Zelfmoord: verschil tussen versies

Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
Regel 24: Regel 24:
Wat betekent de uitdrukking ‘''heengaan naar zijn eigen plaats’''?  Als we dit met Mattheüs vergelijken, dan gaat het over het einde van Judas en moeten we het verstaan als de door hem gekozen weg of plaats. Hij ''heengaan''de, verworgde zichzelf (Matth. 27:5). Petrus wijst dus slechts op de weg die Judas verkoos, de dood. Een vergelijkbare uitdrukking vinden we onder andere in Johannes 16: 32. Daar zegt Jezus tot zijn discipelen: ‘Ziet, de ure komt, en is nu gekomen, dat gij zult verstrooid worden, een iegelijk naar het zijne’. Daar zegt de kanttekening: dat is in zijn eigen, dat is plaats of huis. De discipelen vluchtten elk een eigen kant op; naar de eigen gekozen plaats. En soms betekent het ook weg, of wat iemand kiest en/of  toebehoort. Alleen de Heere komt het oordeel toe, zelfs over Judas. Denk in verband met dezelfde uitdrukking maar aan Jes. 53:6: ‘Een iegelijk keerde zich naar zijn eigen weg’. We zien dat de bijbelschrijvers geen oordeel vellen, wat zullen wij dan oordelen? Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld word (Matth. 7:1).
Wat betekent de uitdrukking ‘''heengaan naar zijn eigen plaats’''?  Als we dit met Mattheüs vergelijken, dan gaat het over het einde van Judas en moeten we het verstaan als de door hem gekozen weg of plaats. Hij ''heengaan''de, verworgde zichzelf (Matth. 27:5). Petrus wijst dus slechts op de weg die Judas verkoos, de dood. Een vergelijkbare uitdrukking vinden we onder andere in Johannes 16: 32. Daar zegt Jezus tot zijn discipelen: ‘Ziet, de ure komt, en is nu gekomen, dat gij zult verstrooid worden, een iegelijk naar het zijne’. Daar zegt de kanttekening: dat is in zijn eigen, dat is plaats of huis. De discipelen vluchtten elk een eigen kant op; naar de eigen gekozen plaats. En soms betekent het ook weg, of wat iemand kiest en/of  toebehoort. Alleen de Heere komt het oordeel toe, zelfs over Judas. Denk in verband met dezelfde uitdrukking maar aan Jes. 53:6: ‘Een iegelijk keerde zich naar zijn eigen weg’. We zien dat de bijbelschrijvers geen oordeel vellen, wat zullen wij dan oordelen? Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld word (Matth. 7:1).


=== '''God bewaart…''' ===
=== God bewaart… ===
Een veel gehoorde uitdrukking is: ‘God bewaart Zijn kinderen ervoor’. Dat staat echter nergens in de Bijbel. De tekst die daarvoor aangehaald wordt is: ‘Die in de kracht Gods bewaard wordt door het geloof tot de zaligheid’ (1 Petr. 1:5).
Een veel gehoorde uitdrukking is: ‘God bewaart Zijn kinderen ervoor’. Dat staat echter nergens in de Bijbel. De tekst die daarvoor aangehaald wordt is: ‘Die in de kracht Gods bewaard wordt door het geloof tot de zaligheid’ (1 Petr. 1:5).


Regel 37: Regel 37:
Gods kinderen worden soms tot zware en gruwelijke zonden vervoerd (D.L. art. V, § 4). Ze kunnen van de staat der genade niet uitvallen, of zondigen tot de dood of tegen de Heilige Geest, of geheel verlaten worden of in het eeuwig verderf gestort worden (art. V, §6).
Gods kinderen worden soms tot zware en gruwelijke zonden vervoerd (D.L. art. V, § 4). Ze kunnen van de staat der genade niet uitvallen, of zondigen tot de dood of tegen de Heilige Geest, of geheel verlaten worden of in het eeuwig verderf gestort worden (art. V, §6).


=== '''De doodslager zal niet ingaan''' ===
=== De doodslager zal niet ingaan ===
''Een iegelijk, die zijn broeder haat is een doodslager en gij weet, dat geen doodslager het eeuwige leven heeft in zich blijvende (1 Joh. 3:15).''
''Een iegelijk, die zijn broeder haat is een doodslager en gij weet, dat geen doodslager het eeuwige leven heeft in zich blijvende (1 Joh. 3:15).''


