Wonder: verschil tussen versies

3.175 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 15:
 
== Het bovennatuurlijk wonder ==
In engere zin zijn wonderen zulke daden of gebeurtenissen, die
Een zogenoemd ‘bovennatuurlijk’ wonder (zie betekenis 3 hierboven) is een bovennatuurlijk ingrijpen van God, engelen of boze geesten in de natuurlijke loop der zaken. Als we spreken van „wonder” in deze betekenis, bedoelen we een verschijnsel, dat het vermogen der blinde natuurkrachten en eveneens alle menselijk vermogen te boven gaat, m.a.w. een verschijnsel, dat noodzakelijk het ingrijpen vordert van een hogere verstandelijke kracht. Daar nu de hogere verstandelijke machten, welke de verschijnselen, die wij „wonder” noemen, teweegbrengen, ten enen male voor ons verborgen zijn, maken die verschijnselen bij uitstek onze verwondering gaande en hebben dus eveneens bij uitstek recht op de naam van „wonder”.
 
# uit de krachten en wetten der natuur en van de menselijke geest, bij alle vorderingen van onderzoek en wetenschap, op het tegenwoordig standpunt der mensen onverklaarbaar zijn en daarom
Men kan bovennatuurlijke wonderen onderscheiden:
# slechts uit de inwerking van ‘bovennatuurlijke’ krachten kunnen afgeleid worden. Deze wortelen of in het rijk van het Lichts, of in dat van de duisternis, daarom moet men onderscheiden ''goddelijke'' en ''demonische'' wonderen.
 
Een zogenoemd ‘bovennatuurlijk’ wonder (zie betekenis 3 hierboven) is een bovennatuurlijk ingrijpen van God, engelen of boze geesten in de natuurlijke loop der zaken. Als we spreken van „wonder” in deze betekenis, bedoelen we een verschijnsel, dat het vermogen der blinde natuurkrachten en eveneens alle menselijk vermogen te boven gaat, m.a.w. een verschijnsel, dat noodzakelijk het ingrijpen vordert van een hogere verstandelijke kracht. Daar nu de hogere verstandelijke machten, welke de verschijnselen, die wij „wonder” noemen, teweegbrengen, ten enen male voor ons verborgen zijn, maken die verschijnselen bij uitstek onze verwondering gaande en hebben dus eveneens bij uitstek recht op de naam van „wonder”.
 
* naar de wijze van werking door de hogere kracht (God)
* naar welk creatuurlijk vermogen zij te boven gaan
*naar hen persoonlijke oorsprong (God, goede engel of gevallen engel)
 
=== Onderscheiding naar hun persoonlijke oorsprong ===
Naar hun persoonlijke oorsprong onderscheiden wij Goddelijke wonderen, verrichtdoor God of een goede engel, en demonische wonderen, verricht door een of meer gevallen engelen (onreine, boze geesten).
 
==== Goddelijke wonderen ====
Goddelijke wonderen zijn zulke feitelijke verschijnselen, die boven de gewone loop der natuur door een buitengewoon ingrijpen Gods werden voortgebracht, zodat ieder onbevangene ziet: dit is Gods vinger (Exod. 8: 19). Hun kentekenen zijn de volgende: zij hebben met bevrediging van ijdele beschouwingen en nieuwsgierigheid niets te maken; zij strekken meestal tot heil der mensen en soms als strafgericht tot schade en verderf; zij hangen altijd samen met zedelijke en godsdienstige doeleinden en zijn bijzonder gericht op de openbaring van Gods gerechtigheid en liefde, op bevordering van het geloof en van de heiliging en op de verstoring van de Satan en de macht van de duisternis.
 
Een goddelijk 'bovennatuurlijk' wonder kan gevolgd worden een 'natuurlijke' maatregel. Toen de Heer Jezus een 12-jarig meisje uit de dood had opgewekt, schonk hij haar niet op bovennatuurlijke wijze een gevulde maag, maar "Hij zei dat men haar te eten moest geven", kennelijk omdat zij dat voor een volledig herstel nodig had. <blockquote>''Mr 5:41 En Hij greep de hand van het kind en zei tot haar: Talitha koem, dat is vertaald: Meisje, Ik zeg je, sta op! Mr 5:42 En terstond stond het meisje op en liep; want het was twaalf jaar; en zij waren terstond buiten zichzelf met grote ontzetting. Mr 5:43 En Hij gebood hun dringend dat niemand dit te weten zou komen; en Hij zei dat men haar te eten moest geven. ''(TELOS)</blockquote>
 
