dat "uitspannen", "uitbreiden", "uitspreiden", "pletten", "dun slaan", "(uit)rekken", "overtrekken" of "stampen" betekent. Bij "pletten" of "dun slaan" kan men denken aan het maken van een metalen plaat door een brok metaal met een hamer dun te slaan.<ref>https://www.etymonline.com/word/firmament</ref>
 
God noemde het uitspansel 'hemelen' (Gen. 1:8) (een meervoud in het Hebreeuws; in Nederlandse vertaling met het enkelvoud 'hemel' vertaald. Hoe moeten we dat uitspansel, dat gewelf, die hemel(en) begrijpen? Als een vaste (metalen) koepel? Elihu, de vriend van Job, zei tegen hem: <blockquote>''Job 37:18  Heb je [samen] met Hem de hemel uitgespannen, die vast is als een gegoten spiegel?  ''(HSV)</blockquote>In de gehele oudheid had men slechts spiegels van gepolijst metaal<ref>Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Job. 37:18. </ref>. Mogelijk dacht Elihu zich het uitspansel als een metalen koepel. Het gaat Elihu echter om de vastheid, niet om de stof van het uitspansel. De vastheid vergelijkt hij met die van een gegoten (metalen) spiegel. Trouwens, de woorden van Elihu zijn niet alle de woorden van God, want later zegt God dat de vrienden van Job niet recht van Hem gesproken hebben.
===Hemelkoepel(Firmament)===
[[File:Scheme of things1475.gif|thumb|right|De zon, sterren en engelen binnen het firmament. Woodcut anno 1475.]]
Het woord 'Firmament' is vertaald vanuit rāqîa' (רָקִ֫יעַ), een woord dat in de Hebreeuwse Bijbel wordt gebruikt. Het is afgeleid van de wortel raqqə' (רָקַע), wat "dun slaan of uitspreiden" betekent, bijvoorbeeld het maken van een metalen plaat door een brok metaal dun te behameren. <ref>https://www.etymonline.com/word/firmament</ref>
 
De profeet Jesaja zegt dat God de 'hemelen' (Statenvertaling) uitspant als een dunne doek en uitspreidt als een tent. <blockquote>''Jes 40:22  Hij is het Die zetelt boven de omtrek van de aarde, waarvan de bewoners als sprinkhanen zijn. Hij is het Die de hemel uitspant als een dunne doek en uitspreidt als een tent om in te wonen.;'' (HSV)</blockquote>Deze beschrijving komt dichter bij onze alledaagse waarneming, zeker nu we vanuit ruimtevaartuigen foto's kunnen maken.
Het firmament is de structuur boven de atmosfeer van de aarde, opgevat als een enorme stevige dome. <ref>Herbermann, Charles, ed. (1913). "Firmament". Catholic Encyclopedia. New York: Robert Appleton Company</ref> Het firmament is gemaakt op de tweede dag van de schepping<ref>Genesis 1:6-8</ref>, op de vierde dag zijn er hemellichamen erin gezet, <ref>Genesis 1:14-18</ref> het is een solide koepel die de aarde beneden scheidt van de hemelen en hun wateren daarboven, zoals in het Egyptische en Mesopotamische geloof van dezelfde tijdperk aannamen. <ref> Seeley 1991, p. 227 Seeley, Paul H. (1991) "The Firmament and the Water Above: The Meaning of Raqia in Genesis 1:6–8" (. Westminster Theological Journal. Westminster Theological Seminary. 53: 227–40.</ref> In Genesis 1:17 staan ​​de sterren in de raqia '; in de Babylonische mythe werden de hemelen gemaakt van verschillende edelstenen vergelijk bijvoorbeeld Exodus 24:10 waar de oudsten van Israël God op de saffiervloer van de hemel zien, met de sterren in hun oppervlak gegraveerd. <ref> Walton 2003, pp. 158–59. Walton, John H. (2003). "Creation" In T. Desmond Alexander, David Weston Baker. Dictionary of the Old Testament: Pentateuch. InterVarsity Press. ISBN 9780830817818 </ref>. Het uitspansel, firmament, is als onmetelijk groot koepeldak, als een enorme tent uitgespannen. <ref>Bij de Bron, oude testament, J. Ten Have, 11e druk, P 29, ISBN 90 297 0080 7</ref>Zoals bedoeïen een doek uitspannen als een tentzijl, spant God het hemelgewelf uit over de aarde. <Ref>Bijbel in de nieuwe vertaling van het nederlandse bijbelsgenootschap met verklarende kanttekeningen Jesaja, Jeremia, klaagliederen, ds Wiersinga, P100, 1959 Bosch en Keuningen NV , Baarn </Ref><ref>Jeremia 10:12</ref> De hoogte van de hemel is niet te doorgronden.<ref>Spreuken 25:3</ref>
[[Bestand:Thin Line of Earth's Atmosphere and the Setting Sun.jpg|geen|miniatuur|447x447px|Atmosfeer van de aarde. Op de achtergrond de 'ondergaande' zon.]]
De Heer Jezus spreekt in Mt. 24:31 van 'de uitersten van de hemelen', vanwaar de uitverkorenen bij zijn wederkomst verzameld zullen worden. <blockquote>''Mt 24:31  En Hij zal Zijn engelen uitzenden onder luid bazuingeschal, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken, van het [ene] uiterste van de hemelen tot het [andere] uiterste ervan.'' (HSV)</blockquote>Merk op dat hier het meervoud 'hemelen' staat. Sommigen denken dat Jezus spreekt over een 'hemelkoepel'. Dat is echter niet duidelijk. Jesaja spreekt van 'het einde der hemelen', vanwaar God de heidenen zal verzamelen en doen komen.<blockquote>''Jes 13:5  Zij komen eraan, uit een ver land, van het einde van de hemel: de HEERE en de instrumenten van Zijn gramschap, om heel het land te gronde te richten.'' (HSV). </blockquote>Ons woord 'hemelstreken' is synoniem van 'windstreken'.
 