Regel 46: Regel 46:
Deze laatste tekst vooral wordt gebruikt om aan te geven dat iemand die de hand aan zichzelf slaat niet zalig kan zijn. Als we het letterlijk nemen, dan is ook David niet zalig geworden. We weten beter. We moeten bij zulke teksten goed naar het verband kijken en niet op de klank afgaan. Wat wordt bedoeld? Gaat het om een daad of daden of om het hart? Als het om de daad gaat, wat moeten we dan met ‘de honden’? Welke daad geeft dat aan? Bovendien zegt de tegenstelling dat die het Koninkrijk beërven die Zijn geboden doen. Is dan iemand die een vriendelijke daad verricht zalig? We weten dat we niet uit de werken zalig worden, zo worden ook Gods kinderen niet om hun vleselijke werken veroordeeld. En de goede werken kunnen hen ook niet zalig maken.
Deze laatste tekst vooral wordt gebruikt om aan te geven dat iemand die de hand aan zichzelf slaat niet zalig kan zijn. Als we het letterlijk nemen, dan is ook David niet zalig geworden. We weten beter. We moeten bij zulke teksten goed naar het verband kijken en niet op de klank afgaan. Wat wordt bedoeld? Gaat het om een daad of daden of om het hart? Als het om de daad gaat, wat moeten we dan met ‘de honden’? Welke daad geeft dat aan? Bovendien zegt de tegenstelling dat die het Koninkrijk beërven die Zijn geboden doen. Is dan iemand die een vriendelijke daad verricht zalig? We weten dat we niet uit de werken zalig worden, zo worden ook Gods kinderen niet om hun vleselijke werken veroordeeld. En de goede werken kunnen hen ook niet zalig maken.


=== '''Haten en liefhebben''' ===
=== Haten en liefhebben ===
Het gaat dus om de gesteldheid van het hart of beter om een nieuw hart tegenover een oud hart. Wie is de doodslager, dief, enz.? Het verband in 1 Johannes 3:14 zegt het: ‘Die zijn broeder ''haat'' is een doodslager. En die zijn broeder ''niet liefheeft'', blijft in de dood’(:14b). Of het tegenovergestelde: ‘Wij weten dat wij overgegaan zijn uit den dood in het leven, dewijl wij de broeders liefhebben’(:14a). Oftewel: ‘De liefde is de vervulling der wet’ (Rom. 13:10).
Het gaat dus om de gesteldheid van het hart of beter om een nieuw hart tegenover een oud hart. Wie is de doodslager, dief, enz.? Het verband in 1 Johannes 3:14 zegt het: ‘Die zijn broeder ''haat'' is een doodslager. En die zijn broeder ''niet liefheeft'', blijft in de dood’(:14b). Of het tegenovergestelde: ‘Wij weten dat wij overgegaan zijn uit den dood in het leven, dewijl wij de broeders liefhebben’(:14a). Oftewel: ‘De liefde is de vervulling der wet’ (Rom. 13:10).


Regel 53: Regel 53:
Maar de vernieuwde van hart is van een ander soort geworden. Ze doen Gods geboden, want ze zijn een goede boom geworden en brengen goede vruchten voort, vruchten des Geestes (Gal. 5:22). Daar gaat het om in deze teksten. Daarom, al is het een verschrikkelijke zonde, maar ook een kind van God kan in alle zonden vallen, maar hij zondigt – naar zijn nieuwe natuur - niet (1 Joh. 3:9), die kan het zelfs niet, want Zijn zaad, Gods zaad der wedergeboorte, blijft in Hem (:10), want Hij is uit God geboren (:9). Dus als een kind van God zou komen tot die daad, dan is het de zonde in hem, die het doet en niet de nieuwe mens zelf.
Maar de vernieuwde van hart is van een ander soort geworden. Ze doen Gods geboden, want ze zijn een goede boom geworden en brengen goede vruchten voort, vruchten des Geestes (Gal. 5:22). Daar gaat het om in deze teksten. Daarom, al is het een verschrikkelijke zonde, maar ook een kind van God kan in alle zonden vallen, maar hij zondigt – naar zijn nieuwe natuur - niet (1 Joh. 3:9), die kan het zelfs niet, want Zijn zaad, Gods zaad der wedergeboorte, blijft in Hem (:10), want Hij is uit God geboren (:9). Dus als een kind van God zou komen tot die daad, dan is het de zonde in hem, die het doet en niet de nieuwe mens zelf.