==== Demonische wonderen ====
 
Wat de demonische 'bovennatuurlijke' wonderen betreft, vermeldt de Schrift diverse gevallen. De Egyptische tovenaars deden wonderen (Ex. 7: 12, 22; 8: 7), maar waren niet in staat al Mozes’ wonderen na te doen. In de laatste strijd, dien het rijk Gods nog met het rijk der duisternis te doorstaan heeft, zijn ons nog zulke demonische wonderen voorgesteld, overeenkomende met die welke eens door de Egyptische tovenaars gedaan werden (2 Tim. 3: 8). De apostel Paulus betuigt aangaande de Wetteloze, de mens der zonde:<blockquote>''2Th 2:8 En dan zal de wetteloze geopenbaard worden, die de Heer Jezus zal verteren door de adem van zijn mond en ten niet doen door de verschijning van zijn komst;... 2Th 2:9 hem, wiens komst naar de werking van de satan is met allerlei kracht en tekenen en wonderen van de leugen, 2Th 2:10 en met allerlei bedrog van de ongerechtigheid voor hen die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet hebben aangenomen om behouden te worden.'' (TELOS)</blockquote>Verg. Matth. 24: 24. Openb. 13: 13.
 
Het Beest uit de zee zal grote tekenen doen, zodat het ook vuur van de hemel laat vallen voor de mensen.
 
Het Heidendom heeft naast een massa bedrog en bijgeloof zulke feiten aan te wijzen die slechts uit het ingrijpen van een duistere wereld verklaarbaar zijn. Waarom zou God in de Mozaïsche wetten met zo grote ernst en nadruk alle soorten van heidense toverij verboden hebben, als alles slechts op inbeelding en bedrog ware uitgelopen ?
 
Het denkbeeld dat de duistere geesten geen werkelijke wonderen doen kunnen, maar alleen wonderbare, verbazing wekkende dingen, door een ons nog verborgen verband van natuurlijke oorzaken, komt niet overeen met de ware betekenis van de Schrift. Als men zich daarop beroept, dat zulke wonderen krachten en tekenen der leugen heten, dan is dit niet zo bedoeld, als waren zij slechts goochelarij en behendigheid, en dan zouden zij niet grote tekenen en wonderen heten, maar zij worden zo genoemd, omdat zij van de leugen uitgaan en de leugen ten doel hebben.
 
'''Wonderen van de leugen''' kunnen leugenachtig zijn omdat zij de zogenaamde goden als werkelijke goden schijnen te bevestigen; of omdat zij middelen zijn tot bekrachtiging van dwaling, leugen en verderf; of omdat zij zich voor iets anders uitgeven dan zij zijn, daar zij beweren beweren heilzaam te werken, en slechts onheil stichten en bevorderen.
 
=== Onderscheiding naar de wijze van werking ===
Zo’n hogere kracht, inzonderheid van God, kan op drie manieren op de werkingen van de natuur ingrijpen.
 
# Vooreerst kan ze de werking van een of meerdere natuurlijke oorzaken belemmeren of verhinderen, bijv. maken, dat de drie vrienden van Daniël in het gloeiende vuur van een oven onaangetast, onverteerd blijven.
# Op de tweede plaats kan zij iets teweegbrengen, wat ook de natuurkrachten wel kunnen, maar het doen geheel en al buiten die natuurkrachten om, bijv. water in wijn veranderen, niet zoals dit voortdurend, ten gevolge van allerlei chemische processen, op langzame wijze in de natuur gebeurt, maar ineens.
# Op de derde plaats kan zij iets teweegbrengen, wat het vermogen van alle natuurkrachten ten enen male te boven gaat, bijv. een dood lichaam ten leven opwekken. De Heer Jezus bijvoorbeeld heeft tijdens zijn omwandeling op aarde drie gestorvenen uit de dood opgewekt.
 