Sommigen vatten het Bijbelse uitspansel op als een enorme stevige koepel, door God uitgehamerd als een metaalbewerker. De solide koepel staat boven de atmosfeer van de aarde<ref>Herbermann, Charles, ed. (1913). "Firmament". Catholic Encyclopedia. New York: Robert Appleton Company</ref> en scheidt de aarde beneden van de hemelen en hun wateren daarboven. Deze voorstelling van de hemelkoepel is te vinden in oude Egyptische en Mesopotamische geschriften<ref> Seeley 1991, p. 227 Seeley, Paul H. (1991) "The Firmament and the Water Above: The Meaning of Raqia in Genesis 1:6–8" (. Westminster Theological Journal. Westminster Theological Seminary. 53: 227–40.</ref>. Bij het uitspansel boven ons is het niet nodig om aan een vaste metalen koepel te denken<ref name=":0" />. Het uitspansel dient om de wateren te scheiden. Door deze scheiding is er water op aarde en water boven de aarde in de wolken. Het uitspansel is de ruimte, de plaats waar de hemellichamen zijn en de vogels vliegen, die 'boven de aarde' vliegen 'in het uitspansel van de hemel' (Gen. 1:20). De beschrijving is vanuit het gezichtspunt van de waarnemer op aarde.
In het boek [[Job (boek)|Job ]]37 staat geschreven: "Kun jij dan als hij de hemelkoepel uithameren, die zo hard is als een gegoten spiegel?" <ref>Job 37:16</ref> Jezus spreekt over een hemelkoepel. “Dan zal hij zijn engelen uitzenden, en onder luid bazuingeschal zullen zij zijn uitverkorenen uit de vier windstreken bijeenbrengen, van het ene uiteinde van de hemelkoepel tot het andere”. <ref>Mattheus 24:31</ref>
 
