1 Kronieken/Samenvatting
Deze pagina geeft een samenvatting van het boek 1 Kronieken per hoofdstuk.
1 Kron. 1
1:1-4 Nakomelingen van Adam tot en met Noachs kinderen
1:5-7 Nakomelingen van Jafeth
1:8-16 Nakomelingen van Cham
1:17-23 Nakomelingen van Sem
1:24-27 Van Sem tot Abraham
1:28 Kinderen van Abraham
1:29-31 Nakomelingen van Ismaël
1:32-33 Nakomelingen van Abraham bij zijn bijvrouw Ketura
1:34- Kinderen van Isaäk
1:35-54 Nakomelingen van Ezau en de vorsten van Edom
1 Kron. 2 Zonen van Jakob en Juda
2:1-2 Kinderen van Israël (Jakob)
2:3-55 Nakomelingen van Juda
1 Kron. 3 Register van de koningen van Juda
1 Kron. 4 Nakomelingen van Juda en van Simeon
4:1-23 Nakomelingen van Juda
4:24-43 Nakomelingen van Simeon
1 Kron. 5 Over Ruben, Gad en Manasse
1 Kron. 6 Over de Levieten
1 Kron. 7
Geslachtslijsten van Issaschar, Benjamin, Naftali, Manasse, Efraim en Aser.
1 Kron. 8
Geslachtslijst van Benjamin.
1 Kron. 9
Na de ballingschap teruggekeerden in Jeruzalem. De priesters en Levieten in Jeruzalem. Het geslacht van Saul.
1 Kron. 10
De dood van Saul.
1 Kron. 11
11:1-3 David tot koning gezalfd te Hebron
11:4-8 Jebus (Jeruzalem) veroverd en ommuurd.
11:9-47 Davids helden
1 Kron. 12
12:1-22 Nog enige helden van David die, uit verschillende stammen afkomstig, tot hem kwamen toen hij nog door Saul vervolgd werd.
12:23-38 Krijgslieden, uit verschillende stammen, die tot David in Hebron kwamen om hem koning te maken.
12:39-40 Vreugdemaaltijden te Hebron.
1 Kron. 13
David houdt raad met de oversten van het volk en laat de ark halen uit het huis van Abinadab. Uza, die de ark aanraakt, wordt door God gedood. De ark in het huis van Obed-Edom.
1 Kron. 14
Hiram de koning van Syrië biedt David hulp bij de bouw van zijn huis. In Jeruzalem breidt zijn gezin zich uit. David overwint de Filistijnen.
1 Kron. 15
David bereidt de ark van God een plaats in Jeruzalem. David verzamelt de kinderen van Aäron en de Levieten die de ark moeten ophalen. Deze heiligen zich en brengen de ark van Jahweh, onder begeleiding van zangers en muzikanten. Michal veracht David.
1 Kron. 16
16:1-6 Offers naar aanleiding van de plaatsing van de ark. David zegent het volk en geeft het gaven. Hij stelt Levieten ten dienst van de ark en om God te loven.
16:7- Lofpsalm van David.
1 Kon. 17
17:1-15 David verlangt Gode een huis te bouwen. God openbaart hem door de dienst van de profeet Nathan dat zijn zoon dat zal doen en dat God David een koningshuis zal bouwen.
17:16 David dankt God.
1 Kron. 18
David onderwerpt naburige volken. Het buitgemaakte goud en zilver heiligt hij voor God. Wie belangrijke ambten bekleedden.
1 Kron 19
De Ammonieten verspelen de gunst van David. Ze roepen de hulp van Syriërs in en strijden met Israël, maar zij en de Syriërs worden verslagen.
1 Kron. 20
20:1-3 De Ammonieten ten onder gebracht.
20:4-8 De Filijstijnen ten onder gebracht.
1 Kron. 21
21:1-6 In opdracht van David wordt het volk geteld.
21:7-13 Drie straffen aan David ter keuze voorgesteld.
21:14-17 De plaag van de pestilentie komt over Israël.
21:18-30 David koopt de dorsvloer van de Jebusiet Ornan, bouwt er een altaar op en brengt offers, waarna vuur van God uit de hemel op het altaar zendt en de plaag doet ophouden.
1 Kron. 22 De bouw van Gods huis voorbereid en opgedragen
22:1 David wijst de plaats van het te bouwen huis van God aan.
22:2-5 David bereidt de bouw van Gods huis voor.
22:6-16 David gebiedt zijn zoon Salomo het huis te bouwen en de wet van God te onderhouden.
22:17- David gebiedt alle vorsten van Israël dat zij Salomo zullen helpen.
1 Kron. 23
23:1 David maakt Salomo tot koning over Israël
23:2-32 Telling, namen en dienst der Levieten
1 Kron. 24 Verdeling der priesters
24: 1-31. David deelt de priesters in 24 klassen, tot bediening van hun ambten. Voor de overige Levieten worden worden ook loten geworpen.
1 Kron. 25 Ordening der zangers
25:1-31. Ordening van de zangers uit de kinderen van Asaf, Heman en Jeduthun. Ze worden in 24 orden gedeeld.
1 Kron. 26 Ordeningen der poortiers, schatmeesters en ambtlieden
26:1-19 Orde en verdeling van de deurwachters van de tempel.
26:20-28 Orde en verdeling van de schatmeesters over de schatten van Gods huis.
26:29-32 De Levitische ambtlieden en rechters
1 Kron. 27 Overige ordeningen
27:1-15 De verdeling van het krijgsleger over de 12 maanden en hun oversten.
27:16-22. De oversten van de twaalf stammen
27:23-24 De afgebroken volkstelling.
27:25-31 Beheerders van de have van koning David
27:32-34 Raadgevers van koning David.
1 Kron. 28
28:1- David stelt Salomo als opvolger aan de oversten van het volk voor. Hij vermaant de oversten en Salomo om God te dienen.
28:11-21 David draagt aan Salomo de tempelbouw op, onder het tonen van een voorbeeld.
1 Kron. 29
29:1-15 Davids gaven tot de tempelbouw
29:6-9 De vrijwillige gaven van de oversten
29:10-19 Davids gebed en lofzegging aan God
29:20-22 Het volk offert aan God, eet en drinkt, en maakt Salomo tot koning en Zadok tot hogepriester.
29:23-26 Salomo koning
29:27-30 Davids regeerperiode, einde en geschiedenissen