Eigenlijk komen al die drie manieren op hetzelfde neer; want om een wonder te wezen, moet het verschijnsel altijd van dien aard zijn, dat de natuurkrachten, zonder dat ingrijpen van een hogere macht, het althans zeker zó niet kunnen teweegbrengen.
Regel 46 ⟶ 70:
# Wonderen op ''verstandelijk'' gebied. Grijpt de hogere kracht in op het gebied van het menselijk kennen, maakt ze bijvoorbeeld een waarheid bekend, die de mens krachtens zijn natuurlijk vermogen onmogelijk kan weten, dan krijgt het wonder de naam van „openbaring”.
# Wonderen op ''zedelijk'' gebied. Grijpt de hogere kracht in op de werking van ’s mensen vrijen wil, helpt ze hem zedelijke daden verrichten, die ’s mensen natuurlijk vermogen te boven gaan, dan spreekt men van een wonder op zedelijk gebied.
 
== 'Bovennatuurlijke'God doet wonderen ==
God is groot, machtig. Hij doet wonderwerken.<blockquote>''Ex 15:11 Wie is als U onder de goden, HEERE? Wie is als U, verheerlijkt in heiligheid, ontzagwekkend in lofzangen, U Die wonderen doet? (HSV)''</blockquote><blockquote>''Ps 86:10 Want Gij zijt groot, en doet wonderwerken; Gij alleen zijt God. (SV)''</blockquote><blockquote>''Ps 72:18 Geloofd zij de HEERE God, de God Israëls, Die alleen wonderen doet. (SV)''</blockquote>Gróte wonderen doet alleen God. <blockquote>''Ps 136:4 Die grote wonderen doet, Hij alleen, ... (HSV)''</blockquote><blockquote>''Job 5:9 Hij doet grote dingen, die niemand kan doorgronden; wonderen, die niet te tellen zijn. (HSV)''</blockquote><blockquote>''Opb 15:3 En zij zingen het lied van Mozes, de slaaf van God, en het lied van het Lam en zeggen: Groot en wonderbaar zijn uw werken, Heer, God de Almachtige; rechtvaardig en waarachtig zijn uw wegen, Koning van de naties! (TELOS)''</blockquote>
 
== Bij God alles mogelijk ==
Uit onwetendheid omtrent de macht en werking van God kan een wonder door mensen voor een onmogelijke gebeurtenis worden gehouden. De Zoon van God leerde echter dat bij God alles mogelijk is:<blockquote>''Lu 18:27 Hij echter zei: De dingen die onmogelijk zijn bij mensen, zijn mogelijk bij God. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Mt 19:26 Jezus echter keek hen aan en zei tot hen: Bij mensen is dat onmogelijk, maar bij God is alles mogelijk. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Mr 10:27 Jezus keek hen aan en zei: Bij mensen is het onmogelijk, maar niet bij God, want alles is mogelijk bij God.'' (TELOS)</blockquote>De Franse filosoof Rousseau heeft in krasse bewoording gesteld: „het is godslasterlijk, de mogelijkheid van wonderen te loochenen, en die het doet, verdient opgesloten te worden."<ref>Aangehaald in H. Zeller, ''Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk.'' Tweede deel K - Z. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1872) s.v. Wonder. </ref> 
 
== De mogelijkheid van het wonder ==
Regel 101 ⟶ 131:
Met al die wonderen, zowel van de verleden als de tegenwoordige tijd voor ogen, staat men niet weinig verbaasd, als men het ongeloof op hoge toon hoort beweren: de wetenschap heeft uitgemaakt, dat er geen bovennatuurlijk ingrijpen Gods op de natuurwetten plaats vindt of nooit heeft plaats gevonden. De werkelijkheid van het wonder is zo klaar als de dag bewezen,
 
* vooreerst door onwraakbare getuigenissen uit vroeger eeuwen,
* ten tweede door algemeen erkende feiten zoals de opmars en verspreiding van het christendom, die zonder wonderen onmogelijk te verklaren zijn
* ten derde door wonderbare feiten van het verleden, bijv. de vervulling van de profetieën
Regel 160 ⟶ 190:
Antwoord: Welke wetenschap leert dat er geen wonderen gebeuren? Alvast de geschiedkundige wetenschap niet; want de geschiedenis staat vol wonderen, gestaafd door de meest geloofwaardige getuigenissen; daarenboven staat de geschiedenis vol feiten, die, als men geen wonderen aanneemt, volkomen onverklaarbaar zijn. Leert de natuurkunde dat er geen wonderen gebeuren? Maar zeggen die sommigen, die zich op de wetenschap beroepen, niet dat verschillende wonderbare feiten volkomen onverklaarbaar zijn? Niettemin beweren zij dat ze het werk zijn van blinde natuurkrachten, maar van verborgen natuurkrachten, waardoor de wonderbare feiten plaatsvinden; „verborgen”, men kent ze dus niet. Wat geeft de naturalistische wonderloochenaars dan het recht, a priori te beslissen, dat die verborgen, onbekende kracht, een blinde en geen verstandelijke, geen persoonlijke kracht is? Met de natuurwetenschap komt men er niet uit.
 