In de Babylonische mythe werden de hemelen gemaakt van verschillende edelstenen. Vergelijk hiermee bijvoorbeeld Exodus 24:10, waar volgens sommigen de oudsten van Israël God op de saffiervloer van de hemel zien, met de sterren in hun oppervlak gegraveerd<ref> Walton 2003, pp. 158–59. Walton, John H. (2003). "Creation" In T. Desmond Alexander, David Weston Baker. Dictionary of the Old Testament: Pentateuch. InterVarsity Press. ISBN 9780830817818 </ref>. <blockquote>''Ex 24:10  En zij zagen de God van Israël. Onder Zijn voeten was [er iets] als plaveisel van saffier, zo helder als de hemel zelf. (HSV)''</blockquote>God was op de berg. Er staat echter niet dat het plaveisel dat van de hemel was. Er staat dat het zo helder als de hemel zelf was. Bij Ezechiël (1:26) heeft de troon van God het aanzien van saffiersteen. De bedoeling is hier de heerlijkheid en reinheid en zuiverheid van de hemel te schilderen, de plaats waar God Zijn heerlijkheid het luisterrijkst openbaart. De voetbank was als het ware van zuivere, heldere saffieren en zo zuiver als de gestalte van de hemel, wanneer de lucht doorschijnend blauw is.<ref>Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Ex. 24:10. Enige tekst van het commentaar is onder wijziging verwerkt.</ref>
====Sluizen in de hemel en bronnen van de grote watervloed====
Onder het uitspansel noemde God de schepping "goed"; erboven liggen de wateren van de chaos die door de sluizen van de hemel kunnen stromen om de schepping te vernietigen.<ref>Mysteries van de bijbel - P 18 ISBN 90 6407 199 3</ref> Tijdens de [[Zondvloed]], in [[Noach]] zeshonderdste levensjaar, werden alle bronnen van de grote watervloed openbarsten en de sluizen van de hemel werden opengezet. Water stroomde via de sluizen van de hemel en via de bronnen van de grote watervloed op de aarde. Het water steeg meer en meer op de aarde, zodat alle hoge bergen die onder de hemel zijn, bedekt werden. <ref>Genesis 7:12-20 HSV</ref> In Genesis 8:2 schrijft de auteur van Genesis dat de "...bronnen van de watervloed en de sluizen van de hemel werden gesloten." Een Officier van de koning in het boek Koningen maakte eveneens een opmerking tegen Elisa: "Zie , al maakt de HEERE sluizen in de hemel,...". <ref>2 koningen 7:2</ref><ref>2 koningen 7:19</ref>
 
Het uitspansel, firmament, is als een onmetelijk groot koepeldak, als een enorme tent uitgespannen<ref>Bij de Bron, oude testament, J. Ten Have, 11e druk, P 29, ISBN 90 297 0080 7</ref>. Zoals bedoeïnen een doek uitspannen als een tentzijl, spant God het hemelgewelf (Hebr. 'hemelen') uit over de aarde (Jes. 40:22, Jer. 10:12).<ref>Bijbel in de nieuwe vertaling van het nederlandse bijbelsgenootschap met verklarende kanttekeningen Jesaja, Jeremia, klaagliederen, ds Wiersinga, P100, 1959 Bosch en Keuningen NV , Baarn </ref><blockquote>''Jer 10:12  Hij maakte de aarde door Zijn kracht, grondvestte de wereld door Zijn wijsheid, Hij heeft de hemel door Zijn inzicht uitgespannen.'' (HSV)</blockquote>De hoogte van de hemel (Hebr. 'hemelen') is niet te doorgronden.<blockquote>''Spr 25:3  De hoogte van de hemel, de diepte van de aarde en het hart van de koningen zijn niet te doorgronden. (HSV)''</blockquote>
===Hemellichamen===
Op dag vier van de schepping wordt de taal van "heersen" geïntroduceerd: de Hemellichamen zullen dag en nacht "regeren" en seizoenen en jaren en dagen markeren (dit is van cruciaal belang voor de priesters, aangezien religieuze feesten werden georganiseerd rond de cycli van de zon en maan). <ref>
Bandstra 2008, pp. 41–42.Bandstra, Barry L. (2008). Reading the Old Testament: An Introduction to the Hebrew Bible. Wadsworth Publishing Company. p. 576. ISBN 0-495-39105-0. </ref>God schiep de Zon, Maan en de sterren. Later op dag zes van de schepping zal de mens geschapen worden om te heersen over de hele schepping als Gods regent. God plaatst "lichten" in het uitspansel om "te heersen" over de dag en de nacht. <ref> Walsh 2001, p. 37 (fn.5)|Walsh, Jerome T. (2001). Style and Structure in Biblical Hebrew Narrative. Liturgical Press. ISBN 9780814658970.</ref> In het bijzonder creëert God het 'grotere licht', het 'kleinere licht' en de sterren.<ref>Genesis1:14-5</ref> De glans van hemellichamen zijn verschillend van elkaar. <blockquote>De glans van de zon is verschillend, en de glans van de maan is verschillend en de glans van de sterren is verschillend, want de ene ster verschilt in glans van de andere ster<ref>1 Korinthe 15:41</ref>.</blockquote>
 