=== '''Wie zijn zondaars? Wie zijn doodslagers?''' ===
=== Wie zijn zondaars? Wie zijn doodslagers? ===
De Schrift leert immers nergens dat God Zijn kinderen voor zonden bewaard. Alleen voor de zonde tegen de Heilige Geest. Ze kunnen in alle zonden vallen. Zo viel David in dezelfde zonde tegen het zesde gebod door Uria’s dood te bewerkstelligen. De zonde tegen de naaste ligt in Gods gebod immers op een lijn met die tegen onszelf. David deed dat om de zonde tegen het zevende gebod, met Bathseba, te bedekken. Zo was het ook tegelijk zonde tegen het negende gebod, hij loog. En misschien nog wel het meest tegen het achtste, want hij stal de vrouw van Uria, het enig ooilam, terwijl hij rijk was en al vele vrouwen had. Zo ontdekte Nathan het hem door die gelijkenis en de Geest inwendig in zijn hart.
De Schrift leert immers nergens dat God Zijn kinderen voor zonden bewaard. Alleen voor de zonde tegen de Heilige Geest. Ze kunnen in alle zonden vallen. Zo viel David in dezelfde zonde tegen het zesde gebod door Uria’s dood te bewerkstelligen. De zonde tegen de naaste ligt in Gods gebod immers op een lijn met die tegen onszelf. David deed dat om de zonde tegen het zevende gebod, met Bathseba, te bedekken. Zo was het ook tegelijk zonde tegen het negende gebod, hij loog. En misschien nog wel het meest tegen het achtste, want hij stal de vrouw van Uria, het enig ooilam, terwijl hij rijk was en al vele vrouwen had. Zo ontdekte Nathan het hem door die gelijkenis en de Geest inwendig in zijn hart.


Regel 60: Regel 60:
En zo is het zelfs mogelijk dat een wedergeborene die in zijn leven vruchten des Geestes heeft getoond en zijn leven oprecht was met de Heere, in een toestand terechtkomt, waardoor hij niet bewust, en niet met het doel om te doden, maar toch komt tot die vreselijke daad. Men heeft geen macht of stuur meer over zichzelf en weet niet meer wat men doet.  
En zo is het zelfs mogelijk dat een wedergeborene die in zijn leven vruchten des Geestes heeft getoond en zijn leven oprecht was met de Heere, in een toestand terechtkomt, waardoor hij niet bewust, en niet met het doel om te doden, maar toch komt tot die vreselijke daad. Men heeft geen macht of stuur meer over zichzelf en weet niet meer wat men doet.  