== GodDe doetbewijskracht wonderenvan het wonder ==
„Rabbi”, zo sprak Nicodemus eenmaal tot Christus, „wij weten dat U van God God bent gekomen als leraar." (Joh. 3:2). Op welke grond erkende Nicodemus de Heer Jezus als de door God gezonden leraar? Niet op grond van diens gebrachte leer, maar bepaaldelijk op grond van de wonderwerken die Jezus deed.<blockquote>''Joh 3:2  deze kwam ‘s nachts bij Hem en zei tot Hem: Rabbi, wij weten dat U van God bent gekomen als leraar; <u>want niemand kan deze tekenen doen die U doet, tenzij God met hem is</u>.'' (Telos)</blockquote>Nicodemus volgde hier eenvoudig de uitspraak van zijn gezond verstand. Dat wonderen een bewijs kunnen zijn voor de goddelijke oorsprong en hiermee voor de waarheid van een geloofsleer, voelt iedereen, de ongelovige zo goed als de gelovige. Wie liever niet heeft dat God bestaat, heeft licht wondervrees. Het ongeloof begrijpt dat een enkel goed bewezen wonder aan alle ongeloofstheorieën met één slag de bodem inslaat.
God is groot, machtig. Hij doet wonderwerken.<blockquote>''Ex 15:11 Wie is als U onder de goden, HEERE? Wie is als U, verheerlijkt in heiligheid, ontzagwekkend in lofzangen, U Die wonderen doet? (HSV)''</blockquote><blockquote>''Ps 86:10 Want Gij zijt groot, en doet wonderwerken; Gij alleen zijt God. (SV)''</blockquote><blockquote>''Ps 72:18 Geloofd zij de HEERE God, de God Israëls, Die alleen wonderen doet. (SV)''</blockquote>Gróte wonderen doet alleen God. <blockquote>''Ps 136:4 Die grote wonderen doet, Hij alleen, ... (HSV)''</blockquote><blockquote>''Job 5:9 Hij doet grote dingen, die niemand kan doorgronden; wonderen, die niet te tellen zijn. (HSV)''</blockquote><blockquote>''Opb 15:3 En zij zingen het lied van Mozes, de slaaf van God, en het lied van het Lam en zeggen: Groot en wonderbaar zijn uw werken, Heer, God de Almachtige; rechtvaardig en waarachtig zijn uw wegen, Koning van de naties! (TELOS)''</blockquote>
 
Dat de wonderen bewijskracht kunnen hebben voor de waarheid van een geloofsleer, wordt dan ook vrij algemeen erkend. Een bovennatuurlijk wonder heeft op zichzelf echter niet voldoende kracht om te bewijzen dat een leraar of gezant van God komt. "De wondergave is volstrekt geen afdoend bewijs voor de waarheid der leer, welke iemand verkondigt" (H. Bavinck)<ref>''Gereformeerde Dogmatiek'', deel IV (1901), blz. 40.</ref>. Want een wonder kan ook door de satan of een demon wordt verricht. Bijvoorbeeld, in de toekomst worden satanische 'wonderen van de leugen' (2 Thess. 2:9) verricht, die mensen in de leugen doen geloven. <blockquote>''2Th 2:8  En dan zal de wetteloze geopenbaard worden .... 2Th 2:9  hem, wiens komst naar de werking van de satan is met allerlei kracht en tekenen en wonderen van de leugen, 2Th 2:10  en met allerlei bedrog van de ongerechtigheid voor hen die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet hebben aangenomen om behouden te worden. 2Th 2:11  En daarom zendt God hun een werking van de dwaling om de leugen te geloven, 2Th 2:12  opdat allen geoordeeld worden die de waarheid niet hebben geloofd, maar een welgevallen hebben gehad in de ongerechtigheid.'' (Telos)</blockquote>De Rooms-Katholieke Kerk beroept zich voor de goddelijkheid van haar (afwijkende) leer herhaaldelijk op wonderen<ref name=":2">Th. F. Bensdorp, ''Apologetica''. Verzameld en ingeleid door M. Stoks. Derde deel (Amsterdam: N.V. de R.K. Boek-Centrale, 1922) blz. 45.</ref>, terwijl protestanten zich beroepen op de Heilige Schrift.
== Bij God alles mogelijk ==
 