=== Hemellichamen ===
Op dag vier van de schepping wordt de taal van "heersen" geïntroduceerd: de Hemellichamenhemellichamen zullen dag en nacht "regeren" en seizoenen en jaren en dagen markeren (dit is van cruciaal belang voor de priesters, aangezien religieuze feesten werden georganiseerd rond de cycli van de zon en maan). <ref>
Bandstra 2008, pp. 41–42.Bandstra, Barry L. (2008). Reading the Old Testament: An Introduction to the Hebrew Bible. Wadsworth Publishing Company. p. 576. ISBN 0-495-39105-0. </ref>. God schiep de Zonzon, Maande maan en de sterren. Later op dag zes van de schepping zal de mens geschapen worden om te heersen over de hele schepping als Gods regent. God plaatst "lichten" in het uitspansel om "te heersen" over de dag en de nacht. <ref> Walsh 2001, p. 37 (fn.5)|Walsh, Jerome T. (2001). Style and Structure in Biblical Hebrew Narrative. Liturgical Press. ISBN 9780814658970.</ref> In het bijzonder creëert God het 'grotere licht', het 'kleinere licht' en de sterren.<ref>Genesis1:14-5</ref> De glans van hemellichamen zijn verschillend van elkaar. <blockquote>''De glans van de zon is verschillend, en de glans van de maan is verschillend en de glans van de sterren is verschillend, want de ene ster verschilt in glans van de andere ster<ref>'' (1 KorintheCor. 15:41</ref>).</blockquote>
===Water boven en onder het gewelf===
Het uitspansel, het [[Gewelf|hemelgewelf]] scheidde de watervoorraden van de hemel en van het water beneden op de aarde. God stelde perken aan het water, zodat het droog geworden land planten en bomen voortbrengen<ref>Bijbelse Geschiedenis, geschreven door MGR Dr. Jos. Keulers, en bijgewerkt door MGR Dr Jan. O. Smit. Uitgegeven door J. J. Romen en Zonen. Roermond en Maaseik in 1955 P 23</ref>. God bouwde volgens de profeet Amos daarbij zijn opperzalen in de hemel en hij heeft zijn gewelf op de aarde gegrondvest.<ref>Amos 9:6</ref>
 
