1 Kronieken/Commentaar/Hoofdstuk 17

Bij een of meer verzen van de volgende hoofdstukken van het boek 1 Kronieken is commentaar geplaatst:

1 Kron. 17:5

1Kr 17:5 Want Ik heb in geen huis gewoond van dien dag af, dat Ik Israël heb opgevoerd tot dezen dag toe; maar Ik ben gegaan van tent tot tent, en van tabernakel [tot] [tabernakel]. (SV)

Huis. Hebr. bayith. BEdoeld wordt een vast, stenen of cederen huis. Vgl. vers 1:

1Kr 17:1 Het geschiedde nu, als David in zijn huis woonde, dat David tot Nathan, den profeet, zeide: Zie, ik woon in een cederen huis, maar de ark des verbonds des HEEREN onder gordijnen. (SV)

Van tent tot tent, en van tabernakel. "Tent" is de vertaling van het Hebreeuwse "ohel" (= tent) en "tabernakel" van het Hebreeuwse "miskan" (= woning). De tabernakel was de verplaatsbare tentwoning van God in de woestijn en ook tijdelijk in het Beloofde Land. De Naardense vertaling van dit vers:

1Kr 17:5 want ik heb nooit in een huis gezeteld, vanaf de dag dat ik Israël deed opklimmen tot op deze dag,- en ben gebleven ‘van tent tot tent en van woning tot woning’;