Uit onwetendheid omtrent de macht en werking van God kan een wonder door mensen voor een onmogelijke gebeurtenis worden gehouden. De Zoon van God leerde echter dat bij God alles mogelijk is:<blockquote>''Lu 18:27 Hij echter zei: De dingen die onmogelijk zijn bij mensen, zijn mogelijk bij God. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Mt 19:26 Jezus echter keek hen aan en zei tot hen: Bij mensen is dat onmogelijk, maar bij God is alles mogelijk. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''Mr 10:27 Jezus keek hen aan en zei: Bij mensen is het onmogelijk, maar niet bij God, want alles is mogelijk bij God.'' (TELOS)</blockquote>De Franse filosoof Rousseau heeft in krasse bewoording gesteld: „het is godslasterlijk, de mogelijkheid van wonderen te loochenen, en die het doet, verdient opgesloten te worden."<ref>Aangehaald in H. Zeller, ''Bijbelsch Woordenboek voor het Christelijke volk.'' Tweede deel K - Z. ('s Gravenhage: M.J. Visser, 1872) s.v. Wonder. </ref> 
Een roomskatholieke apologeet schreef: "Hiertegenover beweren wij, dat het wonder niet alleen een volstrekt afdoend bewijs levert voor de waarheid van een geloofsleer, maar dat het hiervoor ten slotte het enig afdoend bewijs is. Met andere woorden: opdat men redelijkerwijze een leer als door God op bovennatuurlijke wijze geopenbaard, kan aanvaarden, zijn wonderen een volstrekt noodzakelijke voorwaarde."<ref name=":2" /> Een wonder is echter geen afdoend bewijs.
 
== Wondervolle perioden ==
Regel 176 ⟶ 207:
== Wonderen in het Oude Testament ==
Voor wonderen in uitgebreide zin (de drie bovengenoemde betekenissen omvattend) worden in het Oude Testament Hebreeuwse woorden gebruikt die zien op het buitengewone, overtreffende, onbegrijpelijke of uitblinkende van de daden van God. De woorden vertaald door 'wonder ' in het O.T. zijn
 
# ''oth'', 'een teken', zoals het vaak wordt vertaald, Num 14:22; De 11:3
# ''mofet (''ook gespeld ''mopheth)oth'', 'een wonderteken', zoals het meestalvaak wordt vertaald, Num is: het is iets buiten de normale gang van zaken. Ex. 714:922; De 2911:3
#''mofet (''ook gespeld ''mopheth)'', 'een wonder', zoals het meestal vertaald is: het is iets buiten de normale gang van zaken. Ex. 7:9; De 29:3
# ''pala'', 'prachtig, uitblinkend', Richt 6:13 .
 
We vinden wonderen met betrekking tot de natuur en tot mensen:
 
# Gods verbazingwekkende werken in de natuur (Ps. 9: 2; 26: 7; 40: 6; Job 9: 10). In deze zin wordt in het bijzonder ook de zoveel onbegrijpelijks bevattende wording, vorming en bereiding van de mens een wonder genoemd (Ps. 139: 14).
# Zijn leiding van het volk Israël,
# Zijn leiding in het leven van afzonderlijke gelovigen, bijv. dat van Abraham, Jacob, Jozef.
# De oordelen van de vijanden van God (Exod. 34 : 10; Joz. 3: 5; Ps. 4: 4 . 71: 7; 77: 15; Dan. 6: 27; Jer. 18 : 7). 
 
Mozes heeft het volk Israël uitgeleid onder het doen van wonderen en tekenen in Egypte.<blockquote>''Hnd 7:36 Deze heeft hen uitgeleid onder het doen van wonderen en tekenen in Egypteland, in de Rode Zee en in de woestijn, veertig jaar lang. (TELOS)''</blockquote>Mozes werd door God in staat gesteld om wonderen te verrichten voor twee doeleinden. Een daarvan was om de kinderen van Israël te overtuigen dat God hem gezonden had. God gaf drie tekenen die hij voor de ogen van het volk moest verrichten: (1) zijn staf werd een slang en daarna weer een staf; (2) zijn hand werd melaats en daarna weer gezond; en (3) het water van de Nijl werd bloed. Ex. 4:1-9.
 