=== Het water 'onder de aarde' ===
De wateren strekten zich uit, zo schijnt het, tot beneden de aarde. Onder andere Ex. 20:4 en Deut. 4:18 spreken van 'het water onder de aarde'. <blockquote>''Ex 20:4  U zult voor uzelf geen beeld maken, [geen] enkele afbeelding [van] wat boven in de hemel, of beneden op de aarde of in het water onder de aarde is. (HSV)''</blockquote><blockquote>''De 4:15  U moet, omwille van uw leven, zeer op uw hoede zijn - u hebt immers geen enkele gestalte gezien op de dag dat de HEERE bij de Horeb tot u sprak vanuit het midden van het vuur - De 4:16  dat u niet verderfelijk handelt en voor u een beeld maakt, de afbeelding van enig afgodsbeeld, de vorm van een man of vrouw, De 4:17  de vorm van enig dier dat op het land [leeft], de vorm van enige gevleugelde vogel die door de lucht vliegt, De 4:18  de vorm van iets wat op de aardbodem kruipt, [of] de vorm van enige vis die in het water onder de aarde [leeft].'' (HSV)</blockquote>God waarschuwt zijn volk tegen het maken van beelden van schepselen, beelden die licht afgodsbeelden zouden worden. De uitdrukking ”onder de aarde” kan opgevat worden als een verwijzing naar een zee of watermassa onder de aarde. Nu kennen wij het verschijnsel van 'grondwater' en uit de aarde opwellend water, waterbronnen. Ex. 20 vers 4 onderstelt echter dat de Israëlieten de schepselen of voorwerpen in het water (en op de aarde en in de hemel) kunnen zien en daarvan een beeltenis kunnen maken<ref name=":0" />. Welnu, het is de Israëlieten verboden geen afbeeldingen te maken van vogels in de lucht, of van een dier of voorwerp op de aarde, of van een dier of voorwerp in het water. De Israëlieten konden geen vis zien die onder de aarde zwom, maar wel vissen in de zee, meren en rivieren. Bij 'water onder de aarde' kan men daarom beter denken aan water dat zich lager bevindt dan het niveau van het landoppervlak.<ref name=":0" /> Dat kan leiden tot een vertaling als ”de wateren onder aan het land” of ”de wateren die lager liggen dan het land”. Iets eerder wordt hetzelfde voorzetsel gebruikt voor de Israëlieten bij de berg. Daar past alleen de vertaling ”onder aan de berg” en niet ”onder de berg” (Deut. 4:11).
 
Hetzelfde Hebreeuwse voorzetsel, ''tachath'', 'onder', wordt gebezigd in Deut. 4:11, waar de Herziene Statenvertaling vertaalt met 'onder aan'.
 
''De 4:11  Toen kwam u naar voren en stond onder aan de berg, terwijl de berg brandde van vuur, tot in het hart van de hemel. Er was duisternis en [er waren] wolken en donkerheid. (HSV)''
 
De Israëlieten stonden niet onder de berg, maar onder aan de berg, aan de voet van de berg. Zo kan men ook verstaan de uitdrukking 'onder het water': 'onder aan het water'. De uitdrukking noopt ons dus niet aan een oervloed onder het aardoppervlak te denken.
 
Sommigen denken dat de Bijbel een voorstelling geeft van een aarde die rust op pilaren die in de wateren 'onder de aarde' waren verzonken. Onder de aarde zou tevens de onderwereld zijn, waar de ''Sheool'' is, de verblijfplaats van de doden<ref>Knight 1990, pp. 175–76. Knight, Douglas A (1990). "Cosmology". In Watson E. Mills (General Editor). Mercer Dictionary of the Bible. Mercer University Press. ISBN 9780865543737.</ref>. Ook hier moeten we oppassen een mythische voorstelling aan de Bijbel toe te schrijven.
 
====Sluizen in de hemel en bronnen van de grote watervloed====
Onder het uitspansel noemde God de schepping "goed"; erboven liggen de wateren van de chaos die door de sluizen van de hemel kunnen stromen om de schepping te vernietigen.<ref>Mysteries van de bijbel - P 18 ISBN 90 6407 199 3</ref> Tijdens de [[Zondvloed]], in [[Noach]] zeshonderdste levensjaar, werden alle bronnen van de grote watervloed openbarstengeopend en de sluizen van de hemel werden opengezet. Water stroomde via de sluizen van de hemel en via de bronnen van de grote watervloed op de aarde. Het water steeg meer en meer op de aarde, zodat alle hoge bergen die onder de hemel zijn, bedekt werden. <ref>Genesis 7:12-20 HSV</ref> In Genesis 8:2 schrijft de auteur van Genesis dat de "...bronnen van de watervloed en de sluizen van de hemel werden gesloten." Een Officier van de koning in het boek Koningen maakte eveneens een opmerking tegen Elisa: "Zie , al maakt de HEERE sluizen in de hemel,...". <ref>2 koningen 7:2</ref><ref>2 koningen 7:19</ref>
==Aarde==
[[bestand:Gleason's new standard map of the world - on the projection of J. S. Christopher, Modern College, Blackheath, England; scientifically and practically correct; as "it is." (10143175716).jpg|thumb|Een illustratie van een platte aarde, Gleason's new standard map of the world (1892).]]