=== '''Zelfdoding kan een vreselijk ongeluk zijn''' ===
=== Zelfdoding kan een vreselijk ongeluk zijn ===
We zagen ook van Adam dat hij schuldig is aan het zesde gebod, omdat hij zichzelf en alle mensen in de eeuwige dood heeft gestort. Adam was niet alleen een zelfmoordenaar, maar ook van zijn nageslacht. Toch was er ook voor Adam genade. We durven te stellen, dat iemand die er in onwetendheid (door een psychose bijv.) of op een niet van tevoren beraamde wijze de hand aan zichzelf slaat niet zo zwaar zondigt als Adam. Zou er dan voor zo een geen genade mogelijk zijn? Het gaat hier om een vergelijk; niet om de zonde te goed te praten of zelfs maar te verkleinen. En dan hebben we het nog niet over de zaak, of we zo iemand de zonde wel kunnen toerekenen. Dan komen we in de verborgen dingen en komen we terecht bij wat L.M.P. Scholten zegt. Volgens hem is er in die gevallen sprake van een vreselijk ongeluk. Waar de grens ligt is nauwelijks aan te geven. Dit is per geval verschillend. Daarom kan niemand daar iets over zeggen, die niets van de toedracht weet bij zo’n ‘ongeluk’. En soms moet ook het onderzoek door de politie afgerond worden met onbekende toedracht, zodat er geen definitieve conclusie getrokken kan worden, maar slechts een voorzichtig ‘waarschijnlijk’ zelfdoding.
We zagen ook van Adam dat hij schuldig is aan het zesde gebod, omdat hij zichzelf en alle mensen in de eeuwige dood heeft gestort. Adam was niet alleen een zelfmoordenaar, maar ook van zijn nageslacht. Toch was er ook voor Adam genade. We durven te stellen, dat iemand die er in onwetendheid (door een psychose bijv.) of op een niet van tevoren beraamde wijze de hand aan zichzelf slaat niet zo zwaar zondigt als Adam. Zou er dan voor zo een geen genade mogelijk zijn? Het gaat hier om een vergelijk; niet om de zonde te goed te praten of zelfs maar te verkleinen. En dan hebben we het nog niet over de zaak, of we zo iemand de zonde wel kunnen toerekenen. Dan komen we in de verborgen dingen en komen we terecht bij wat L.M.P. Scholten zegt. Volgens hem is er in die gevallen sprake van een vreselijk ongeluk. Waar de grens ligt is nauwelijks aan te geven. Dit is per geval verschillend. Daarom kan niemand daar iets over zeggen, die niets van de toedracht weet bij zo’n ‘ongeluk’. En soms moet ook het onderzoek door de politie afgerond worden met onbekende toedracht, zodat er geen definitieve conclusie getrokken kan worden, maar slechts een voorzichtig ‘waarschijnlijk’ zelfdoding.


=== '''Oordeelt uzelf, niet een ander''' ===
=== Oordeelt uzelf, niet een ander ===
Laten we onszelf niet vergeten. ‘Zijt ook Gij bereidt!’ En laten we in plaats van te oordelen denken aan het woord van Jakobus: ‘Broeders, spreekt niet kwalijk van elkander, Die van zijn broeder kwalijk spreekt en zijn broeder oordeelt, die spreekt kwalijk van de wet, en oordeelt de wet. Indien gij nu de wet oordeelt, zo zijt gij geen dader der wet, maar een rechter. Er is een enig (één) Wetgever, Die behouden kan en verderven. Doch wie zijt gij, die een ander oordeelt?’ En het woord van Paulus: ‘Zo dan, die meent te staan, zie toe, dat hij niet valle’ (1 Kor. 10:12). En: ‘Zo dan oordeelt niets voor de tijd, totdat de Heere zal gekomen zijn, Welke ook in het licht zal brengen, hetgeen in de duisternis verborgen is en openbaren de raadslagen des harten…(1 Kor. 4:5). En: ‘Want indien wij onszelf oordeelden, zo zouden wij niet geoordeeld worden.’ (1 Kor. 11:31). En bovendien het woord van Jezus Zelf: ‘Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt’. Want met welk oordeel  gij oordeelt, zult gij geoordeeld worden; en met welke mate gij meet, zal u wedergemeten worden (Matth.7: 1,2).
Laten we onszelf niet vergeten. ‘Zijt ook Gij bereidt!’ En laten we in plaats van te oordelen denken aan het woord van Jakobus: ‘Broeders, spreekt niet kwalijk van elkander, Die van zijn broeder kwalijk spreekt en zijn broeder oordeelt, die spreekt kwalijk van de wet, en oordeelt de wet. Indien gij nu de wet oordeelt, zo zijt gij geen dader der wet, maar een rechter. Er is een enig (één) Wetgever, Die behouden kan en verderven. Doch wie zijt gij, die een ander oordeelt?’ En het woord van Paulus: ‘Zo dan, die meent te staan, zie toe, dat hij niet valle’ (1 Kor. 10:12). En: ‘Zo dan oordeelt niets voor de tijd, totdat de Heere zal gekomen zijn, Welke ook in het licht zal brengen, hetgeen in de duisternis verborgen is en openbaren de raadslagen des harten…(1 Kor. 4:5). En: ‘Want indien wij onszelf oordeelden, zo zouden wij niet geoordeeld worden.’ (1 Kor. 11:31). En bovendien het woord van Jezus Zelf: ‘Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt’. Want met welk oordeel  gij oordeelt, zult gij geoordeeld worden; en met welke mate gij meet, zal u wedergemeten worden (Matth.7: 1,2).