Regel 193 ⟶ 228:
 
In Egypte: 
 
* Aarons staf wordt een slang Ex . 7:10-12
 
De Tien Plagen: 
 
* Water veranderd in bloed, Ex. 7:20-25
* Kikkers Ex. 8:5-14
Regel 206 ⟶ 244:
* Dood van de eerstgeborene Ex . 12:29-30
* Splijten van de Schelfzee Ex . 14:21-31
 
In de woestijn: 
 
* Gezondmaking van de wateren van Mara Ex. 15:23-25
* Manna uit de hemel Ex. 16:14-35
Regel 217 ⟶ 257:
* Bileams ezel die sprak, Num. 22:21-35
* Scheiding van het Jordaanwater, Joz. 3:14-17
 
In het beloofde land: 
 
* Val van de muren van Jericho, Joz. 6:6-25
* Stilstaan van de zon en de maan, Joz. 10:12-14
Regel 238 ⟶ 280:
* Opstanding van de dode man door contact met Elisa's botten, 2 Koningen 13:21
* Terugkeer van de schaduw op de wijzerplaat, 2 Koningen 20:9-11
 
Onder de heidenen:
 
* Bescherming van de drie mannen in de vurige oven, Dan. 3:19-27
* Bescherming van Daniël in de leeuwenkuil, Dan. 6:16-23
* Jona gered door de grote vis, Jona 2:1-10
 
David betuigt :<blockquote>''Ps 71:7 Ik ben velen als een wonder geweest; doch Gij zijt mijn sterke Toevlucht. (SV)''</blockquote><blockquote>''Ps 71:7 Ik ben voor velen als een teken geweest, maar U bent mijn sterke toevlucht. (HSV)''</blockquote>Hier ziet David in zijn ouderdom terug op de genadebewijzen van God en roemt de vele tekenen van Gods bescherming, die hij van kindsbeen of in zijn gehele levensloop ten aanzien van velen ondervonden heeft.
 
== Wonderen in het Nieuwe Testament ==
In het N.T. worden drie Griekse woorden gebruikt, vergelijkbaar met die in het O.T.: 
 
# Τερυς 'een wonder ', vaak verbonden met het woord 'tekens': 'tekenen en wonderen ' Mensen waren over het algemeen verbaasd over de wonderen die verricht werden.
# σημειον, 'een teken'. Dit woord wordt vertaald 'teken', 'wonder'. Dit woord wordt steevast gebruikt in het evangelie van Johannes.
# δυναμις , 'kracht'.
 
Deze drie goddelijk geselecteerde woorden verklaren de aard van wonderen. Het waren wonderbaarlijke voorvallen die de aandacht van de mensen trokken. Het waren 'tekens' dat God Zijn volk bezocht had, en dat de daden van de Heer Jezus die van de beloofde Messias waren. En het waren krachten, want zij waren bovenmenselijk. Deze drie woorden worden toegepast op de wonderen van de Heer Jezus in Hand. 2:22; de wonderen van Paulus, 2 Kor. 12:12; en het werk van de Antichrist, de mens der zonde, in de toekomst, 2 Thess, 2:9.
 
Regel 281 ⟶ 328:
 
Wonderen van Jezus vermeld '''in de evangeliën''':
 
* Twee blinden genezen, Matt. 9:27-31
* Stomme geest uitgeworpen, Matt . 9:32-33
Regel 316 ⟶ 364:
* Jezus loopt op het meer, Matt. 14:24-33; Mark 6:47-51; Johannes 6:16-21
* Vijfduizend mensen gevoed, Matt. 14:15-21; Markus 6:35-44; Lukas 9:12-17; Johannes 6:5-14
 
De volgende wonderen door de Heer Jezus verricht, zijn '''in het Johannes' evangelie''' vermeld:
 
* Joh. 2 : 1-11 in Kana : water in wijn veranderd = Bron van ''vreugde''
* Joh. 4 : 46-54 in Kana : zoon van een hoveling genezen = Bron van ''genezing''
Regel 326 ⟶ 376:
 
De volgende wonderwerken zijn door de Heer Jezus '''op sabbat''' verricht
 
* Matth. 12 :9-13 de man met verdorde hand genezen
* Mark. 1 : 21-28 de bezetene te Kapernaum bevrijd
Regel 346 ⟶ 397:
 
Ondanks dit alles beschouwt Hij die wonderbare daden als een noodzakelijk middel om door zinnelijke indrukken een geestelijke werking voor te bereiden, om aardsgezinde gemoederen tot nadenken over Hem te brengen, om te tonen, dat de messiaanse voorspellingen in zijn persoon vervuld werden (Jes. 61: 6), en om het geloof aan Hem te grondvesten en te sterken. Dienovereenkomstig zijn Jezus' wonderen:
 
# feitelijke bewijzen voor het zijn en heersen van de boven de natuur verheven en haar steeds nabij zijnde Schepper en bestuurder der wereld, in het bijzonder aanduidingen van zijn macht en liefde.
# Openbaringen der heerlijkheid van Christus, stralen die uit zijn nederigheid en knechtsgestalte te voorschijn schieten en Hem verheerlijken.
Regel 363 ⟶ 415:
 
Drie meldingen van wonderen door Stefanus en Filippus:
 
# Hand. 6: 8 'wonderen en grote tekenen' door Stefanus
# Hand. 8: 7 vele bezetenen, verlamden en kreupelen genezen door Filippus in Samaria
# Hand. 8: 13 'tekenen en grote krachten' door Fillipus
 
Zevenmaal door Petrus en andere apostelen:
 
# Hand. 2: 43 wonderen en tekenen
# Hand. 3: 7 de kreupele genezen
Regel 374 ⟶ 429:
# Hand. 9: 34 Enéas genezen 
# Hand. 9: 40 Dorkas uit de doden opgewekt
 
Zevenmaal door Paulus:
 
# Hand. 13: 11 Elymas werd blind: een oordeel Gods,
# Hand. 14: 10 verlamde, die geloofde in de kracht Gods, genezen
Regel 382 ⟶ 439:
# Hand. 28: 3-6 Paulus door giftige slang gebeten bleef gezond
# Hand. 28:8-10 vader van Plubius van koorts bevrijd
 
Alle dingen zijn mogelijk hem die gelooft (Mark. 9: 23; Matth. 17: 20; Joh. 14: 12 verg. Joz. 10: 12; 1 Kon. 17 : 1 , 9; Ef. 1: 4 , 5; 2 Kor. 6: 16).
 
Regel 391 ⟶ 449:
== Goddelijke getuigenis ==
God kan een wonder of teken geven om iets bekend te maken of een boodschap te bevestigen. De Heer gaf te [[Iconium]] [[getuigenis]] aan het woord van zijn genade door [[Teken|tekenen]] en wonderen te geven door de handen van de evangelisten [[Paulus]] en [[Barnabas]]. Zodoende bevestigde Hij de waarheid van de boodschap die zij brachten.<blockquote>''Hnd 14:3 Zij bleven dan geruime tijd met vrijmoedigheid spreken over de Heer, die getuigenis gaf aan het woord van zijn genade door te geven dat tekenen en wonderen door hun handen gebeurden. (TELOS)''</blockquote>Het wonder is een teken, een middel, waarmee God voor ons een gezant, een verkondigde leer als goddelijk doet kennen. Het wonder is dan ook voor de Godsgezant de volkomen aanvaarding eisende geloofsbrief, en voor de verkondigde leer, die erdoor bezegeld is, een goddelijk ijk<ref>Een ijk is een "merk dat in meet- en weegwerktuigen (maten, gewichten, maat- en strijkstokken) geslagen of gebrand wordt, ten teken dat zij beantwoorden aan de bij de wet bepaalde eisen", aldus ''Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal'' (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000. </ref>.
 
== 'Bovennatuurlijke' wonderen ==
In engere zin zijn wonderen zulke daden of gebeurtenissen, die
# uit de krachten en wetten der natuur en van de menselijke geest, bij alle vorderingen van onderzoek en wetenschap, op het tegenwoordig standpunt der mensen onverklaarbaar zijn en daarom
# slechts uit de inwerking van ‘bovennatuurlijke’ krachten kunnen afgeleid worden. Deze wortelen of in het rijk van het Lichts, of in dat van de duisternis, daarom moet men onderscheiden ''goddelijke'' en ''demonische'' wonderen.
 
=== Goddelijke wonderen ===
Goddelijke wonderen zijn zulke feitelijke verschijnselen, die boven de gewone loop der natuur door een buitengewoon ingrijpen Gods werden voortgebracht, zodat ieder onbevangene ziet: dit is Gods vinger (Exod. 8: 19). Hun kentekenen zijn de volgende: zij hebben met bevrediging van ijdele beschouwingen en nieuwsgierigheid niets te maken; zij strekken meestal tot heil der mensen en soms als strafgericht tot schade en verderf; zij hangen altijd samen met zedelijke en godsdienstige doeleinden en zijn bijzonder gericht op de openbaring van Gods gerechtigheid en liefde, op bevordering van het geloof en van de heiliging en op de verstoring van de Satan en de macht van de duisternis.
 
Een goddelijk 'bovennatuurlijk' wonder kan gevolgd worden een 'natuurlijke' maatregel. Toen de Heer Jezus een 12-jarig meisje uit de dood had opgewekt, schonk hij haar niet op bovennatuurlijke wijze een gevulde maag, maar "Hij zei dat men haar te eten moest geven", kennelijk omdat zij dat voor een volledig herstel nodig had. <blockquote>''Mr 5:41 En Hij greep de hand van het kind en zei tot haar: Talitha koem, dat is vertaald: Meisje, Ik zeg je, sta op! Mr 5:42 En terstond stond het meisje op en liep; want het was twaalf jaar; en zij waren terstond buiten zichzelf met grote ontzetting. Mr 5:43 En Hij gebood hun dringend dat niemand dit te weten zou komen; en Hij zei dat men haar te eten moest geven. ''(TELOS)</blockquote>
 
=== Demonische wonderen ===
Wat de demonische 'bovennatuurlijke' wonderen betreft, vermeldt de Schrift diverse gevallen. De Egyptische tovenaars deden wonderen (Ex. 7: 12, 22; 8: 7), maar waren niet in staat al Mozes’ wonderen na te doen. In de laatste strijd, dien het rijk Gods nog met het rijk der duisternis te doorstaan heeft, zijn ons nog zulke demonische wonderen voorgesteld, overeenkomende met die welke eens door de Egyptische tovenaars gedaan werden (2 Tim. 3: 8). De apostel Paulus betuigt aangaande de Wetteloze, de mens der zonde:<blockquote>''2Th 2:8 En dan zal de wetteloze geopenbaard worden, die de Heer Jezus zal verteren door de adem van zijn mond en ten niet doen door de verschijning van zijn komst; 2Th 2:9 hem, wiens komst naar de werking van de satan is met allerlei kracht en tekenen en wonderen van de leugen, 2Th 2:10 en met allerlei bedrog van de ongerechtigheid voor hen die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet hebben aangenomen om behouden te worden.'' (TELOS)</blockquote>Verg. Matth. 24: 24. Openb. 13: 13.
 
Het Beest uit de zee zal grote tekenen doen, zodat het ook vuur van de hemel laat vallen voor de mensen.
 
Het Heidendom heeft naast een massa bedrog en bijgeloof zulke feiten aan te wijzen die slechts uit het ingrijpen van een duistere wereld verklaarbaar zijn. Waarom zou God in de Mozaïsche wetten met zo grote ernst en nadruk alle soorten van heidense toverij verboden hebben, als alles slechts op inbeelding en bedrog ware uitgelopen ?
 
Het denkbeeld dat de duistere geesten geen werkelijke wonderen doen kunnen, maar alleen wonderbare, verbazing wekkende dingen, door een ons nog verborgen verband van natuurlijke oorzaken, komt niet overeen met de ware betekenis van de Schrift. Als men zich daarop beroept, dat zulke wonderen krachten en tekenen der leugen heten, dan is dit niet zo bedoeld, als waren zij slechts goochelarij en behendigheid, en dan zouden zij niet grote tekenen en wonderen heten, maar zij worden zo genoemd, omdat zij van de leugen uitgaan en de leugen ten doel hebben.
 
'''Wonderen van de leugen''' kunnen leugenachtig zijn omdat zij de zogenaamde goden als werkelijke goden schijnen te bevestigen; of omdat zij middelen zijn tot bekrachtiging van dwaling, leugen en verderf; of omdat zij zich voor iets anders uitgeven dan zij zijn, daar zij beweren beweren heilzaam te werken, en slechts onheil stichten en bevorderen.
 
== Verscheidenheid van wonderwerken ==